De woorden van Johan Huizinga in zijn boek uit 1926, Amerika levend en denkend, hebben een nieuwe actualiteit gekregen: ‘Europese vrouwen, in Amerika woonachtig, verzekeren u: ik zou hier geen dochter willen grootbrengen’. Huizinga duidde vooral op de gevaarlijk vrije omgang tussen jongens en meisjes, maar minstens zo gevaarlijk voor de dochters van nu is de Amerikaanse eetcultuur. Volgens recent onderzoek is vijftien procent van de kinderen daar te dik, drie maal zoveel als twintig jaar geleden.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Het viel te verwachten dat dikke Amerikanen eens een rechtszaak zouden aanspannen tegen McDonald’s. In november vorig jaar was het zo ver: twee tienermeisjes uit New York stapten naar de rechtbank omdat ze de fastfoodketen verantwoordelijk hielden voor hun overgewicht; het bedrijf had hen immers niet gewaarschuwd dat het dagelijkse Happy Meal niet goed voor de gezondheid was? In de Nederlandse media werd spottend gereageerd op deze zaak, in het algemeen beschouwd als het zoveelste voorbeeld van de Amerikaanse claimcultuur, waarbij de consument de schuld voor het eigen gedrag van zich afschuift. De Amerikaanse rechter oordeelde dat de verantwoordelijkheid van McDonald’s in onvoldoende mate bewezen was, en de hele Amerikaanse voedselindustrie haalde opgelucht adem.
De zaak van de dikke meisjes is echter sterker dan die op het eerste gezicht lijkt. Enkele rechtsgeleerden verwachten dat de fastfoodindustrie in de Verenigde Staten de komende jaren nog veel vaker zal worden aangeklaagd door consumenten, en op een zeker moment wel met succes. Dat is niet louter wishful thinking: in een aantal recente Amerikaanse studies wordt de voedselindustrie op overtuigende wijze als de grote boosdoener aangewezen; grote bedrijven als McDonald’s hebben er alle belang bij dat de klanten steeds meer eten, anders wordt er geen winst gemaakt. Greg Critser wijst er in Fat Land op, dat niet toevallig vooral de onderlaag van de samenleving aan overgewicht lijdt. De fastfoodketens met hun supervoordelige aanbiedingen zijn sterk vertegenwoordigd in arme wijken; lager opgeleide volwassenen en jonge kinderen vormen het voornaamste doelwit van de marketingstrategieën. Is je overgewicht helemaal je eigen schuld als je wordt wijsgemaakt dat snacken bij het goede leven hoort?
Een van de eerste filosofen die een beschouwing wijdde aan de Amerikaanse zwaarlijvigheid was Jean Baudrillard. Hij houdt het in De fatale strategieën (1983) wat de sociaal-maatschappelijke aspecten betreft helaas nogal vaag; zo schrijft hij bijvoorbeeld dat zwaarlijvigheid de vertolking is ‘van de hyperdimensie van een tegelijk verzadigde en lege socialiteit’. Dikheid ziet Baudrillard verder vooral als een ‘verdwijningswijze van het lichaam’. Het lichaam heeft geen grenzen meer, er is alleen sprake van een ‘tomeloze overtolligheid’, waarbij ook de eigen seksualiteit verzwolgen is. ‘Het zijn eigenlijk geen lichamen meer, maar modellen van een bepaald soort kankerachtige anorganiciteit die ons tegenwoordig overal te wachten staat.’ Bij Baudrillard is de dikkerd zonder schuld, maar helaas heeft hij al zijn menselijkheid verloren.
Amerika levend en denkend, door Johan Huizinga, uitg. Tjeenk Willink, Haarlem 1926, 189 blz.
Fat Land. How Americans became the fattest people in the world, door Greg Critser, uitg. Houghton Mifflin, 234 blz., € 32,-
De fatale strategieën, door Jean Baudrillard,. Vert. M. Nio en K. Vollemans, Duizend & Een, Amsterdam 1985, 294 blz.