Home ‘Elke tijd denkt dat alles sneller gaat’

‘Elke tijd denkt dat alles sneller gaat’

Door Frank Meester op 26 februari 2020

‘Elke tijd denkt dat alles sneller gaat’
Cover van 03-2020
03-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

De jaren zestig staan voor authenticiteit, creativiteit en verzet. Historicus Piet de Rooy laat in Alles! En wel nu! zien dat wat als kritiek op het kapitalisme begon, het kapitalisme uiteindelijk ten goede kwam.

Wat kan ik weten?

‘De geschiedenis is als een Russische baboesjkapop. Onder elke gedaante gaat een kleinere schuil. Zo kun je eindeloos doorgaan, tot je bij minuscule voorvallen of gebeurtenissen uitkomt. Er zit altijd nog wat achter als je verder zoekt. Naarmate ik ouder word, heb ik de neiging om langer door te gaan. Je zou zeggen: hoe langer je zoekt, hoe meer je te weten komt. Maar door al die details wordt het ook lastiger om grote lijnen te trekken. En dat wil de historicus: niet alleen feitjes, ook een verband.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Als je de bestaande literatuur over de jaren zestig leest, dan lijkt het alsof die uit de lucht zijn komen vallen. Alsof het om een plotselinge vulkaanuitbarsting gaat. Dat idee van een eruptie is vooral in het leven geroepen door de journalisten uit die tijd zelf. Zij focusten op al die geinige dingetjes die generatiegenoten uitspookten. Een klein groepje jongeren hoefde maar iets geks te doen en er werd groot verslag van uitgebracht. Neem Provo. Ze beheersten het nieuws. Was Provo een grote beweging? Nee, dat waren slechts een paar jongeren. Als je wilt weten wat er echt gebeurde, moet je op meer letten dan alleen de jeugdcultuur en ook kijken naar wat er op het gebied van politiek, religie en seksualiteit speelde. Dan zie je dat de ontwikkelingen die in de jaren zestig plaatsvonden een lange aanloop hadden. De drijfkracht van die tijd, om het in bijna natuurkundige termen te vatten, is de groeiende behoefte aan authenticiteit, die eigenlijk al in de achttiende eeuw met de Verlichting en vooral daarna in de Romantiek is begonnen. Weinig mensen denken bij de jaren zestig aan De Telegraaf, maar die werd in die jaren de grootste krant van Nederland. En je kunt die groei ook in het licht zien van die behoefte aan authenticiteit. In De Telegraaf begon men te zeggen wat men echt dacht.’

Wat moet ik doen?

‘Een groot nadeel was dat ik de periode zelf had meegemaakt – niets zo bedrieglijk als het eigen geheugen. Toch is die nostalgie naar toen voor mij het startpunt voor dit boek geweest. Ik herinner me dat ik in die tijd al meende dat wat er gebeurde opmerkelijk was. Daarom stopte ik zo af en toe iets in een doos: krantenknipsels over Provo of pamfletjes die werden uitgedeeld. Dat kon weleens belangrijk worden, dacht ik.


Beeld Martin Dijkstra

Als ik de afgelopen periode waarin ik dit boek schreef bezie, denk ik dat ik overdag professioneel bezig was met bronnen zoeken en bestuderen, terwijl ik ’s avonds met mijn vrouw nostalgische gesprekken voerde over onze jeugd: “Weet je nog dat we in Carré zaten en Johnny the Selfkicker zagen?” Zo splitste ik mezelf op en liet die twee zelven met elkaar in gesprek gaan: “Je hebt wel dat stuk over Provo bewaard, maar hoe groot was die beweging eigenlijk?”’
 

Wat mag ik hopen?

‘In de jaren zestig begonnen steeds meer mensen te streven naar authenticiteit. Voor een deel heeft dat vorm gekregen als kritiek op het kapitalisme, als verzet tegen een steeds rationeler wordende wereld, waarin eigenbelang en winstmaximalisatie de belangrijkste morele concepten werden. De diepe tragiek is dat de jaren zestig met die nadruk op authenticiteit en groeiende welvaart er ook voor zorgden dat steeds meer mensen flexibeler gingen opereren, meer als consument dan als producent. En zo namen we afstand van het idee van solidariteit dat zo belangrijk was voor de verzorgingsstaat die in de jaren vijftig en in het begin van de jaren zestig was opgebouwd. Wat begon als kritiek op het kapitalisme kwam uiteindelijk het kapitalisme ten goede.’
 

Wat is de mens?

‘Je verwacht misschien dat ik zou zeggen dat de mens een door en door historisch wezen is, dat volledig bepaald wordt door zijn tijd. Dus dat de middeleeuwer psychisch fundamenteel anders in elkaar steekt dan wij. Toch vraag ik me dat af. Natuurlijk, als ik nu met een teletijdmachine naar die tijd zou worden getransporteerd, zou ik het niet redden. Maar dat heeft met allerlei praktische vaardigheden te maken die ik niet beheers. Ik denk dat de basisemoties – de omgang met kinderen, of met de andere sekse, woede, jaloezie, hebzucht, eer, vertrouwen in mensen – hetzelfde zijn gebleven. Laten we proberen niet toe te geven aan onze neiging om ons verheven te voelen boven mensen uit vroeger tijden. Uit bronnen die ik heb onderzocht blijkt in elk geval dat mensen uit vrijwel alle tijden de indruk hebben dat in hun tijd alles veel sneller gaat dan voorheen. Dat roepen we nu ook voortdurend, maar dat roepen mensen dus eigenlijk altijd al, zeker ook in de jaren zestig.’


Alles! En wel nu!
Een geschiedenis van de jaren zestig
Piet de Rooy
Uitgeverij Wereldbibliotheek
192 blz.
€ 20,-