Bron feit
Gawlik, K. en B.M. Melnyk. ‘The power of positive parenting. Evidence to help parents and their children thrive’. Ohio State University College of Nursing, online gepubliceerd op 8 mei 2024.
Stefan Ramaekers, hoogleraar pedagogische wetenschappen aan de KU Leuven: ‘Dit onderzoek naar opvoeden gaat strikt genomen niet over opvoeden. Parenting is het woord dat in deze Amerikaanse studie centraal staat, maar we hebben daar in het Nederlands geen goed equivalent voor. De letterlijke vertaling is “ouderen”, want to parent gaat over het gedrag van ouders. Je ziet dat terug in het onderzoek. Het eerste deel van het rapport gaat over onderzoeksresultaten, maar het tweede deel bestaat uit hulpmiddelen voor ouders: informatie over ontwikkelingsstoornissen en checklists om te kijken of er iets met je kind aan de hand is. De onderzoekers zijn bezorgd over het perfectionisme van ouders, maar op deze manier dreigen ze ouders alleen maar ongeruster te maken. Want als je zo’n checklist bekijkt, bijvoorbeeld over angst, denk je natuurlijk: oei, mijn kind vertoont deze en deze gedragingen, wat zit daarachter?
Opvoeden betekent in dit onderzoek waakzaam zijn voor alles wat kan misgaan met de ontwikkeling van je kind. Daarmee is het een uitstekend voorbeeld van hoe we tegenwoordig naar opvoeden zijn gaan kijken. Opvoeden draait steeds om ontwikkeling stimuleren en mentale gezondheid bevorderen. Daar is op zich niets mis mee natuurlijk. Als vader heb ik ook geprobeerd ervoor te zorgen dat mijn kinderen zich konden ontwikkelen en zich goed in hun vel voelden. Maar daarnaast ging het mij in het opvoeden over dingen die ik waardevol of belangrijk vond. Je kiest een school voor je kind, je moedigt bepaalde hobby’s aan, je bepaalt wat ze wel en niet mogen kijken. Opvoeden is niet in de eerste plaats gedrag reguleren, maar een wereld openen.’
Nieuwkomers
‘Voor kinderen is de wereld altijd oud, zegt Hannah Arendt. Kinderen zijn nieuwkomers. Ze zijn er plots en ze moeten een plaats krijgen in de samenleving. Als ouder ben je dus een vertegenwoordiger van die samenleving; je heet je kinderen welkom in de wereld.
De Amerikaanse filosoof Stanley Cavell noemt als voorbeeld het spreken van ouders tot hun kinderen. Spreken tot je kind, zegt Cavell, gaat niet zozeer over taalvaardigheid aanleren, maar over de wereld ontsluiten. Als ik tegen mijn kind zeg: “bal”, dan vraag ik het om dat woord te gebruiken en dus om dat ding te identificeren zoals wij het in onze samenleving doen. Ik vraag mijn kind zich te verbinden aan een talige gemeenschap. “Bal” is een banaal voorbeeld, maar hetzelfde gaat op voor “vreemd”, “pijn”, “liefde” en “angst”. Opvoeden gaat over vragen zoals: welke betekenissen wil ik overdragen? Welke normen en waarden wil ik vertegenwoordigen? Voor welke wereld sta ik?
Dat betekent niet dat je kinderen alles zullen overnemen. Mijn ouders hebben mij katholiek grootgebracht; dat was de wereld waar zij voor stonden. Maar ik heb op een bepaald moment in mijn leven gezegd: dat is niets voor mij. Als kind hoef je de wereld die aan je gepresenteerd wordt niet voort te zetten. Je kunt een andere weg bewandelen.’