Home Levenskunst Hartmut Rosa: ‘Een beheerste wereld is een dode wereld’
Levenskunst Liefde

Hartmut Rosa: ‘Een beheerste wereld is een dode wereld’

De moderne mens is vervreemd van de wereld, zegt de Duitse socioloog Hartmut Rosa. Voor echte ervaringen moeten we de controle loslaten.

Door Alexandra van Ditmars op 24 februari 2023

Hartmut Rosa onbeschikbaarheid beeld Amke

De moderne mens is vervreemd van de wereld, zegt de Duitse socioloog Hartmut Rosa. Voor echte ervaringen moeten we de controle loslaten.

FM3 2023 cover
03-2023 Filosofie magazine Lees het magazine

Hartmut Rosa complimenteert me als hij hoort dat ik zijn lezing op de Nacht van de Sociologie heb gemist. Daar sprak de Duitse socioloog de avond voorafgaand aan het interview, maar vertraagde treinen en een daardoor verlate dinerafspraak maakten dat ik er niet bij was, al had ik in het restaurant overwogen om de laatste gang over te slaan en alsnog naar de evenementlocatie te snellen. ‘Gelukkig heb je dat niet gedaan,’ zegt Rosa (1965). ‘Je had gehaast bij je eetafspraak gezeten, om vervolgens gehaast bij mijn lezing binnen te komen. De keus om op één plek aandachtig aanwezig te zijn, was de betere.’

Die reactie is geheel in lijn met het werk van Rosa, waarin hij zich richt op de gejaagdheid en de continue haast van de moderne mens. In zijn thuisland leverde dat hem de bijnaam ‘onthaastingsgoeroe’ op, al vindt Rosa dat onterecht. ‘Ten eerste ben ik geen goeroe, en ten tweede heb ik zelf ook altijd haast.’ Als ik vertel dat ik besloot het dessert niet over te slaan, omdat ik inzag dat het wat ironisch was om me naar een lezing van uitgerekend hem te haasten, moet hij lachen. ‘Ik wou dat mijn werk diezelfde invloed op mij had. Maar ik ben er helaas nog niet door veranderd.’ Een korte stilte. ‘Alhoewel, dat geldt voor mijn ideeën over versnellen, waar mijn vorige boek over ging. Met betrekking tot mijn nieuwe theorie, over hoe belangrijk het is controle te kunnen loslaten, doe ik het een stuk beter.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Onlangs verscheen Rosa’s boek daarover in het Nederlands als ­Onbeschikbaarheid. De originele titel is Unverfügbarkeit, wat zowel ‘onbeschikbaarheid’ als ‘onbeheersbaarheid’ betekent. Beide zaken zijn volgens Rosa precies wat we nodig hebben in deze tijd. ‘We zijn continu bezig de wereld beschikbaar en beheersbaar te maken: wetenschappelijk kenbaar, juridisch berekenbaar, politiek en technisch controleerbaar. Je ziet dat ook in het klein, bijvoorbeeld in ons eigen huis. We zijn gewend alle muziek binnen handbereik te hebben, evenals precies de gewenste temperatuur in onze woonkamer, en de lichten gedimd naar onze voorkeuren.’

Waarom is dat erg? Is het niet juist comfortabel dat we de middelen hebben om dat te kunnen doen?
‘Een volledig beheerste wereld maakt ons niet gelukkig. Die mist kleur, het mysterie dat ons verlangen wekt – wat we nodig hebben om gedreven en gemotiveerd te zijn. Een volledig bekende, geplande en beheerste wereld is een dode wereld.’

Hoe ziet die onbeheersbaarheid, die zo goed voor ons zou zijn, eruit?
‘In de kern gaat het om een soort basisvertrouwen in de wereld. Als een voorbijganger mij vraagt of hij mijn telefoon mag gebruiken, denk ik natuurlijk ook: misschien rent hij er wel mee weg. Maar tegelijkertijd heb ik het vertrouwen om te denken: waarschijnlijk niet, en leen ik hem mijn telefoon. En tegenwoordig kun je zelf allerlei processen in je lichaam meten, zoals je bloeddruk, en zodra er iets enigszins afwijkt naar de dokter gaan. Maar dat ondermijnt het vertrouwen in het leven. De algemene tendens van de samenleving is niet om vertrouwen te hebben in de wereld, maar om die veiliger te maken. We zijn bang dat iemand bij ons inbreekt, wat inderdaad kan, dus hangen we een alarmsysteem en een camera op. Ironisch genoeg blijkt uit onderzoek: hoe meer beveiliging je ophangt, hoe angstiger je je voelt. We proberen de wereld naar onze hand te zetten, maar dat zorgt er niet voor dat we ons er meer thuis voelen – integendeel.’

