Home In deze Nigeriaanse taal bestaan de woorden ‘man’ en ‘vrouw’ niet
Identiteit Niet-westerse filosofie Taal

In deze Nigeriaanse taal bestaan de woorden ‘man’ en ‘vrouw’ niet

De Nigeriaanse socioloog Oyèrónké Oyèwùmí groeide op in een taal waarin de woorden ‘man’ en ‘vrouw’ niet bestaan. Een genderneutrale taal hoeft dus niet te worden uitgevonden, alleen herontdekt.

Door Alexandra van Ditmars op 29 mei 2018

Oyèrónké Oyèwùmí socioloog Nigeria Yoruba beeld Merlijn Doomernik

De Nigeriaanse socioloog Oyèrónké Oyèwùmí groeide op in een taal waarin de woorden ‘man’ en ‘vrouw’ niet bestaan. Een genderneutrale taal hoeft dus niet te worden uitgevonden, alleen herontdekt.

Cover van 06-2018
06-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

De hoge hakken van Oyèrónké Oyèwùmí blijven telkens steken tussen de kinderkopjes in de Utrechtse binnenstad. Het bemoeilijkt haar lopen, en dat terwijl ze al laat en moe is – haar zojuist gelande vliegtuig uit New York had een paar uur vertraging. Maar zodra we in de stralende zon plaatsnemen op een terras, verschijnt er een grote lach op haar gezicht. ‘In New York is het nog koud’, zegt ze, ‘maar hier kan ik eindelijk mijn geliefde Afrikaanse jurken weer aan en op een terras zitten.’ De socioloog zal spreken over haar visie op gender, die haar academische roem heeft bezorgd. ‘Ik verkondig het al vanaf eind jaren negentig: gender is een westers construct.’

In haar boek The Invention of Women (1997) onderbouwt Oyèwùmí dit met verhalen uit haar eigen jeugd. Ze groeide op in Yorubaland, in het westen van Nigeria. Het Yoruba-volk woont verspreid over verschillende Afrikaanse landen, bestaat uit zo’n 40 miljoen mensen en heeft een eigen taal. Oyèwùmí: ‘Een taal zonder woorden als “man”, “vrouw ”, “dochter” en “broer”. Ook de woorden “hij” en “zij” bestaan niet.’ Een geslachtsloze taal dus. En dat heeft volgens haar behoorlijke implicaties voor hoe de Yoruba naar identiteit kijken.

Oyèwùmí weet nog goed hoe ze erachter kwam dat in het Westen mensen snel in het hokje ‘man’ of ‘vrouw’ worden geplaatst. Het was in de jaren tachtig, in een collegezaal van de Universiteit van Californië. Als twintiger was ze net naar de Verenigde Staten verhuisd om sociologie te studeren, na haar studie politicologie in Nigeria. Ze zat als enige Afrikaanse student in de zaal. Er werd een college over gender gegeven. ‘Ik had nog nooit van dat concept gehoord. De docent zei dat de indeling in mannen en vrouwen bijdraagt aan de onderdrukking van vrouwen. Andere studenten deden grootste uitspraken – “Vrouwen kunnen dit en dat niet”, en: “Mannen gedragen zich altijd zus en zo.” Ik stak mijn hand op en vroeg: “Over welke mannen en vrouwen hebben jullie het?” Waar ik vandaan kom, gedragen mensen zich helemaal niet zo. En mijn taal categoriseert mensen niet als man of vrouw.’

Niemand kon haar een antwoord geven. ‘Als ik er opmerkingen over maakte tijdens college, was het telkens een seconde of vijf stil. Daarna ging de les gewoon weer verder. Dat is altijd zo gebleven.’ Die momenten van stilte waren voor haar de stimulans om zich te richten op gender vanuit een Afrikaans perspectief. ‘Er moesten antwoorden komen.’

Tekst loopt door onder afbeelding

Lichtblauw

Inmiddels is Oyèwùmí onderzoeker en docent aan de Stony Brook-universiteit in New York. Ze publiceerde meerdere boeken en vele artikelen over de relatie tussen gender, Afrika en het Westen. Nu is ze enkele dagen in Nederland om daarover te spreken op het internationale filosofiefestival Thinking Planet. Ze neemt een slok sauvignon blanc en duwt haar grote Prada-zonnebril hoger op haar neus. ‘Vaak wordt de manier waarop het Westen tegen man-vrouwrelaties aankijkt als enige waarheid gepresenteerd. Maar het is slechts een visie.’

Dat betoogt u aan de hand van de Yoruba-taal. Maar dat bepaalde woorden ontbreken, hoeft toch niet te betekenen dat het denken in tegenstellingen van man en vrouw bij de Yoruba ook afwezig is?
‘De relatie tussen de taal die wij spreken en hoe wij denken is iets waar academici al lang over discussiëren. Toen ik twintig jaar geleden mijn boek schreef, was er veel debat over de zogenoemde Sapir-Whorf-hypothese. De geleerden Sapir en Whorf stellen daarin dat de specifieke taal die we spreken een grote invloed heeft op hoe we denken over de werkelijkheid.’

