Home Een goed gesprek met Montaigne

Een goed gesprek met Montaigne

Door Naciye Karaalioglu op 02 februari 2016

Een goed gesprek met Montaigne
Cover van 02-2016
02-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

Montaigne leert mij nederig te zijn’, vertelt acteur Koen De Sutter die de komende maanden Michel de Montaigne vertolkt. Filosoof en schrijver van het stuk Alexander Roose meent dat ‘Montaigne ons leert om te gaan met een veranderende wereld’.

Een voorstelling over Montaigne – een monoloog. Wat krijgen we te zien?
De Sutter: ‘Ik tracht een gesprek te hebben. Een goed gesprek was voor Montaigne heel erg belangrijk. Samen met mijn zoon Cesar, zelf muzikant en schrijver van de muziek, sta ik op het podium. Af en toe richt ik het woord tot hem. Dat is minder aanmatigend, dan om continu pontificaal naar het publiek van alles te verkondigen.’
Roose: ‘Op het toneel vind je de zoekende Montaigne. Hij wil vragen beantwoorden als: hoe kom ik er bij te denken wat ik denk? Hoe ga ik om met mijn angsten of verlangens? Voor een belangrijk deel in de Essays spreekt hij ook tot zijn verloren boezemvriend Etienne de La Boétie. Dat komt terug in het stuk.’

Wat voegt het toneel toe aan de Essays van Montaigne? 
De Sutter: ‘Tegenwoordig wordt alles geëntertaind. Alles krijgt een immense, dikke zoete mayonaisesaus om dat toch maar even lekker naar binnen te krijgen. Ik denk dat het toch wel noodzakelijk is om te blijven leren en niet te verzuipen in entertainment en gezelligheid. De functie van Montaigne op het podium is dat mensen samenscholen, dat we collectieve belevingen weer overdenken om de dingen op een rijtje te krijgen. Ook dingen waarover we minder makkelijk spreken, zoals de dood. Montaigne heeft het over zaken die iedereen aangaan.’
Roose: ‘Er is een verband tussen de acteur die op het toneel staat en Montaigne die zichzelf in scène zet. De metafoor van de wereld als “schouwtoneel”, waarin je je rol moet spelen, is cruciaal bij Montaigne. Hij is zich er van bewust dat hij een rol moet spelen en dat daarbij komt kijken dat elk deeltje in je leven een opdracht is die je moet vervullen. Een acteur kan uit zijn rol vallen. Net als elk mens. Wanneer de dood nadert, bijvoorbeeld. Dan vallen vaak alle maskers af.’

Rol? Opdracht? 
Roose: ‘Montaigne is constant aan het aftasten wat het betekent om ten volle mens te zijn. Daar zit de opdracht in: dat we op z’n minst die oefening moeten doen om na te denken over wat een geslaagd leven is en wat het betekent mens te zijn.’ 
De Sutter: ‘Tegelijkertijd heeft Montaigne niets boodschapperigs. Hij neemt zelden een stelling in. En ik denk ook dat nuance nodig is, een argwaan tegenover de stelligheid waarmee zaken soms geponeerd worden. Montaigne weet het zelf allemaal ook niet. Hij verandert constant. Die verandering moet je kunnen aanvaarden, dat elke periode in je leven zijn waarheid had. Er is niets verkeerds aan te zeggen: dit was toen zo, maar nu ben ik anders.’ 

Een acceptatie voor verandering. Dat klinkt als iets wat we tegenwoordig ook zouden kunnen zeggen. 
Roose: ‘Je kunt ook heel terecht een parallel trekken tussen de wereld vandaag en de wereld van Montaigne. De 16e eeuw is het moment van de godsdienstoorlogen; protestanten en katholieken moorden elkaar uit. Het is het moment van de boekdrukkunst; een explosie aan kennis. Het is ook het moment waarop het hele wereldbeeld geografisch en astronomisch gaat schuiven. Alle zekerheden staan op springen in deze periode. Deze momenten en het moment dat wij vandaag beleven zijn gelijkaardig. Godsdienstoorlogen, internet en de hele manier waarop we nu naar de wereld kijken. De wereld is aan het verschuiven met grote migraties. Europa verandert en speelt niet meer de rol die het wil spelen. Montaigne beleefde het wegvallen van zekerheden en dat beleven wij heden ten dage ook. Het is interessant om te kijken hoe zo iemand omging met die wankelende zaken.’

Hoe ging Montaigne daarmee om en wat kunnen we daarvan leren?
Roose: ‘Montaigne probeert op meerdere momenten te zoeken naar antwoorden. En dat zoeken leidt tot een levensbevestigende vrolijkheid. Het valt op dat in de tijd van de burgeroorlogen hij slechts twee keer Christus vermeldt. Hij weigert mee te gaan in theologische vraagstukken, maar gaat op zoek naar antwoorden vanuit de filosofie. Door die zoektocht vindt hij een zin vóór en ín het leven.’
De Sutter: ‘Montaigne leert in de eerste plaats nederig te zijn en mild. Bovendien voorzichtig te zijn met stellingnames. Zijn motto luidde ook: Que sais-je? In een zekere zin is hij is mijn compagnon geworden.’
Roose: ‘In het verleden zijn de Essays veel gelezen op crisismomenten. Die gaan soms gepaard met een persoonlijke crisis. Op zo’n rusteloos moment (Montaigne noemt het “de geest die te keer gaat als een op hol geslagen paard”), zegt Montaigne redelijk na te denken over wat je nou zo onrustig maakt. Door dit te doen, door het opdelen en uitspreken van deze gedachten, kun je met de rede proberen opnieuw grip te krijgen op je geest.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.