Home Dit kunstwerk laat je met nieuwe ogen naar jezelf kijken
Kunst

Dit kunstwerk laat je met nieuwe ogen naar jezelf kijken

Door Claudia Galgau op 29 december 2018

Dit kunstwerk laat je met nieuwe ogen naar jezelf kijken
Cover van 01-2019
01-2019 Filosofie magazine Lees het magazine

‘Laten we het hebben over extimiteit’ is een van de eerste zinnen van het associatieve werk van filosoof Leon Heuts. Over waarom we niet op zoek moeten gaan naar onze eigen kern, en wat we dan beter wel kunnen doen.


Het Transparante Ik. Samengesteld door Griet Menschaert. Beeld: Peter Cox
Onderaan dit artikel vindt u de tekst ‘Extimiteit’ door Leon Heuts, onderdeel van de tentoonstelling ‘Het Transparante Ik’. 

Op een witte muur wordt het uitvergrote gezicht van een oude vrouw geprojecteerd. Ernaast beweegt een digitale animatie van een jonge vrouw. In het midden van de twee hangt een scherm met daarop de gedachtestroom van een filosoof. Alle drie de werken zijn onderdeel van de tentoonstelling Het Transparante Ik, samengesteld door kunstenaar Griet Menschaert.

De gedachtestroom is die van filosoof Leon Heuts, tot mei 2018 hoofdredacteur van Filosofie Magazine en nu eigenaar van The Human Story, een bureau dat de grens tussen filosofie, kunst en technologie opzoekt. In het Amsterdamse cafe ’t Loosje vertelt hij over de inspiratie voor zijn kunstwerk, dat Extimiteit heet (deze tekst vindt u onderaan dit artikel, red.).

‘De tentoonstelling is geïnspireerd op de ideeën van de filosoof Byung-Chul Han, die waarschuwt dat we tegenwoordig te veel naar transparantie zoeken. We willen graag geloven dat als we maar transparant genoeg zijn, we kunnen ontdekken en laten zien wie we echt zijn.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Maar volgens de Franse psychoanalyticus Jacques Lacan hebben we helemaal geen kern die we kunnen laten zien’, vervolgt Heuts. ‘Sterker nog: hoe meer we volgens hem op zoek gaan naar onszelf, des te meer we ons realiseren hoe vreemd en onvoorspelbaar we voor onszelf zijn. Die ervaring noemt hij extimiteit.’ Het overkomt ons bijvoorbeeld als we in de spiegel naar onszelf kijken en ineens ontdekken hoe erg we op onze ouders lijken. ‘Wat is dan nog van jou?’ en ‘Wie ben jij dan echt?’ zijn vragen die deze ervaring oproept. ‘Die ontdekking van het vreemde in onszelf is een van de meest heftige ervaringen die we als mens kunnen hebben’, zegt Heuts. Bovendien kunnen we die volgens hem tegenwoordig steeds slechter dragen. ‘We hebben al moeite met de ander omdat hij vreemd is en we niet weten wat we met hem of haar moeten. Maar dat we ook vreemd zijn voor onszelf, dat is een van de grote schokken van deze tijd.’ Het staat haaks op onze hedendaagse neiging naar complete controle en spanningsloosheid: we willen steeds meer dat alles efficiënt en voorspelbaar is, om geen ongemak, verrassing of spanning te hoeven voelen.

‘Maar de echte spanningen in het leven laten zich helemaal niet zo makkelijk weggummen’, gaat Heuts verder. ‘Het zijn de momenten waarop je iemand tegenkomt die je bijzonder en leuk vindt, maar niet weet wat dat voor jou betekent. Of de relatie die je met je ouders hebt, die niet helemaal vlekkeloos is, maar waarvan je niet weet wat je ermee aan moet. Of dat je niet tevreden bent met je eigen gedrag als consument, maar ook niet weet hoe je eruit moet stappen. Of de eigen lichamelijkheid: verlangen, lust en verval zijn allemaal vervreemdende ervaringen.’ Het zijn spanningen zonder eenduidige oplossing, waardoor ze op eerste aanblik frustrerend kunnen lijken. Maar in Extimiteit benadrukt Heuts ook hoe bijzonder ze kunnen zijn. ‘Ik wil de kijker duidelijk maken dat “in de wereld zijn” geen proces is van spanningsloos en efficiënt naar je eigen dood glijden. Juist de vervreemding geeft de mogelijkheid om steeds met nieuwe ogen naar jezelf en de wereld te kijken.’

Als we dat inzicht zouden durven toelaten, zouden we het ook als kracht kunnen gebruiken. ‘We zitten zo diep in een neoliberaal paradigma van efficiëntie en haast dat we alles doen om de stilte en ruimte die zich aan ons voordoen vol te stoppen. Terwijl dat juist is wat we nodig hebben om het vreemde van onszelf en de ander te accepteren, en zo voor de planeet en de ander te kunnen zorgen.’

