Volgens de psychologie heeft de evolutie de mens toegerust met een heleboel nuttige emoties. Maar cognitiefilosoof Daphne Brandenburg stelt dat evolutionaire functionaliteit niet verward moet worden met nut.
‘Als je boos bent, zet je je schrap om aan te vallen. En bij verdriet trek je je eerder terug. Die emotionele reacties zou je vanuit evolutionair oogpunt als functioneel kunnen omschrijven. In de psychologie, maar ook daarbuiten, bestaat het traditionele beeld dat er zes universele basisemoties bestaan die zijn ontstaan vanuit evolutionaire aanpassing. Deze emoties – walging, woede, verdriet, vreugde, angst en verbazing – zouden functioneel zijn omdat ze je een bepaalde handelingsbereidheid geven, zoals aanvallen of vluchten.
Maar die handelingsbereidheid betekent niet dat je emoties daarmee gerechtvaardigd of nuttig zijn. Iemand aanvallen is nuttig als je onmiddellijk fysiek bedreigd wordt, maar in ons dagelijks leven komt dat maar zelden voor. De bedreiging heeft dan vaak een andere vorm. Het zou bijvoorbeeld niet nuttig zijn om je baas fysiek aan te vallen als je positie op je werk in gevaar is. Dat is geen handige manier om je baan zeker te stellen.
In dit geval zou de emotie evolutionair gezien misschien wel functioneel zijn, alleen wil dat niet zeggen dat de logica erachter of de handelingsbereidheid die bij zulke emoties komt kijken ook meteen nuttig is. Het roept de vraag op of we die evolutionaire functionaliteit van emoties wel moeten omarmen en bestempelen als nuttig.’
Slechte raadgever
‘Volgens neurowetenschapper en psycholoog Lisa Feldman- Barrett zijn emoties een te complex construct om evolutionair te verklaren. In haar boek How Emotions Are Made zet ze het traditionele beeld van emoties behoorlijk op zijn kop door het bestaan van de universele basisemoties in twijfel te trekken. Het enige wat volgens haar universeel is zijn onze sensaties. Hoe we aan die lichamelijke sensaties emoties toedichten, hangt af van taal, cultuur, opvoeding en zelf begrip.
Anders dan Vingerhoets zou Feldman-Barrett zeggen dat wij bepalen wat onze emoties zijn, en niet andersom. Dat betekent ook dat je die emoties indirect kunt beïnvloeden. En dat is maar goed ook, want de – bijvoorbeeld evolutionaire – functies die emoties hebben zullen je niet altijd helpen om de dingen die je belangrijk en waardevol vindt te realiseren. Anders gezegd: emoties zullen niet altijd aanzetten
tot een juiste, nuttige handelingsbereidheid.
Schuldgevoelens kun je bijvoorbeeld op verschillende manieren ervaren. Ze kunnen verlammend werken wanneer je jezelf alleen maar bestraft en vast blijft zitten in het verleden. Binnen verslavingsproblematiek zie je vaak dat schuldgevoelens op deze manier herstel in de weg staan, omdat hergebruik de pijn van deze emoties kan verdoven. Maar schuld kan ook leiden tot morele zelfverbetering, wanneer het gevoel minder bestraffend en meer toekomstgericht is. Hoe een emotie functioneert, hangt van veel dingen af. Die functies zijn pas nuttig wanneer ze in overeenstemming zijn met maatschappelijke, culturele of eigen waarden. Emoties kunnen soms slechte raadgevers zijn.’