Een bekend voorbeeld is de naam die we aan een kleur geven. Zo zijn lichtblauw en donkerblauw in het Nederlands twee varianten van dezelfde kleur, namelijk blauw. In het Russisch worden lichtblauw en donkerblauw als twee verschillende kleuren benoemd. Volgens Sapir en Whorf zijn lichtblauw en donkerblauw voor Russen daardoor even fundamenteel verschillend als rood en roze dat voor Nederlanders zijn. De belevingswereld van een individu wordt in hoge mate bepaald door de taal die iemand tot haar of zijn beschikking heeft, benadrukken ze. Dat zou betekenen dat als een taal continu onderscheid maakt tussen man en vrouw, de sprekers dat in hun doen en laten ook gaan doen – en omgekeerd. ‘Destijds was er felle kritiek op de hypothese. Maar nu nemen veel wetenschappers aan dat Sapir en Whorf gelijk hebben.’

Toch is er ook in Afrika van oudsher sprake van normatieve man-vrouwrollen: vrouwen nemen daar ook vaker de zorg voor de kinderen en het koken voor het gezin op zich.
‘Ja, ze nemen die zorgen vaker op zich. Maar ik bestempel dat niet als een normatief vrouwelijke rol. Dat een moeder meer bezig is met het kind vind ik meer dan logisch – ze heeft dat kind gedragen en gebaard. Het is biologisch vanzelfsprekend dat voornamelijk zij zich op het kind richt. Maar het is geen sociaal construct, zoals in genderstudies wordt beweerd. In het westerse feminisme wordt moederschap vaak als iets negatiefs bestempeld, iets dat vrouwen belemmert. Er wordt dan net gedaan alsof de ongelijkheid tussen man en vrouw is opgelost zodra vrouwen geen kinderen meer krijgen. Dat vind ik een belachelijk idee. Ik denk dat dit idee ontstaan is vanuit het feit dat de witte man als ideaalbeeld boven aan de sociale ladder staat. Hij is het ultieme voorbeeld van vrijheid, maar hij wordt niet zwanger.

Ik zie het moederschap juist als empowering. In de Yoruba-cultuur staat de moeder hoog in het vaandel. Moeders baren nieuw leven, en creëren zo de toekomst. Daarvoor krijgen ze veel waardering. Vergeet nooit: iedere leider heeft zijn leven te danken aan een moeder. Kinderen krijgen gaf mij veel zelfvertrouwen. Je zet nieuwe mensen op aarde, die floreren dankzij jou. Ik heb daarnaast altijd gewerkt. De zorgende taak van een moeder is iets positiefs. Niet iets wat de vrouw beperkt. Dat is een westerse gedachte, die ontstaan is door man en vrouw als tegenstelling tegenover elkaar te zetten.’

Wat kan het Westen leren van de Yoruba?
‘Het zou mooi zijn als westerlingen gaan inzien dat het denken vanuit een man-vrouwonderscheid hun eigen construct is. Maar dat ze dat niet inzien, is niet mijn grootste zorg. Ik maak me juist zorgen over de Yoruba die dat niet doorhebben. Met de kolonisatie hebben de Europeanen hun denkbeelden opgelegd aan Afrika. Daardoor hebben veel Afrikaanse samenlevingen hun eigen identiteit verloren. Afrikanen denken niet meer voor zichzelf; ze denken wat ze van het Westen geleerd hebben om te denken. En dat hebben ze zelf niet door. Dus het gaat er niet om of het Westen wat kan leren van het Afrikaanse denken. Het gaat erom dat Afrikanen hun eigen denken overboord gooien om zich te conformeren aan het Westen, omdat ze dat als ideaal zien.’

Hiërarchie

Oyèwùmí spreekt haar woorden rustig en vriendelijk uit, maar met een doordringende blik. Als een onderwerp haar aan het hart gaat, zoals de kolonisatie van Afrika, verheft ze haar stem.

Afrikanen hebben het westerse genderdenken overgenomen?
‘Veel wel, met name de elite. Afrikanen gedragen zich vaak zo westers mogelijk; ze spreken steeds meer Engels. Een schoolvriendin van mij barstte in tranen uit na het lezen van mijn boek. Toen pas zag ze in: Yoruba don’t do gender. Terwijl ze Yoruba is! Die vervreemding van de eigen traditie is heel zorgwekkend. In Europa hoor je nu transgenders betogen dat we een genderneutrale taal moeten ontwikkelen. Een taal waarin iedereen zichzelf kan zijn, ongeacht of diegene zich man, vrouw of iets daartussen voelt. Mensen gaan dan bedenken hoe we dat kunnen doen. Terwijl die taal allang bestaat! We hebben al een voorbeeld van hoe je dat doet. Maar als iedereen vergeet wat die taal uitdraagt, of überhaupt dat die bestaat, hebben we daar natuurlijk niks aan.’