Extimiteit, Leon Heuts
We moeten het dringend hebben over intimiteit.
In een wereld die ongenadig op ons inzoomt, waarin we steeds meer blootgeven. Via camera’s, en algoritmen. 
Een wereld die ons aanspoort tot handelen. 
Tot voortdurende zelfanalyse: wat doe ik niet goed? Kan ik beter?
In zo’n wereld moeten we het hebben over intimiteit. 
Over lijfelijkheid, nabijheid, geur, smaak. Openbaringen. Strelingen. Seks. Eigen ruimte. Samenzijn. 
Samenzijn? Wat is samenzijn? Samen één? Zijn we ooit echt bij onszelf?
Vanochtend herkende ik mijn vader in de spiegel. Dezelfde horizontale en verticale rimpels. Een schaakbord op mijn hoofd. Intiem. En vreemd. Vreemdvertrouwd. 
Wat meest nabij is, is ook meest vreemd. 

Intimiteit is de ervaring van de Ander – buiten ons, en in ons zelf. De meest bijzondere vorm van intimiteit is dus extimiteit. 
We moeten het dringend hebben over extimiteit. 
Herinneringen in gebroken spiegels. Mist. Poeder. Lijfelijkheid, verval, het ondraaglijke. 

Dit is de moeder. Ongenadig maar liefdevol op de foto.
Dat zegt toch iets? Dat betekent iets. Maar wat? Ze lijdt als alle andere mensen. 
Schopenhauer. 
Mein wahres inneres Wesen existiert in jedem Lebenden so unmittelbar, wie es in meinem Selbstbewusstsein sich nur mir selber kundgibt.
Dat is extimiteit. 
In de kern is de Ander als mezelf. En mezelf als de Ander. Je est un autre. 
Wie slechts zichzelf wil zijn, ontkent dat de Ander eindeloos binnenkomt. 
Het grote probleem voor de totale controle – Obsessive Compulsive Disorder – zijn onze lichaamsopeningen. We vloeien altijd de wereld in. 
Saliva. Menstruatie. Semen. Feces. Urine. 
Het is onverdraaglijk. 
Hoe dan wel?
Mijn verhalen zijn een vorm van ogen sluiten.
Zegt Kafka. 
De fotografie moet stil zijn. 
Dat is geen kwestie van discretie, maar van muziek. 
Door de stilte wordt de muziek geboren. De stilte geeft ruimte aan verhalen. Alleen in de stilte kunnen wij zijn. 
Je leest geen roman om het laatste woord te halen. 
Je luistert geen muziek voor het slotakkoord. 
Het is de ruimte, de dans rond de stilte die betekenis geeft. De vervreemding lost niet op maar wordt gedragen. 
Zoals een ritueel mijn verdriet draagt. Een klein monument voor de moeder, die ik nog steeds niet ken, helpt te dragen wat ik niet kan dragen. 
Een vorm vinden voor de Ander. Dat is extimiteit. 
Is er ruimte voor stilte? 
Stilte is geen verdienmodel. Stilte is de Ander dragen. Stilte is de stront opruimen. Stilte is zorg. Stilte verstoort de efficiëntie. 
Geen Unique Selling Point. 
Geen Minimal Viable Product. 
Geen Value Proposition.
Dit neoliberalisme is een narcistisch fantasma, het brengt alles tot het Zelf. Tot de illusie van eenheid en heelheid. Zonder ruimte en tijd – waar de Ander doorheen kan glippen. Zonder verhaal. Een wereld zonder stront. 
Er is een tactiek om de Ander buiten te sluiten. 
De eeuwige verstrooiing, en de eeuwige versnelling. 
Het algoritme kan altijd versnellen. Omdat het niet vertelt. Maar optelt. 
De verhaasting doodt de stilte en de ruimte. Er is geen betekenis meer. De dingen hebben geen maat en ritme meer. De lichamen hebben geen dimensies meer. Ze zijn slechts als beeld. Geen weerstand, geen aarde, geen ouderdom. 
Geen biografie. Geen tijd. Geen Ander.  
De droom van Sneeuwwitje: tijdloos jong zijn in haar glazen doodskist. 
Virtueel (lat. Virtus: uitnemendheid). 
Uitnemend was eens exceptioneel. 
Nu is het leven uit het leven zelf genomen – om terug te keren als een spook. 
Een specter – een schim. 
Tegelijkertijd.  Kan de schim ook een vorm van verzet zijn? Het unieke verliest zijn aura en zijn macht. Einde Ancien Regime.
Misschien krijgt de revolutie nu pas haar vervulling. 
De eeuwige reproductie van hetzelfde als de guillotine van deze tijd. 
Zelfproductie ook. 
De macht van beelden verstoren met eigen beelden, die eveneens eindeloos zichzelf reproduceren  in het virtuele systeem. 
Het virus. 
Bovendien zijn we ongrijpbaar. We bevinden ons achter de persona van het beeld.  Als een masker dat ons beschermt tegen de indringende macht van algoritme. Guy Fawkes. 
Maar toch.
De versnelling put ons uit. De macht komt niet langer van buiten – we conformeren ons zelf. De ziekte van deze tijd is niet langer het virus. Ze zit in ons. 
ADHD, ADD, FOMO. 
We lijden aan auto immuun ziektes. 
We hebben geen tijd meer om te vertellen wie we zijn. Geen stilte. Geen ruimte. 
In Melancholia geneest de hoofdpersoon van haar depressie door een planeet die aanstonds de aarde vernietigt. 
Hoe meer we de Ander wegdrukken, hoe meer vernietigend deze zal terugkeren. We moeten het dringend hebben over extimiteit.
Kan anders alleen een ramp ons nog redden?