Is controledrang niet iets van alle tijden? Misschien hebben we enkel nieuwe manieren om controle te bewerkstelligen.
‘Het gaat om meer dan nieuwe manieren. Er zijn twee belangrijke verschillen met eerdere tijden. Het eerste is cultureel. Het goede leven is tegenwoordig het leven dat meer en meer van de wereld beschikbaar maakt. We willen naar steeds verder weg gelegen oorden, zelfs naar de ruimte. En we willen telkens nieuwe ervaringen opdoen, onze horizon verbreden.

‘We moeten leren om meer te vertrouwen op de wereld’

Het tweede gaat over een structurele behoefte. Daarmee bedoel ik dat we keer op keer de grens moeten verleggen om onze maatschappelijke structuur te behouden: elk bedrijf moet groeien en innoveren om zijn positie te behouden, telkens harder lopen om te blijven waar het al is. Natuurlijk was er in eerdere beschavingen ook sprake van groei. Maar normaal gesproken ontstaat innovatie doordat er iets in de omgeving verandert – zoals een klimaatverandering, of een vijand die in zicht komt – of doordat mensen simpelweg nieuwsgierig zijn; ze proberen iets nieuws, en als dat beter werkt dan wat ze eerst deden, gooien ze het oude overboord. Maar in de moderne maatschappij moeten we groeien en innoveren zonder dat daar behoefte aan is. We hebben niet meer auto’s en meer smartphones nodig. Maar om onze maatschappij in stand te houden, moeten we er toch steeds meer maken.’

Wat heeft groei te maken met controle?
‘Het heeft allereerst te maken met versnelling. Als groei essentieel is om te kunnen bestaan, moet je telkens sneller, harder, beter. In dit geval zonder werkelijk iets te veranderen, want je brengt enkel meer van hetzelfde voort. Deze versnelling komt je relatie met de wereld niet ten goede. De Franse fenomenoloog Maurice Merleau-Ponty zei: mensen zijn niet enkel ín de wereld, maar verhouden zich ook tót de wereld. Die verhouding is fundamenteel voor ons bestaan. Het is niet zo dat jij er eerst bent, en vervolgens een relatie met de wereld ontwikkelt. Nee, jij bént een product van die relatie. Geen enkel mens ontkomt eraan zich tot de buitenwereld te verhouden. Als je midden in de nacht wakker schrikt, weet je direct dat om jou heen de wereld is. En als je gaat slapen geef je je als het ware over aan de wereld, wat je zelfs ziet in je lichaamshouding. Maar in de moderne cultuur zijn we op een punt gekomen waarop het doel van ons leven is: grip hebben op de wereld. Die groei is daar onderdeel van; je probeert de wereld naar je hand te zetten. Maar met een beschikbare, beheerste wereld treed je niet in dialoog, je raakt er juist van vervreemd.’

Resonantie

Die gedachte hangt samen met een kernbegrip in Rosa’s werk: resonantie. Resonantie is een diepe verbondenheid met de wereld om je heen, die je voelt als je er een ‘levende relatie’ mee aangaat. Het gaat om een staat van zijn, waarbij je je laat raken door de wereld. Je kunt resonantie bijvoorbeeld ervaren in de natuur, bij het lezen van literatuur of poëzie, het luisteren naar muziek, het bekijken van kunst. Maar ook bij andere mensen, zoals in een levendig gesprek of bij een inspirerende lezing. Of bij materiële dingen. Rosa herinnert zich hoe zijn vader, bakker van beroep, het deeg kneedde toen hijzelf nog een kleine Hartmut was. ‘Ik keek daarnaar als kind en zag hoe hij in contact stond met het deeg. Door hoe hij het aanraakte, maar ook door hoe hij ernaar keek, en hoe hij het liet rusten.’

Dat laatste toont een belangrijke voorwaarde voor resonantie: een zogenoemde medio-passiviteit. Oftewel: je bent niet helemaal actief, maar ook niet helemaal passief. ‘Mijn vader was in de weer met het deeg, maar liet het ook met rust. En hij had niet volledig de controle: het brood kwam elke keer net wat anders de oven uit.’ Bij deeg gekneed door een machine en een computer die de oventemperatuur exact regelt, heb je dat niet. ‘Maar daarmee verlies je ook de resonantie ermee.’

Resonantie is jezelf kwetsbaar maken, vervolgt Rosa. ‘Je stelt je open voor het onbekende, voor iets wat jou kan raken en transformeren op een manier die je zelf niet kunt voorzien. Het gaat dus niet zozeer om wat je doet, maar om wat je ervaart.’ Onze drang naar controle werkt het bereiken van resonantie tegen. ‘Ik zie een dubbel verlangen bij de moderne mens: enerzijds om volledige controle te hebben, anderzijds om aangeraakt te worden door iets anders. Maar die verlangens zijn tegenstrijdig. Resonantie zul je nooit vinden in een gecontroleerde toestand. Daar gaat het nu mis.’

