Als zijn kinderen vroeger bang waren om naar een verjaardag te gaan waar ze niemand kenden, probeerde de Franse filosoof en schrijver Charles Pépin (49) vooral niet te doen alsof alles wel goed zou komen. ‘Het kind heeft gelijk. Misschien wordt het verschrikkelijk. Dus zeg dan ook tegen je kind: misschien wordt het de hel. Misschien ben je helemaal alleen, vindt niemand je leuk en loop je rood aan van schaamte. En nu? Blijf je voor eeuwig alleen in je kamer vanwege deze kleine mogelijkheid?’
Alledaagse voorbeelden die filosofische analyses kracht bijzetten zijn kenmerkend voor Pépin, die met zijn maandelijkse Lieve Lita-rubriek in de Franse Philosophie Magazine persoonlijke problemen voorziet van filosofisch advies.
In zijn nieuwe boek De ontmoeting is dat niet anders. Met veel verwijzingen naar kunstenaars, films en Franse chansons zet Pépin uiteen waarom de ontmoeting een wezenlijk aspect van het menselijk bestaan is. Zoals hij zijn eigen kinderen aanspoorde om naar verjaardagsfeestjes te gaan, zo spoort hij de lezer aan om open te staan voor het onbekende.
Kijken met vier ogen
In de lobby van een Amsterdams hotel vertelt Charles Pépin bevlogen over de existentiële kracht van de ontmoeting. ‘Het bestaan draait erom de ander te ontmoeten. Via de confrontatie met de ander leer ik mezelf kennen. Ik moet namelijk eerst ontmoeten wat ik niet ben, om te weten wat ik wél ben.’
Het kind dat niet naar het verjaardagsfeestje gaat, loopt dus de kans mis zichzelf te worden. ‘Mensen zijn niet zoals dit glas hier in mijn hand’, zegt Pépin. ‘Dit glas is wat het is. Maar wij zijn niet wat we zijn. Wij zijn onaf en we vormen onszelf via relaties met anderen.’
Pépin heeft het niet over ontmoetingen zoals we die elke dag meemaken: de buurman waar we gedag tegen zeggen of die ene collega waar we beleefd een gesprekje mee uitwisselen bij de koffieautomaat. Wanneer spreken we dan wel van een echte ontmoeting? Pépin: ‘Als ik na de ontmoeting veranderd ben. Door een echte ontmoeting verander ik en word ik meer mezelf.’
Leg uit.
‘Het zou kunnen dat ik, voordat ik jou ontmoette, geen kinderen wilde. Omdat ik geen ouder wil zijn, omdat het slecht is voor de planeet, omdat ik mijn leven leuk vind zoals het nu is. Maar ik ontmoet jou, en opeens wil ik kinderen. Wat betekent dat? Het betekent dat mijn verlangen niet meer het enige verlangen is dat ertoe doet. Sterker nog: door iemand te ontmoeten die anders is dan ik, ontdek ik nieuwe verlangens in mezelf. Zo ontmoet ik een nieuw deel van mezelf.’
Dus een ontmoeting is geen kort moment maar een lang proces? Meestal willen we niet direct kinderen met iemand die we net leren kennen. ‘Het ligt eraan. Er zijn twee mogelijkheden: in het eerste geval is het inderdaad een langer proces. De Franse filosoof François Jullien noemt dat stille transformaties: wanneer je richting de zee loopt, hoor je het geluid van de golven nog niet. Maar op een zeker moment hoor je het geruis, het klotsen van het water, de golven die tegen de kade slaan. Het lijkt alsof je de golven plotseling hoort, maar om tot dit punt te komen zijn er allemaal kleine percepties geweest die zich opgebouwd hebben. De stille transformaties werken hetzelfde. Je voelt het niet, maar op een zeker moment realiseer je dat je veranderd bent.
De tweede soort ontmoeting is een openbaring. Een brute ervaring waarbij je plotseling beseft: ik ben niet meer dezelfde persoon.’
Gaat het hier alleen om de liefde?
‘Nee, dit kunnen ook vriendschappelijke of zakelijke ontmoetingen zijn. Zelfs boeken, schilderijen, dieren of de natuur kunnen we ontmoeten.’
Toch speelt de liefde een centrale rol in uw boek.
‘Het wonder van de liefde is de ervaring van differentie, van andersheid. De liefde is zo belangrijk voor mij omdat deze ons uitnodigt de wereld door andere ogen te ervaren.
Als ik verliefd word, hoor ik muziek met vier oren in plaats van twee, ik zie films met twee paar ogen in plaats van een. Mijn verhouding tot de wereld breekt open. De filosoof Alain Badiou zegt: “Liefde is altijd de mogelijkheid om bij de geboorte van de wereld te zijn.” Ik neem de geboorte van de wereld waar zodra ik een ander perspectief aangereikt krijg.
Maar er is wel een cruciaal punt. Ik ervaar de wereld door jouw ogen, maar ik houd ook mijn eigen perspectief. Ik verdwijn niet. Dat is de ervaring van differentie. Dat is de liefde.’
Wat als die ander je geen nieuw perspectief op de wereld laat zien? Is het dan geen liefde?
