De eerste wereldkampioen schaken die van een computer verloor, begon zijn nederlaag na verloop van tijd als een overwinning te beschouwen. De Russische grootmeester Garri Kasparov, die het in 1997 aflegde tegen schaakcomputer Deep Blue, zag zijn verlies als een enorm succes van het menselijke vernuft: de mens heeft onverslaanbare schakers weten te maken.
Volgens wetenschapsjournalist Bennie Mols is het optimisme van Kasparov terecht. ‘We realiseren ons te weinig welke vooruitgang we de afgelopen eeuwen hebben geboekt. In 1800 leefde 85 procent van de wereldbevolking in extreme armoede, en nu nog maar 9 procent. Die vooruitgang hebben we mede te danken aan technologie die ons langer en gezonder doet leven. Ik zie kunstmatige intelligentie als de volgende grote technologische revolutie.’
In zijn nieuwe boek Slim, slimmer, slimst. Hoe kunstmatige intelligentie de mens een turboboost geeft onderzoekt Mols de relatie tussen menselijke intelligentie en artificiële intelligentie (AI). ‘Voor mij begint het bij verbazing over het feit dat machines allerlei taken kunnen uitvoeren waarvan we altijd dachten dat alleen mensen ze konden, zoals schaken, autorijden en teksten schrijven. Tegelijk blijft de mens de ontwerper, bouwer en gebruiker van AI. Dat betekent dat we over allerlei nieuwe vragen moeten nadenken: wat kan AI beter dan de mens en wat kan de mens beter dan AI? Hoe kunnen AI en de mens het best samenwerken? En wat betekent deze ontwikkeling voor ons idee van intelligentie?’
Wat is AI precies? Wanneer telt iets als kunstmatige intelligentie?
‘Mijn voorkeur gaat uit naar de definitie van Marvin Minsky, een van de pioniers in het vakgebied. Er is volgens hem sprake van kunstmatige intelligentie als machines dingen doen die intelligentie vereisen wanneer mensen ze zouden doen. Mensen kunnen objecten herkennen, schrijven en schaken, dus als een machine dat ook kan is dat een vorm van intelligentie. Als je het zo bekijkt, zijn er allerlei alledaagse vormen van kunstmatige intelligentie die we niet meer als zodanig herkennen. AI filtert de spam uit onze e-mails, ondertitelt automatisch onze video’s, zet onze spraak om in tekst en beveelt nieuwe boeken en films aan op basis van onze eerdere keuzes.’
Is het ook gevaarlijk dat AI met ons dagelijkse leven verweven is?
‘Er bestaan legitieme zorgen over kunstmatige intelligentie. AI kan gebruikt worden voor het verspreiden van desinformatie, AI kan discrimineren, AI kan banen bedreigen, de bedrijven achter AI-systemen zoals Google of OpenAI kunnen te machtig worden. Dat zijn reële risico’s die we moeten aanpakken en dat gebeurt ook al. Zo komt er in de Europese Unie een AI-wet waarin bepaalde toepassingen volledig worden verboden, zoals gezichtsherkenning in de openbare ruimte. Andere dingen worden streng gereguleerd en weer andere zaken zoals machinaal vertalen krijgen geen restricties.
Maar we moeten ons niet zo druk maken over wat ook wel de “existentiële risico’s” van AI worden genoemd. Sommige mensen zijn bang dat AI de mens binnenkort op alle fronten overvleugelt. AI zou de wereld kunnen overnemen en de mens vernietigen. Dat scenario is niet onmogelijk, maar wel extreem onwaarschijnlijk. Je moet er een heleboel aannames voor doen. Zo is er geen reden om aan te nemen dat grote intelligentie automatisch leidt tot de wens om de macht over te nemen. Slim zijn is iets anders dan iets willen. Bovendien duurt het nog wel even voor AI de mens in alle vormen van intelligentie de baas is.’
In welke opzichten is AI nog niet zo slim?
‘Een van de dingen die alle AI-systemen op dit moment nog missen is gezond verstand. Al jong leren kinderen spelenderwijs dat een glas water breekt als het op de grond valt en dat het water dan de vloer op loopt. Niemand heeft ze dat expliciet verteld. Dit soort alledaagse kennis over de wereld heeft AI niet. AI heeft ook grote moeite met generaliseren: wat je in één situatie hebt geleerd in een andere situatie toepassen.
