‘Als je met enige wetenschappelijke geloofwaardigheid claimt dat je het bewustzijn kunt verklaren, haal je geheid het wereldnieuws. Daarin slaagden ook deze onderzoekers. En ik moet zeggen dat ik hun artikel met interesse gelezen heb. Het vat het filosofische debat correct samen en het bevat een originele gedachtekronkel.
De onderzoekers stellen dat ze the hard problem of consciousness – het moeilijke probleem van bewustzijn – hebben opgelost. Filosoof David Chalmers onderscheidde het “makkelijke” en het “moeilijke” probleem van bewustzijn. Het makkelijke probleem omvat aspecten die we behoorlijk goed kunnen verklaren in termen van informatieverwerking. Als ik een rood verkeerslicht zie, vallen er specifieke lichtfrequenties op mijn netvlies en verwerkt mijn brein dit vliegensvlug, waardoor ik weet: stoppen!
Maar hoeveel de wetenschap ook kan verklaren in termen van stroompjes en neuronen, het blijft een feit dat die verklaring niet samenvalt met jouw ervaring. Dit laatste – het gapende gat tussen functionaliteit en ervaring – is het moeilijke probleem.’
Einstein
‘De onderzoekers dichten dit gat met Einsteins relativiteitstheorie. Daarin kun je hetzelfde fenomeen beschrijven vanuit een ander referentiekader en dan lijkt het iets heel anders te zijn. Denk aan een rijdende trein. Voor wie de trein voorbij ziet razen, rijdt deze 150 kilometer per uur. Maar voor degene die in de trein zit, staat-ie stil en beweegt het landschap. Dus het is mogelijk om hetzelfde bewegende object op een radicaal andere manier te beschrijven, afhankelijk van je referentiekader. Dit idee is in de natuurkunde succesvol.
De onderzoekers stellen dat we dit bij bewustzijn ook kunnen toepassen. Het subject dat een stoplicht ervaart en de neurowetenschapper die iets ziet gebeuren in de hersenen zien hetzelfde fenomeen – alleen het perspectief verschilt. Probleem opgelost!
Even tussendoor… Meer lezen over bewustzijn? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Leuk bedacht, maar zo simpel is het niet. Bij de trein is het verschil in waarneming nog altijd uit te drukken in dezelfde parameters: snelheid, ruimte. Maar jouw subjectieve ervaring van rood tegenover stroompjes en neuronen omvat totaal andere grootheden, die niet eens in dezelfde taal te vangen zijn.
In de relativiteitstheorie kunnen we onbeperkt perspectieven op die rijdende trein loslaten. Bijvoorbeeld ook dat van een brommerrijder die de trein tegemoet rijdt. Maar toegepast op bewustzijn is dat niet zo: de neurowetenschappers zien allemaal hetzelfde, maar ik – als subject – ervaar iets wat zij niet zien. Het zijn slechts twee perspectieven, die nog altijd onverenigbaar zijn. Er is geen sprake van een gedeelde ruimte, zoals in de relativiteitstheorie. Het subject van degene die rood ervaart en het subject van de neurowetenschapper staan tegenover elkaar.
We moeten vooral verder blijven zoeken, maar deze vergelijking zal ons daarbij niet helpen. Ik raad filosofen aan om zich te verdiepen in de wetenschappelijke ontdekkingen die worden gedaan op het gebied van het “makkelijke probleem”. Dat brengt ons dichter bij een verklaring van het bewustzijn. Maar dat gaat alleen stapje voor stapje, en niet met een knal, zoals hier voor de zoveelste keer geclaimd is.’
Bron feit
N. Lahav en Z.A. Neemeh, ‘A Relativistic Theory of Consciousness’. Frontiers Psychology, online gepubliceerd op 12 mei 2022.