Home Filosofie en literatuur In de nieuwe roman van A.F.Th. van der Heijden wordt nauwelijks nagedacht | recensie
Filosofie en literatuur

In de nieuwe roman van A.F.Th. van der Heijden wordt nauwelijks nagedacht | recensie

Door Maarten Doorman op 30 januari 2025

man en vrouw omarming seks liefde bedrijven
‘Mann und Frau (Umarmung)’, tekening met zwart waskrijt en gouache van Egon Schiele uit 1917
Filosofie Magazine 2 2025 waarom doen we ons met liefde pijn
02-2025 Filosofie Magazine Lees het magazine
De hoofdpersoon van A.F.Th. van der Heijdens romancyclus De tandeloze tijd studeert filosofie. Toch wordt in het nieuw verschenen deel nauwelijks gefilosofeerd: dat speelt zich af in een wereld van botte lust en blinde afgunst.

In de magistrale, steeds uitdijende romancyclus De tandeloze tijd van A.F.Th. van der Heijden studeert hoofdpersoon Albert Egberts een aantal jaren filosofie. Een nieuw deel van de cyclus, Kastanje a/d Zee, eerder in beperkte oplage verschenen, vertelt over de eeuwige strijd met zijn rivaal Hans Krop, alias Krophans. Deze is in dit boek bijvakstudent filosofie, of gezien de jaloezie van de hoofdpersoon misschien beter: alleen maar bijvakstudent.

Toch speelt filosofie in deze roman geen rol, of het zou het boek van Lacan moeten zijn dat tijdens een college wijsgerige antropologie op de grond valt. Verder bevinden we ons in een wereld zonder enige redelijkheid of reflectie: een rijk vol begeerte, banaliteit, botte lust en blinde afgunst.

Zeker, tot de filosofische traditie behoort ook de in het openbaar masturberende Diogenes en een denker als Georges Bataille, die de duistere overgangsgebieden van geweld, erotiek en dood verkende. Alleen bevinden deze denkers zich al aan de randen van de wijsbegeerte. Nu zou je het radicaal niet-filosofische van Kastanje a/d Zee juist weer filosofisch kunnen noemen, maar hiervoor pas ik. Want hoe pakt deze roman uit?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Geen abonnee? Bekijk de abonnementen Log in als abonnee

Het wordt een smeerboel. Om zijn ziekelijke jaloezie te doden heeft Albert een trio georkestreerd waarin hij samen met zijn verafschuwde rivaal seks heeft met Marike, zijn kettingrokende vriendin. De filosofiestudent en toneelschrijver in wording heeft een bizar script ontworpen waarmee hij door zelfvernedering zichzelf hoopt te genezen. Dat loopt niet goed af.

Vloeiende overvloed

Met zijn barokke stijl onthoudt Van der Heijden de lezer geen enkel fysiek detail van de vrouwelijke anatomie. Hij legt speciale belangstelling aan de dag voor allerhande lichaamssappen. Al bij hun ­eerste ontmoeting begint Marike ‘als een gek te vloeien’. ‘Nee, geen menstruatiegedoe,’ zoals ze later tegen Albert zegt, ‘want ik was op dat moment nog zwanger… gewoon, te vloeien van overvloed’. Haar speeksel is ‘kruidig’ door de shag die ze rookt, terwijl zijn ‘gretige blikken haar schaamlippen tot natte vormeloosheid kneedden’.

We bevinden ons in een wereld zonder redelijkheid of reflectie

Veel aandacht gaat uit naar de ­vrouwelijke ejaculatie, het zogeheten sprietsen. Geregeld kruipt verder vanonder Marikes rok ‘een glinsterend vochtspoor langs de binnenkant van haar rechterbeen’ waar dan ook nog eens ‘een traan uit haar ooghoek’ ‘het biggelen op kleinere schaal [lijkt] te imiteren’. Albert maant haar op een gegeven moment te blijven zitten omdat Krophans net bij haar langs moet zijn geweest. ‘Als je nu opstaat,’ zegt hij, ‘begint je lieve lijfje lekkages te vertonen’.

Voor de lezer is bij deze vloeiende overvloed inmiddels duidelijk wat de schrijver in zijn zelfvervoering over het hoofd ziet: deze vrouw heeft meer aan een sluiswachter of een dijkgraaf dan aan het gepiel van twee jonge mannen uit Geldrop. De ranzige taferelen van dit boek zijn overigens niet nieuw. In het recente, vuistdikke ­Stemvorken (2021) arrangeert hoofdpersoon Albert eveneens een trio, nu met twee vrouwen en afgaande op de kritieken (ik las het boek niet) wordt ook hier de ranzigheid over vele bladzijden uitgesmeerd.

Onverschillig

Heeft Kastanje a/d Zee niet toch een soort van filosofische betekenis, al verwijst de titel naar de geur van sperma en niet naar, laten we zeggen, de filosofische ­rizoomtheorie van Gilles Deleuze? De afgrondelijkheid van Bataille kan ik er niet in ontdekken. Een enkele maal wordt impliciet naar De Sade verwezen, maar diens provocatie van de katholieke moraal in zijn toch al niet bijster filosofische werk is hier afwezig. Wel evenaart het boek De Sades radicale onverschilligheid ten aanzien van de vrouwelijke belevingswereld. Ergens in het begin van het boek staat hoe de elfjarige Marike ooit door een inwonende oom ­misbruikt is, maar deze ene zin maakt slechts deel uit van een beschrijving van hoe zij klaarkomt.

Als er meer afstand tussen de verteller en de hoofdpersoon had bestaan, zouden de gefrustreerde mannelijkheid en de bezopen blik op het vrouwenlichaam best hebben kunnen overtuigen. Nu blijft deze roman te veel in topzwaar recht-op-en-neerproza steken, alle stilistische vermogens van de auteur ten spijt.

Die zorgen trouwens af en toe wel voor een prachtige passage, zoals de hilarische beschrijving van een voorlichtingsavond van de NVSH (Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming) in de jaren zeventig over het ‘sprietsen’. In het tijdsbeeld dat de schrijver hiermee oproept is hij nog altijd een meester.

Kastanje a/d zee
A.F. Th. van der Heijden
Querido
240 blz.
€ 24,99