‘Eigenlijk ben jij een heel spirituele denker,’ merkte de moderator op na afloop van mijn praatje. Acuut voelde ik me verlegen. Hier in het Westen nemen filosofen vaak uitdrukkelijk afstand van spiritualiteit. Mijn studie filosofie doordrong mij van het belang van feitelijkheid, van de noodzaak tot logisch redeneren, van de schoonheid van slanke verklaringen. Die waarden zijn diep bij mij ingedaald, en daar wil ik voor staan. Tegelijkertijd: de wereld is groot en gaat mijn bevattingsvermogen te boven. Als het spiritueel is om dat besef niet weg te redeneren, maar juist een plek te willen geven in je leven, dan ben ik inderdaad spiritueel.
Juist omdat filosofen in onze contreien niet graag over spiritualiteit praten, vind ik het verfrissend dat de toonaangevende Duitse neurofilosoof Thomas Metzinger er in zijn nog niet vertaalde boek Bewusstseinskultur (2023) zonder enige gêne een lans voor breekt. Hij maakt ook in één beweging duidelijk wat het verschil is tussen spiritualiteit en religiositeit. Spiritualiteit draait om intellectuele redelijkheid, wat voor Metzinger zoveel wil zeggen als: weigeren om jezelf voor te liegen, ook als dat ten koste gaat van je geestelijke comfort. En – u raadt het al – religiositeit is juist gericht op geestelijk comfort. Zelfs als de prijs van dat comfort een ‘waansysteem’ is.
Even tussendoor… Meer columns lezen van de Denker des Vaderlands? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Dat klinkt heel streng en veroordelend richting religie, maar wie Metzingers De egotunnel gelezen heeft, weet dat hij ons ziet als wezens die onvermijdelijk leven in een soort waan. Onze hersenen simuleren een (beperkt) beeld van de wereld dat wij voor ‘echt’ houden. Of dat beeld realistisch is doet er niet zoveel toe. Als het ons maar helpt om ons staande te houden in de realiteit. Religie is volgens Metzinger een evolutionair gunstige geestelijke ‘ziekte’, die maakt dat je niet zo aan je sterfelijkheid hoeft te lijden.
Religie is gericht op welbevinden; spiritualiteit is gericht op de realiteit, op radicaal onderzoeken van dat wat is. Grappig genoeg zijn wetenschap en filosofie bij Metzinger dus (ietwat cerebrale) vormen van spiritualiteit.
Het toelaten van de realiteit is cruciaal om de ‘langzame catastrofe’ van klimaatverandering zo humaan mogelijk te begeleiden, stelt Metzinger. En bij dat project zit religie in de weg. Het religieuze ‘waansysteem’ beperkt namelijk ons aanpassingsvermogen en maakt geestelijk en politiek traag. Dáár hebben we nu simpelweg geen tijd voor. Klimaatverandering vraagt om spiritualiteit!
Oké, laat mij dan maar een spirituele denker zijn.
Marjan Slob is filosoof en Denker des Vaderlands.