We hadden het over de chaos in de wereld en hoe daarmee om te gaan: oorlogen, destructie van de natuur, ongekende macht en rijkdom van enkelen tegenover de armoe van velen. Plus erosie van gezag, grootschalige migratie, polarisatie, globalisering, enzovoort. Kennelijk zijn wij als mensheid niet in staat een rechtvaardige orde te scheppen en te handhaven. Hoe komt dat toch?
Het grote onderliggende probleem, opperde iemand, is dat we geen maat kennen. Noch in onszelf, als individu, noch als geheel, in de samenleving. Ieder mens eist vrijheden op die ver boven de grenzen van zijn voetafdruk uitgaan – denk aan afval, autorijden, vliegen, eten, bouwen, wonen, kleden. We leven boven onze stand. En daar denken we niet eens over na.
Chaos is ook een bron van vernieuwing
Hij verwees naar de Italiaanse filosoof Giambattista Vico. Die beschreef in de achttiende eeuw al het ‘archetypische tijdloze verhaal’ van hoe gemeenschappen opkomen en ten onder gaan: ‘Mensen ervaren eerst noodzaak, daarna zoeken ze wat nuttig is, vervolgens streven ze naar luxe en gemak, dan naar vermaak en plezier, waarna ze losbandig worden in hun weelde, en uiteindelijk dwaas, zodat ze hun substantie verspillen.’
Wat kunnen we eraan doen? Hoe moet je je verhouden tot de chaos en de mateloosheid in de wereld? Verschillende opties kwamen op tafel. De eerste was verantwoordelijkheid nemen en in actie komen. Kleine, eigen daden stellen tegen de chaos. Zoals Hannah Arendt zegt: alle denken en handelen is politiek. Een heel andere houding was de stoïcijnse. Dan verleg je de aandacht van de externe chaos naar de innerlijke orde. Wat buiten jezelf ligt, heb je niet in je macht, maar je persoonlijke instelling ertegenover wel. Een derde houding was de spirituele. Die richt zich op overgave: niet tegen de stroom in zwemmen, maar meebewegen in het vertrouwen dat er een verborgen orde in de schijnbare wanorde schuilt.
Iemand kwam nog met een vierde houding: de creatieve. Die sprak mij het meeste aan. Daarin beschouw je chaos niet enkel als destructief, maar ook als bron van vernieuwing. Verbeelding en denkkracht kunnen er nieuwe betekenis in scheppen. Zie het werk van Kafka of Camus in de literatuur, van Kandinsky en Pollock in de beeldende kunst, van Schönberg en Ligeti in de muziek – er zijn talloze voorbeelden. Elk van die kunstenaars brengt op zijn eigen manier een nieuwe orde aan in een chaos van botsende ideeën, perspectieven en ervaringen. Niet voor niets zijn zij als visionairs bestempeld: ze wisten de tijdgeest te vangen in een nieuw ideaal, een nieuw levensgevoel.
In feite is dat wat Socrates 2500 jaar geleden ook al deed. Zijn kunst was die van het gesprek, het gezamenlijk zoeken naar de beste ideeën over hoe het in de wereld eigenlijk zou moeten. Is dat niet de meest werkzame manier van omgaan met chaos?
Praten we om iets te zeggen of zeggen we iets om te praten? Hoofdredacteur Coen Simon gaat met Jos Kessels in gesprek over het gesprek in de nieuwe podcast Filosofie is makkelijker als je denkt. Beluister hem op Spotify, Apple Podcasts of op onze website.