Ik weet dat het niet hip is om je met de mens bezig te houden, maar ik geloof dat de wereld wel wat humanisme kan gebruiken. Wanneer de anti-humanisten regeren – en er wordt weer en masse opgepakt, buitengesloten en ontmenselijkt – dan moeten we onthouden waarom de mens bescherming waard is.
Jaren geleden las ik een boek waarin posthumanisten ervan werden beschuldigd de menselijke waardigheid te hebben vernietigd. Vrij absurd, Donna Haraway die in hetzelfde hokje werd geplaatst als de transhumanisten of nu de ‘longterm’-isten, voor wie mogelijk AI-leven in een duizendjarige toekomst belangrijker is dan het leven nu.
En toch. Soms vraag ik me af of de kritiek op antropocentrisme is doorgeslagen, waardoor we nauwelijks nog omkijken naar de mens. Wat die ook is. Sarah Bakewell, historicus van het humanisme, schrijft dat de mens zich tussen het fysieke en spirituele bevindt, niet te reduceren tot het een of het ander. Een ‘niet’, zou Sartre beweren, dat steeds weer het gegevene doorbreekt. De mens heeft zichzelf verzonnen, net als de engelen, aldus de dichter Czesław Miłosz.
Even tussendoor …
Meer columns lezen van Miriam Rasch? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Misschien delen we deze abstracte kenmerken met andere dieren, misschien niet. Doet het ertoe? De enige relevante vraag is die van Bentham: can they suffer? Stellen we die vraag nog voldoende over onze soortgenoten?
