De grootste vergezichten van het huidige klimaatbeleid kosten veel geld, dat later toch weggegooid zal blijken. Het alternatief: vooruitgang in meetbare stapjes.
Beeld Levi Jacobs
Waar blijft de morele verontwaardiging over het klimaatbeleid? Als filosofen zich uitspreken over hét thema van deze tijd, betreft het doorgaans waarschuwingen dat ‘we op de huidige voet niet kunnen doorgaan’. Afwezig zijn de stemmen die het klimaatbeleid vanwege het spilzieke karakter onethisch achten.
De bedragen vlogen ons het afgelopen jaar om de oren. Volgens Thierry Baudet zouden de klimaatambities Nederland ruim 1000 miljard euro gaan kosten. De Volkskrant deed een factcheck en weerlegde Baudet. Het prijskaartje bedroeg ‘slechts’ tussen de 500 en 700 miljard. Minister Wiebes van Economische Zaken kwam uit op 10 à 20 miljard per jaar.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Eén ding staat vast: een koopje zal de energietransitie niet worden. En menigeen weet nu al dat de huidige inspanningen onvoldoende zijn. Intussen warmt de aarde verder op, met alle gevolgen van dien: hetere zomers, een stijgende zeespiegel, extremer weer. ‘We razen in het volstrekte duister met hoge snelheid op een muur af,’ waarschuwde historicus Philipp Blom in dagblad De Morgen. Tenzij we bijsturen.
Hoe stond het ook alweer in de regeringsplannen? Negenenveertig procent extra CO2-reductie in 2030. Stel dat Nederland dat haalt. Volgens een klimatoloog van het KNMI – dus uit onverdachte hoek – zorgt dat voor 0,00007 graad minder opwarming in 2100. Tot zover de Nederlandse bijdrage. Als alle ondertekenaren van het Parijse klimaatakkoord zich aan de afspraak houden, scheelt dat 0,17 graad. Al Gore mag dan gedacht hebben een ongemakkelijke waarheid te presenteren met zijn film uit 2006, dit gegeven – een gigaoperatie met verwaarloosbaar effect – is pas echt ongemakkelijk. Zonde van het geld? Dat is te mild uitgedrukt, aangezien die astronomische bedragen elders wel een bijdrage kunnen leveren aan een betere wereld.
Wederopbouw
Spilzucht is al een ondeugd sinds de filosofie ontstond in het oude Griekenland. Aristoteles waarschuwt ervoor in zijn Ethica Nicomachea. Gierigheid acht hij verwerpelijk, maar hetzelfde geldt voor wie blind strooit met euro’s. Ook dat, aldus de Griekse filosoof, werpt een smet op je karakter.
Hoe hoopvol: in de loop der eeuwen is het makkelijker geworden om gericht te spenderen. Aristoteles beschikte nog niet over statistiek- of planbureaus. Wij wel. Talloze instanties rekenen tegenwoordig alles door. We hoeven ons niet langer te verlaten op wensdenken, onderbuikgevoelens en vage intuïties als richtsnoer voor ons handelen.
Het is zelfs onethisch om die data en cijfers buiten beschouwing te laten. Dat is het uitgangspunt voor het effectieve altruïsme, een jonge stroming uit de Angelsaksische wereld. De kerngedachte is dat je elke euro maar één keer kunt uitgeven. Vanwege die schaarste hoor je dat zo effectief mogelijk te doen.
Als ethiek geen zaak is van het hart, maar van het hoofd, dan leidt dat tot een scherpe koerswijziging in ons uitgeefgedrag. Laat je niet meeslepen door de goededoelenorganisatie die het schrijnendste leed toont. Surf in plaats daarvan naar givewell.org. Keurig gerangschikt staan daar de organisaties die donateurs de meeste waar voor hun geld geven. Wie kent Helen Keller International? Hooguit een enkeling. Toch staat deze organisatie in de top-drie van goede doelen ‘die de meeste levens redden of deze verbeteren per dollar’. Ze maakt zich sterk voor vitamine A-supplementen voor kinderen in de sub-Sahara.
Geen grootste vergezichten, maar vooruitgang in meetbare stapjes. Effectief altruïsme biedt niet alleen donateurs houvast; ook beleidsmakers mogen zich dit appel aantrekken. Dikwijls bezondigen ze zich aan symboolpolitiek. De fermheid van de maatregelen moet blijken uit de bedragen die ze vrijspelen. Welnu, begrotelijker dan de klimaatplannen is zeldzaam. Op Prinsjesdag 2018 zei premier Rutte over de plannen dat ze ‘qua grootte vergelijkbaar zijn met de wederopbouw’.
Tsunami-alarm
Ondertussen wordt de fundamentele vraag nog steeds niet gesteld: werken de klimaatplannen überhaupt? Rechtvaardige maatregelen zijn zo belangrijk dat de effectiviteit ervan uit beeld verdwijnt. Terwijl verspilling ethici evenzeer een doorn in het oog zou moeten zijn.
Begin daarom met een gedegen kosten-batenanalyse. Alleen zo wordt duidelijk hoe je het grootst mogelijke verschil maakt. Terwijl het huidige beleid een vrijwel onmeetbaar effect heeft op de mondiale temperatuur, haalt ander beleid wel iets uit. Laat het kabinet zijn geld besteden aan een aangepaste mix van maatregelen, waarvan de ophoging en versteviging van dijken één ingrediënt is.
Zo wapenden we ons in het verleden tegen elementen. Met toenemend succes, leert de International Disaster Database (IDD). De samenstellers van deze database brengen in kaart hoeveel slachtoffers er jaarlijks vallen door toedoen van natuurrampen. In 2018 waren dat er 10.733. Natuurlijk is iedere dode er één te veel, maar het neemt niet weg dat de wereld steeds veiliger is geworden. Tussen de twee wereldoorlogen vielen er – opnieuw volgens de IDD – honderdduizenden doden als gevolg van natuurgeweld. 1932 piekte zelfs op 5.073.283.
