Home Psyche Filosofie op de sofa: Melanie Klein over creativiteit
Psyche

Filosofie op de sofa: Melanie Klein over creativiteit

Door Marte Kaan op 14 april 2025

Marte Kaan filosofie op de sofa Afgunst en dankbaarheid Melanie Klein
foto Merlijn Doomernik | illustratie Mikko Kuiper
Filosofie Magazine 4 2025 Is egoïsme wel zo egoïstisch
04-2025 Filosofie Magazine Lees het magazine
Psychotherapeut Marte Kaan ziet de inzichten van de grote denkers geregeld in het klein terug in de behandelkamer. Dit keer: Melanie Klein.

‘Creativiteit komt voort uit de behoefte om te repareren’

Beide patiënten hebben een hechte band met hun moeder, ze zien of spreken haar wekelijks. De moeders komen langs, bellen, helpen. Ook hebben beide patiënten artistieke aspiraties waar ze zich gefrustreerd in voelen. Ze hebben het idee dat hun talent niet gezien wordt, maar ervaren schroom om actief vorm te geven aan hun creatieve neigingen. Er is een verschil: de een houdt van haar moeder, de ander voelt extreme weerstand en afkeer voor haar.

The root of creativity is found in the need to repair the good object destroyed during the depressive phase,’ schreef psychoanalyticus Melanie Klein. De depressieve fase is een ontwikkelingsfase waarin een kind begint te beseffen dat de goede ouder, de voedende moeder, en de slechte ouder, de moeder die niet altijd perfect is en het kind frustreert, een en dezelfde persoon zijn. Aanvankelijk splitst een jong kind deze twee beelden, om het beeld van de goede ouder te beschermen. De integratie van de twee beelden, of ‘objecten’, roept gevoelens van schuld op: het kind beseft dat het een deel van diens ouder heeft afgewezen, mentaal vernietigd en gehaat. Het is een fase van rouw, omdat afscheid moet worden genomen van de ideale ouder, en er ontstaat een verlangen naar herstel van (de relatie met) de niet-ideale, feilbare ouder.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Geen abonnee? Bekijk de abonnementen Log in als abonnee

In het gedicht Those Winter Sundays van Robert Hayden blikt de dichter, een man van middelbare leeftijd, terug op de winterse zondagen waarop zijn hardwerkende vader vroeg opstaat om het huis warm te krijgen – ‘with cracked hands that ached from labor in the weekday weather’. Dan de zin: ‘No one ever thanked him’. De dichter beschrijft hoe onverschillig hij zijn vader bejegende, de man voor wie hij bang was maar die ook zijn schoenen poetste. De tekst ademt weemoed en spijt, al lijkt de dichter zijn oude zelf niet te veroordelen. Hij had geen idee hoe liefde eruit kon zien, wat liefde was: ‘What did I know of love’s austere and lonely offices?’ Het is een zin die Melanie Kleins ‘depressieve positie’ illustreert: een nieuwe blik op een ouder, die getuigt van een dieper inzicht in de ander. Of eigenlijk: het besef dat de ander niet gekend of begrepen hoeft te worden om te weten, te voelen, dat diegene gedreven wordt door liefde, hoe moeilijk die liefde soms ook aan te wijzen was, en is.

Mijn patiënten lijken beiden nog geen volledig geïntegreerd beeld van hun moeder te hebben: als een persoon die zowel goede als slechte eigenschappen heeft, die zowel voedt als frustreert. De een heeft nog een compleet ideale moeder, de ander een volledig slechte. De eerste moet zich laten frustreren en rouwen om het verlies van het ideaal. De ander moet leren het goede van haar moeder te aanvaarden en het schuldgevoel ervaren omdat ze haar zo afgewezen en gehaat heeft.

Je zou de worstelingen van mijn patiënten met hun creativiteit kunnen opvatten als de weerslag van hun achtergebleven emotionele ontwikkeling. Volgens Klein ligt de oorsprong van creativiteit in de behoefte om die beschadigde beelden van belangrijke verzorgers (de moeder) te herstellen. Het creatieve proces is een manier om innerlijke conflicten en verlies te verwerken.

Gevoelens als frustratie, rouw en schuld horen bij het aanvaarden van de realiteit in de bredere zin (niet alleen de realiteit van de moeder). Ze zetten aan tot het verlangen naar reparatie – met moeder, met de wereld – wat iemands creativiteit aanjaagt. Wellicht ook omdat diegene zelf niet meer ideaal hoeft te zijn om zich geaccepteerd te voelen, en wordt gedreven door een innerlijke noodzaak in plaats van de honger naar erkenning. 

De gevalsbeschrijvingen uit deze rubriek zijn nooit herleidbaar tot een bestaande patiënt of oud-patiënt.