‘Misschien niet nee. Misschien is dat geen echte liefde, maar een associatie. Soms kun je tien jaar met iemand samenleven zonder hem of haar echt te ontmoeten. Je kan een leuke tijd hebben samen, kinderen krijgen, een goed leven leiden, maar het is geen liefde.’
Pépin ziet de liefde als een zoektocht naar het verschil met de ander. Deze visie staat lijnrecht tegenover het romantische ideaal van samensmelten. ‘Ik kan het niet uitstaan als ik koppels dingen hoor zeggen als “wij vinden de vakantie in India leuk, wij houden van sushi, wij vonden deze film leuk, wij, wij, wij”. Dat is de ontbinding van differentie. De schoonheid van de liefde is dat we anders zijn en dat we samen een gedeelde wereld creëren.’
Is het echt zo erg als twee mensen zichzelf zien als een paar in plaats van als twee individuen?
‘Misschien is het niet erg als je één wordt, zolang dat ene niet een monster is dat de verschillen verslindt. Er is een cruciale reden om de verschillen te bewaren. Zodra jij hetzelfde bent als ik, verander ik niet meer. Dan is het niet meer interessant.’
Moeten we niet ook iets herkennen in de ander om samen te kunnen leven? Te veel verschil schept afstand. Kijk naar de multiculturele samenleving waarin verschillende perspectieven vaak botsen.
‘Ja, natuurlijk. Het is mogelijk om een gedeelde wereld te creëren met mensen die heel anders zijn dan jij. De oplossing zit in een andere verhouding met onze identiteit.’
Zachte identiteit
Net als in de liefde, stelt Pépin, proberen we in een democratie een gedeelde wereld te creëren; een eenheid waarin je elkaars verschillen bewaart, maar wel openstaat voor verandering. Een al te strikte visie op wie je bent kan deze verandering in de weg zitten. Pépin houdt daarom een vurig pleidooi voor wat hij een ‘zachte identiteit’ noemt. ‘Zeg niet: ik ben wat ik ben, punt. Zeg niet: ik ben Frans, ik ben moslim, ik ben lesbisch, ik ben heteroseksueel, en ik ben trots op deze identiteit. Want als iedereen zijn identiteit als iets onveranderlijks ziet, is er geen ontmoeting mogelijk.’
Sommige van die groepen die u noemt zeggen trots te zijn op hun identiteit omdat ze anders geen maatschappelijke ruimte krijgen om hun perspectief op de wereld te delen. Dat zijn vaak minderheden die minder kansen hebben dan witte, heteroseksuele mannen om bij te dragen aan het publieke debat of boeken te publiceren.
‘Daar heb ik alle begrip voor, maar we lossen er dit politieke probleem niet mee op. Je hoeft je identiteit niet te vergeten, maar je moet beseffen dat je identiteit ook heel anders had kunnen zijn. Waar ik geboren ben of welke ouders ik had: het had allemaal heel anders kunnen lopen. Dus waarom zou ik trots zijn op mijn identiteit? Ik heb hem niet zelf gekozen. Ik moet trots zijn op wat ik heb gecreëerd in mijn leven. Dus laten we trots zijn op de gedeelde wereld die we samen hebben ontworpen.’
Pépin valt even stil, en vervolgt dan: ‘Een democratie is een systeem waarin we de ander proberen te ontmoeten. Helaas weten we allemaal dat dit project gefaald heeft.’
Waarom?
‘Ons democratische systeem heeft gefaald om open te staan voor het onbekende. Bestaan ligt denk ik in me thuis voelen in het contact met dat wat ik niet ben. Sommige mensen zeggen dat je alleen thuis bent in je eigen land, in je eigen cultuur, met mensen die precies zo zijn als jij. Maar misschien ben je pas echt thuis wanneer je de vreemdeling thuis uitnodigt en wanneer jij je thuisvoelt in het onbekende.
Wanneer ik het risico neem om uit mezelf te treden – uit mijn gewoontes, uit mijn cultuur en uit mijn manier van denken – ben ik pas echt mezelf. Bestaan is je thuis voelen wanneer je buiten jezelf treedt, en voelt dat dat wat buiten je zit ook in je zit.
Dit is een beweging, een manier van leven, dit is politiek, dit is de liefde.’
Bent u zelf wel eens veranderd door een ontmoeting?
‘Voordat ik mijn huidige vriendin ontmoette dacht ik dat multipliciteit me gelukkig zou maken. Niet één relatie, maar mijn eigen diversiteit ontdekken aan de hand van een veelheid aan mensen. Nu heb ik liever één persoon met al haar verschillende dimensies, in plaats van veel mensen wiens leven ik kort kruis.’
Kunnen we dezelfde persoon ook opnieuw ontmoeten?
‘Een van mijn beste vrienden zei na een jaar thuiswerken dat zijn vrouw een heel interessante baan had. Goed nieuws, zei ik, wist je dat voorheen nog niet? Zijn antwoord was dat hij er eerder niet zo in geïnteresseerd was geweest. Door de pandemie leerde hij zijn vrouw op een nieuwe manier kennen.’
Dit is een voorbeeld van de herontmoeting: la rerencontre. Romantiek is niet alleen de passie van het begin, maar ook de herontdekking van dezelfde persoon. Want een leven is niet lang genoeg om iemand te leren kennen.’