Een dramatische afname van het aantal slachtoffers, die bovendien onze eigen verdienste is. De ene keer biedt slim watermanagement uitkomst, de andere keer redt de installatie van een tsunami-alarm mensenlevens. Wie aan de kustlijn woont, kan tijdig een veilig heenkomen zoeken. Ook deze oplossingen kosten miljarden – geen misverstand daarover – maar grosso modo zijn dat welbestede euro’s.
Rekenen met doden
Een dosis pragmatisme kan het klimaatdebat goed gebruiken. Nu wordt het verengd door de aanwezigheid van taboes. De olifant in de kamer heet kernenergie. Slechts één keer wordt die genoemd in het Klimaatakkoord, afgelopen zomer gepresenteerd, terwijl deze energievorm vrijwel geen CO2-uitstoot heeft.
Alleen bij de bouw van kerncentrales komt er iets vrij. Maar als zo’n ding eenmaal staat? Naar schatting kan kernenergie tot het
midden van de eenentwintigste eeuw de uitstoot van CO2 tot 240 gigaton aan broeikasgassen voorkomen. Daarbij heb je maar enkele centrales nodig. Tien stuks – à 10 miljard euro – zouden voorzien in de totale Nederlandse elektriciteitsbehoefte, volgens de Delftse hoogleraar kernfysica Jan Leen Kloosterman.
De tegenwerping laat zich raden: kernenergie is gevaarlijk. Tot op zekere hoogte is dat juist. Ongevaarlijk bestaat niet. Hóé gevaarlijk is derhalve de vraag. De effectieve altruïst schept helderheid, want die pakt de calculator erbij. Met het aantal slachtoffers kun je rekenen. Hoeveel vielen er door toedoen van kernrampen? Verrassend weinig, zelfs als we er de meest alarmerende rapportages bij pakken. Die noteren enkele duizenden doden, waarvan de meeste vielen tijdens de Tsjernobyl-ramp (zie kader ‘Kerndoden’).
Het is verleidelijk om het utopische getal nul als impliciete norm te hanteren. Eerlijk is dat niet. Ook de reguliere energievormen eisen namelijk hun tol. Alleen al bij de winning van steenkool zijn dat er enkele duizenden. Grootste boosdoener is echter de luchtvervuiling, zoals fijnstof, die miljoenen doden veroorzaakt. Per jaar. Oud-NASA-chef James Hansen schat dat door het gebruik van kernenergie 1,84 miljoen mensen sinds 1970 niet hoefden te sterven door vervuiling. Alleen: wie weet dat? Effectief altruïsme maakt inzichtelijk wat we anders voor lief nemen.
Maar windparken en zonneweiden stoten CO2 noch fijnstof uit. Dat is waar. Toch zijn ze niet het vanzelfsprekende alternatief waarvoor velen ze houden. Windmolens en zonnepanelen werken maar enkele maanden per jaar, terwijl een hoogtechnologische samenleving als de onze vraagt om een permanente en betrouwbare toevoer van energie. Bovendien vreet deze oplossing ruimte. We komen zelfs land tekort als we alle energie willen opwekken via windmolens, zonnepanelen en biomassa. Een deel van de Noordzee zou moeten worden ingepolderd. De natuur moet fors inleveren uit naam van het klimaat.
Grote offers in het heden met een onzekere uitkomst in de toekomst: in een notendop is dat het huidige klimaatbeleid. Bij effectieve altruïsten gaan dan alarmbellen af. Voor alle duidelijkheid: niet omdat ze principiële tegenstanders zijn van groene energievormen. Het is precies omgekeerd: ze willen maatregelen die werken juist omdát ze zich bekommeren om de planeet.
Kerndoden
Als er één ramp heeft bijdragen aan het negatieve beeld van kernenergie, is dat Tsjernobyl (Oekraïne). Op 26 april 1986 ontploft reactor 4 en er ontsnapt een radioactieve wolk. In de media verschijnen alarmerende berichten. Koeien krijgen een graasverbod, net geoogste bladgroenten mogen niet gegeten worden. Sommige landen verstrekken joodtabletten.
Begrijpelijke maatregelen toen het nog ontbrak aan solide kennis over wat zich precies in Oekraïne had voltrokken.
Ruim dertig jaar later kunnen we de balans opmaken. Hoeveel slachtoffers vielen er nu echt? Het hangt ervan af wie je raadpleegt. Een milieuorganisatie als Greenpeace gaat uit van ruim 200.000. Terughoudender is een onderzoeksteam van de neutralere Verenigde Naties: 64 doden net na de ramp. Mogelijk stierven er 4000 mensen door de straling. Zeker is dat niet.Eerder ging het mis in de Verenigde Staten. In 1979 kwam er radioactief gas in de lucht door een defect ventiel in de Three Mile Island-centrale (Harrisburg, Pennsylvania). Aantal doden: nul.
Het meest recente ongeval vond plaats in Fukushima. Op 11 maart 2011 werd Japan getroffen door een zeebeving, gevolgd door een tsunami, die de kerncentrale aan het water bedreigde. Dagenlang was er de vrees voor radioactieve fall-out. Ook hier vielen geen dodelijke slachtoffers door de kernramp, terwijl de Duitse bondskanselier Merkel prompt besloot te stoppen met kernenergie. Nauwelijks aandacht was er daarentegen voor de slachtoffers die de tsunami zelf veroorzaakte: 18.000 in totaal.