Economische crisis, midlifecrisis – Montaigne trekt ons erdoorheen, getuige vier recente werken over hem. Misschien juist doordat de filosoof op de vraag ‘Is dit nu alles?’ kortweg antwoordt: ‘Jazeker!’
Dante beschrijft in de opening van de Goddelijke Komedie zijn, zoals dat tegenwoordig heet, midlifecrisis:
Op ’t midden van ons levenspad gekomen,
Kwam ik bij zinnen in een donker woud,
Want ik had niet de rechte weg genomen.
In dat donkere woud wordt Dante vervolgens geconfronteerd met angstaanjagende visioenen. Hij valt in zwijm, waarna een manspersoon aan hem verschijnt. Het is de geest van Vergilius, de klassieke dichter uit de Romeinse Oudheid, Dantes grote voorbeeld. Onder diens deskundige leiding maakt Dante vervolgens een rondreis door de Hel – als niet-christen kan Vergilius Dante natuurlijk niet in de hemel vergezellen; daar neemt Dantes vroeg overleden jeugdliefde Beatrice het stokje over.
Deze ‘ontmoeting’ met Vergilius moet hebben plaatsgevonden op Goede Vrijdag van het jaar 1300, kort voor Dantes 35ste verjaardag. Bijna 300 jaar later belandt in Frankrijk de 37-jarige, geletterde edelman Michel de Montaigne in een midlifecrisis. Ook hij zoekt steun bij de klassieken, zowel de dichters als de denkers. Hij stelt zijn ervaringen te boek in zogenoemde essays – ‘probeersels’ of ‘oefeningen’ –, die hij in 1580 publiceert. Hij wordt daarmee van lokale bestuurder-in-ruste een nationale en later zelfs internationale beroemdheid. Zijn essays worden net zo klassiek als de geschriften van zijn grote voorbeeld Plutarchus.
Dit artikel is exclusief voor abonnees