Belofte

Rosa – overhemd en vest; een bescheiden, maar geëngageerde manier van spreken – kijkt al pratend vaak weg, alsof hij in de verte de juiste woorden probeert te vinden. ‘We proberen de wereld te grijpen,’ zegt hij, terwijl hij zijn handen als klauwen in de lucht zet. ‘Weet je dat je reizen kunt boeken om het noorderlicht te zien, waarbij je als je het onverhoopt niet ziet je geld terugkrijgt? Daarin komt precies die paradox naar voren: het noorderlicht is een mysterieus en sensationeel natuurverschijnsel, waardoor we geraakt willen worden, maar dat we ook willen controleren. Om soortgelijke reden zijn cruises denk ik populair. Die tonen je exotische plekken, maar met complete controle. Je hebt gegarandeerd de juiste temperatuur in je kamer, het eten zal voldoen aan de Europese standaarden en je zult alle highlights van de bestemmingen zien. Er wordt bij wijze van spreken gezorgd dat de leeuw om drie uur bij het hek staat; dichtbij genoeg voor de foto, maar veilig genoeg voor jou. En om half vier wordt de koffie geserveerd. Maar de wildheid, het ongrijpbare van de leeuw kan jou op die manier niet raken. Net zoals een ervaring om geraakt te worden door het noorderlicht niet ingepland kan worden.’

‘Geraakt worden door de de aanblik van het noorderlicht kun je niet plannen’

Kortom, de resonantie-ervaring kan niet worden gecommodificeerd. ‘Wie hierop gericht is bij een concert of op een vakantie, bij een dansles of tijdens een massage, en wie erop staat alles te ontvangen wat hem als beschikbaar is beloofd en waarop hij om die reden recht heeft, loopt hoogstwaarschijnlijk het onbeschikbare mis waarop hij nu juist uit was,’ schrijft Rosa in Onbeschikbaarheid. Maar we blijven hopen om ermee in contact te komen. Rosa, terwijl hij zijn armen spreidt: ‘We willen een ervaring die we niet eerder gehad hebben. Dat weten marketeers ook; bijna alles wat consumenten kopen draagt een belofte van resonantie in zich. Reserveer dit diner bij kaarslicht en je zult werkelijk in contact staan met je geliefde; koop deze auto en ervaar achter het stuur hoe het voelt om werkelijk in de wereld te zijn.’

U laat het onbeheersbare mooi en nastrevenswaardig klinken, maar wat u zegt is ook wat romantisch. De ­Covid-pandemie was ook onbeheersbaar, evenals de oorlog in Oekraïne.
‘Dat zijn voorbeelden die laten zien dat onze hang naar controleerbaarheid niet eens werkt: we zijn er continu mee bezig, maar bereiken die niet. We kregen zelfs het tegenovergestelde ervan voorgeschoteld: machteloosheid door ziekte en oorlog. Dat zijn monsterlijke vormen van oncontroleerbaarheid, waarmee je niet in contact kunt treden. Want als je geraakt wordt door een atoombom of een gevaarlijk virus, ga je dood. Ik heb het expliciet over de goede vorm van oncontroleerbaarheid, waarmee je wél in contact kunt treden. Waarbij je verbinding maakt, maar geen controle hebt. De liefde is daar ook een goed voorbeeld van. Als je van iemand houdt en je verkrijgt complete controle over diegene, dan is het niet langer liefde, maar iets anders. Je geliefde moet niet jouw ­marionet zijn, maar een beetje ongrijpbaar blijven.’

Wat kun je concreet doen om in die staat van resonantie te komen?
‘Ik ben geen therapeut. Mijn theorie geeft je geen antwoord op de vraag wat je moet doen, hooguit wat hints. Het gaat erom dat je ziet wat er aan de hand is, dan kom je er hopelijk zelf achter wat je moet doen. Je kunt voor bepaalde condities zorgen; op een mooie plek in de natuur bereik je waarschijnlijk eerder resonantie dan in een betonnen fabrieks­hal. Alhoewel, ik kan me voorstellen dat in een uitzichtloze oorlogssituatie kleine gebeurtenissen – het zien van een bloem, het horen van een viool, oogcontact met de vijand – ook voor een diepe resonantie kunnen zorgen. Belangrijk is: resonantie is een relatie, en die moet je dus aangaan.’

Het interview is voorbij, de dictafoon gaat uit. De fotograaf is er, is al twee keer gemeld, maar Rosa laat zich niet opjagen (‘Volgens mij is er genoeg tijd’). Dan zegt hij vriendelijk, maar gedecideerd: ‘Zet de dictafoon nog even aan. Ik moet nog iets zeggen. Nee, niet alleen meeschrijven, ook opnemen.’

U lijkt toch niet zo goed te zijn in de controle loslaten.
Een schuchter lachje, weer zo’n blik in de verte. ‘Tja, maar dit moet ik echt nog even kwijt: resonantie begint niet met iets wat jij doet, maar met affectie, met de andere kant, met de stem van de ander. Je hebt er altijd de rest van de wereld voor nodig.’

Onbeschikbaarheid
Hartmut Rosa
Boom
160 blz.
€ 22,90