In uw werk stelt u dat niet alleen het denken in gender westers is, maar dat dit geldt voor al het denken in tegenstellingen.
‘Tegenstellingen zijn het fundament van westers denken. Dat zie je al aan het begin van de westerse filosofie: het lichaam wordt tegenover de rede geplaatst. Het lichaam staat voor irrationaliteit en passie, de rede voor rationaliteit en beheersing. Soortgelijk dualisme zie je overal in de westerse houding terug. Bijvoorbeeld bij natuur en cultuur. De natuur is dan iets wat door de menselijke cultuur overwonnen moet worden, in plaats van iets waarmee wij kunnen samenwerken. Bij gender worden man en vrouw als twee verschillende soorten mensen neergezet. Terwijl je het ook gewoon over “mensen” kunt hebben.’

Toch is er zonder genderonderscheid natuurlijk niet plotseling gelijkheid tussen alle mensen. Dan zal er sprake zijn van een hiërarchie die ergens anders op gebaseerd is.
‘In Afrika is de hiërarchie meestal gebaseerd op hoe oud iemand is. De oudere is dan de senior, de jongere de junior. Maar niet altijd; zo staat een docent altijd hoger dan een student, en ben je in het huis van je schoonouders altijd een junior. Deze hiërarchie brengt veel meer vrijheid met zich mee dan denken vanuit tegenstellingen tussen mensen.’

Waarom? Iemands identiteit wordt zo nog steeds beperkt vanwege een machtsrelatie, alleen is die relatie anders opgebouwd.
‘Het grote verschil is: de westerse identiteit is star, de Afrikaanse identiteit vloeibaar. Ik ben ouder dan jij, dus jij bent nu de junior. Maar als een jonger nichtje van jou aanschuift, ben jij tegelijkertijd ook een senior. In Afrika wisselt je identiteit per situatie, en ook binnen een situatie. Wanneer gedacht wordt vanuit tegenstellingen, zoals gender of afkomst, is dat niet zo. De witte staat altijd hoger dan de zwarte, de man staat boven de vrouw. Je zet mensen vast in een identiteit, of ze dat nu willen of niet. De vloeibare Afrikaanse identiteit noem ik “democratische hiërarchie”. Het is een vorm van horizontaal denken, in plaats van het westerse verticale denken.’

Tekst loopt door onder afbeelding

Taak

Een stilte. Een slok sauvignon. Een wederom afzakkende zonnebril, die opnieuw hoger op de neus geduwd wordt.

‘De Yoruba-taal laat mooi zien dat we zaken als gender ook anders kunnen aanpakken. Maar die taal confronteert ons ook met het problematische karakter van het westerse denken in tegenstellingen. Die tegenstellingen worden ten onrechte als de enige waarheid gezien. Het maakt ons starre hokjesdenkers met een afgebakende identiteit. Het is tijd om in te zien dat we oogkleppen op hebben, zodat we ze af kunnen doen. Dan kunnen we in openheid praten over andere manieren van denken.’ Opeens enthousiast: ‘En bij andere manieren van denken wordt het pas écht interessant – dan worden actie en verandering mogelijk.’

U bent gelukkig positief.
‘We moeten positief blijven als we verandering willen. Dus natuurlijk blijf ik positief.’ Ze zucht. ‘Dat is niet altijd gemakkelijk. Er komt pas verandering als het Westen inzicht krijgt in de grootsheid van de moeilijke situatie waarin minderheden zich bevinden. En inziet hoeveel mooie kennis onderdrukt wordt. Dat is een enorme taak. Maar het leven is ook een enorme taak. We moeten nu eenmaal flinke uitdagingen aangaan. Ik zeg altijd: mijn boek The Invention of Women heeft mij geschreven, niet andersom. Ik zal deze gedachten blijven verkondigen.

Soms voel ik me net Sisyphus, uit de Griekse mythologie. Na een ruzie met de goden moest hij dag in dag uit een rotsblok een berg op rollen. Als hij bijna boven was, rolde het blok weer naar beneden en moest hij opnieuw beginnen. Ik verspreid al lang hetzelfde verhaal, telkens opnieuw. Ik ben tijdens mijn tocht de berg op vaak verkeerd begrepen. En vaak zelf geconfronteerd met racisme. Maar ik blijf de berg op lopen. Stapje voor stapje komt er dan hopelijk meer ruimte voor een andere, niet-westerse manier van denken. Als jij door dit gesprek inziet dat gender niet zo logisch is als het voor jou lijkt, staan we alweer iets dichter bij de top.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.