Even tussendoor… Meer lezen over de intelligentie van AI? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Bovendien: ook als AI dingen beter kan dan mensen, dan betekent dat niet dat we die taken altijd uit handen moeten geven. Mijn moeder is dementerende en ik heb nagedacht of ik haar kon helpen met een of andere AI-toepassing die haar bijvoorbeeld eraan herinnert om op tijd een pilletje te nemen. Maar ik kwam tot de conclusie dat ze dat niet wil; ze wil dat ik er voor haar ben en geruststellende woorden spreek. De relatie tussen moeder en zoon kan niet door AI worden vervangen. Dus bel ik haar elke ochtend om haar te helpen herinneren aan die pilletjes en dan hoor ik direct aan haar stem hoe het met haar gaat.’
We moeten dus niet alles overlaten aan kunstmatige intelligentie?
‘Ik wil in een menselijke wereld leven, waarin we sommige van onze problemen oplossen met AI. Ik zie AI als een vorm van menselijke creativiteit en intelligentie, als een instrument waarvan wij moeten bepalen hoe we het gebruiken. En juist als instrument geeft kunstmatige intelligentie de beste resultaten. Er is veel onderzoek gedaan naar het gebruik van AI in de radiologie. Daaruit blijkt dat radiologen die AI gebruiken veel beter zijn in het opsporen van ziektes dan radiologen zonder AI, of AI alleen.
Hetzelfde geldt voor autorijden en vertalen. De combinatie van AI-systemen in de auto zoals cruise control en automatisch parkeren in combinatie met een menselijke bestuurder zorgt voor veel minder ongelukken dan een volledig zelfrijdende auto of alleen een menselijke bestuurder. Vertaalprogramma’s zoals Google Translate werken het best als een mens de tekst nog eens naloopt. Die samenwerking scheelt de menselijke vertaler uren werk en vermijdt tegelijk de fouten die toch ook nog steeds in een automatische vertaling zitten.’
Hoe zorgen we ervoor dat de samenwerking tussen mens en AI zo goed mogelijk werkt?
‘Het begint ermee dat je bij het ontwerp al nadenkt over de eindgebruiker. Wie gaan er aan het werk met deze kunstmatige intelligentie? Hoe gaat dit systeem functioneren in de maatschappij? Als daar niet goed over nagedacht wordt, krijg je gevallen zoals in San Francisco. Daar lieten ze robotkarretjes pizza’s bezorgen, maar die karretjes blokkeerden overal op het trottoir de weg van normale voetgangers. Een ander voorbeeld is de anti-spieksoftware bij online tentamens die werd geïntroduceerd tijdens de coronapandemie. Een student van de Vrije Universiteit met een donkere huidskleur werd door het systeem niet herkend, waarschijnlijk omdat in de database waar de software mee getraind was niet genoeg mensen met verschillende huidskleuren zaten.
Er zijn drie ethische principes waar AI aan moet voldoen: transparantie, verantwoordelijkheid en rekenschap. Je moet kunnen doorgronden waarom een AI-systeem doet wat het doet. Als AI bijvoorbeeld een medische aanbeveling geeft, moet je terug kunnen vinden op welke informatie die aanbeveling gebaseerd is en hoe zeker het systeem ervan is. Verder moeten mensen verantwoordelijk blijven voor het functioneren van de systemen die ze gebouwd hebben. En die mensen moeten ook kunnen uitleggen hoe het systeem in elkaar zit, met welke data ze het getraind hebben en welke waarden ze erin gelegd hebben.’
Als kunstmatige intelligentie steeds meer taken van mensen kan overnemen, wat zegt dat dan over ons?
‘Ik denk dat die ontwikkeling tot bescheidenheid noopt. Ik zie AI als de volgende stap in de reeks grote wetenschappelijke revoluties die ons mensbeeld hebben veranderd. Copernicus toonde aan dat de aarde niet het centrum van het universum is. Darwin liet zien dat mens en dier een gemeenschappelijke voorouder hebben, dus dat de mens geen unieke positie heeft in de levende wereld. De neurowetenschap en Freud hebben aangetoond dat we geen baas zijn over ons eigen brein. En kunstmatige intelligentie laat zien dat intelligentie niet voorbehouden is aan mensen of dieren, maar ook in machines kan zitten. Ik vind dat een troostende gedachte: we kunnen ons brein, met alle makken die het heeft, corrigeren met slimme machines die we zelf hebben gemaakt.’
Slim, slimmer, slimst. Hoe kunstmatige intelligentie de mens een turboboost geeft
Bennie Mols
Veen Media
100 blz.
€ 12,50