Alain de Botton is gastconservator van het Rijksmuseum. Workaholics horen van hem hoe zij tot rust kunnen komen bij een kerkinterieur van Saenredam; roemzoekers krijgen de suggestie om naar Het straatje van Vermeer te kijken.
Belsize Park, Noordwest-Londen. Tussen de baksteenrode huizen van een rustige woonwijk valt het oog onmiddellijk op twee afwijkende panden: een vierkante woning met enorme ramen en het naastgelegen werkverblijf met een helblauwe gevel. ‘De andere huizen in deze buurt zijn timide, angstig’, zegt Alain de Botton terwijl hij ons voorgaat naar de achterkamer van het blauwe pand. ‘Ze tonen het gezicht van Engeland dat achteruitkijkt, bang is voor de moderne wereld. Alles aan Engeland wat ik verafschuw.’
Met een kleine delegatie van het Rijksmuseum en Filosofie Magazine bezoeken wij De Botton, om hem te spreken over zijn aanstaande gastconservatorschap van het Rijksmuseum. Tot en met september loopt daar de tentoonstelling Art is Therapy, die de Zwitsers-Engelse denker samen met filosoof en kunsthistoricus John Armstrong heeft opgezet. Ruim honderdvijftig werken uit de museumcollectie hebben zij van nieuwe bijschriften voorzien. Hun doel: de kunst benaderen met een therapeutische blik. Zo lezen workaholics hoe ze tot rust kunnen komen bij de aanblik van een kerkinterieur van Saenredam, en krijgen roemzoekers de suggestie om naar Het straatje van Vermeer te kijken en meer waardering op te brengen voor de pracht van het gewone leven.
Dat betekent niet dat de originele bijschriften – doorgaans feitelijke beschrijvingen van het jaar van vervaardiging en de techniek van de schilder – de prullenmand in gaan; een technische of historische lezing van kunst kan heel goed naast de therapeutische lezing bestaan. In de huidige opzet van musea wordt de therapeutische waarde van kunst echter systematisch miskend, stelt De Botton. ‘Hedendaagse musea profileren zich als kantoren, instellingen voor de studie van kunst. Ik wil laten zien dat kunst er in de eerste plaats is voor het publiek, voor het persoonlijke leven. Het Rijksmuseum is niet gebouwd als bewaarplaats van “kunst omwille van de kunst”, maar als tempel van de natie en de ziel.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees