Hier loop ik dan, op Kreta. Ik ruik tijm en voel steentjes onder mijn schoenen. Ik moet denken aan hoe we meer dan dertig jaar geleden in Sardinië door een soortgelijk landschap liepen. Daarmee stel ik mezelf een beetje teleur. Waarom lukt het me niet om in het hier en nu te zijn? Waarom verplaats ik me in gedachten naar een andere tijd en plek? Die opdringerige herinneringen zijn net als mensen die een gesprek abrupt overnemen omdat het ze op hun eigen vertrouwde gedachten brengt.
Maar je kunt het ook milder bezien. Misschien probeer ik deze wandeling te integreren in het verhaal over mijn leven. Dan tikt deze sensatie op Kreta een andere ervaring aan, een dierbare herinnering die ik kennelijk nog bij me draag, en die me zegt: wandelen in een ruige, zuidelijke omgeving past bij jou. En verbind ik zo gebeurtenissen die decennia uit elkaar liggen met elkaar.
Een mens is geen verhaal
Misschien is dit waar de Britse filosoof John Locke op doelde, toen hij stelde dat je geheugen je maakt tot de persoon die je bent. Hij doelde daarmee op meer dan je vermogen tot herinneren. Voor Locke ben je de set aan herinneringen waar je nu feitelijk toegang tot hebt. En Locke had ook het lef om de consequentie te trekken: gebeurtenissen die je je oprecht niet meer herinnert, behoren toe aan een vervlogen persoon. Niet meer aan jou.
Met dit absolutisme zette Locke zich buitenspel. Want personen zijn meer dan hun herinneringen; wie van dichtbij omgaat met dementerende mensen, merkt dat vanzelf. Wel zijn herinneringen een geprivilegieerde toegang tot zelfbegrip. En het wonderlijke is: door herinneringen anders te ordenen, kan dat zelfbegrip veranderen.
Even tussendoor… Meer columns lezen van Denker des Vaderlands Marjan Slob? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Een treffend voorbeeld daarvan las ik in The wren, the wren (2023) van de Ierse romanschrijfster Anne Enright. Het personage Phil denkt na over het beslissende moment van zijn jeugd. Hij heeft altijd gezegd dat dit was toen hij de priester liet weten dat zijn roeping niet in de kerk lag. Dat verhaal was begrijpelijk en gemakkelijk te vertellen. Maar nu hij oud is, weet hij: echt vormend was het moment dat hij in de ogen keek van een jonge das, die dorpelingen wilden doodknuppelen. Die das en hij begrepen elkaar.
Deze herinnering lag kennelijk al die tijd op Phil te wachten om geïntegreerd te worden in zijn zelfbeeld. Hoe wonderlijk en waarachtig.