Home Weekendlijstje: Denkers over de dood

Weekendlijstje: Denkers over de dood

28 september 2017

‘Wat heb je aan filosofie als je weet dat je bijna doodgaat?’, vragen filosofen Erno Eskens en André de Vries zich af in het pas verschenen boek Amor Fati.  Volgens Socrates is filosoferen jezelf voorbereiden op de dood. Lees in ons weekendlijstje over hoe andere grote filosofen over de dood denken:

1.Socrates: de ‘horzel van Athene’
Socrates  (469 v.Chr. – 399 v.Chr.)  – de horzel van Athene – had de gewoonte doortastend door te vragen, zodat zijn gesprekspartners niet meer wisten wat te denken. Om die reden veroordeelde de rechtbank van Athene Socrates tot het drinken van de gifbeker – wegens het ‘bederven van de jeugd’. In gelatenheid accepteerde hij deze veroordeling. Voor hem was het enkel een bevrijding van het leven, en een stap dichter bij de eeuwige waarheid. Door de filosofie kan je jezelf voorbereiden op de dood, volgens Socrates, en filosoferen had hij al genoeg gedaan.

2. Epicurus: Als de dood er is, zijn wij er niet
Epicurus (341 v.Chr. – 271 v.Chr.) – de filosoof van het genot – stelt dat er niets aan de dood te vrezen is, want ‘als wij er zijn, is de dood niet, en als de dood er is, zijn wij er niet’. Volgens Epicurus bestaan er geen godheden en is er ook geen leven na de dood: er zijn enkel atomen en lege ruimte. Verder is er na de dood slechts een volledig niets, en omdat de mens in dit volledige niets geen pijn kan ervaren, is de dood niet iets slechts voor de mens.

3. Zhuangzi: de dood is een transformatie
Ook taoïstisch filosoof Zhuangzi (370 v.Chr. – 287 v.Chr.) vroeg zich af waarom mensen zo zwaar tillen aan de dood. Voor hem is de dood slechts een onderdeel van onze levenscyclus  – net zoals de kindertijd, puberteit en de vroege volwassenheid. We staan positief tegenover alle transformerende levensstadia, waarom dan niet tegen de dood?

4. Thomas Nagel: De dood is wel degelijk een verlies
De hedendaagse Amerikaanse filosoof Thomas Nagel (1937) keert zich tegen de gelaten doodsopvatting van Epicurus. Ook al is de dood niet slecht op zichzelf: de dood berooft ons alsnog van het leven.  Dat is dan ook de reden waarom de mens de dood vreest. Door de dood zullen we dingen mislopen. Maar aan de andere kant: al die dingen vóór onze geboorte hebben we ook al niet meegemaakt, dus wat valt er eigenlijk te vrezen, vraagt Nagel zich af.

5. Georg Friedrich Hegel: De dood als vervolmaking
De filosofie van Georg Friedrich Hegel (1770-1831) gaat feitelijk over een vervolmakingsproces: hoe kom je als sterfelijk wezen met beperkt zicht tot de allesomvattende kennis van de Wereldgeest? In de Fenomenologie van de Geest schrijft Hegel dat dit onder andere gebeurt door ons herhaaldelijk treffen met de dood. De dood doet ons beseffen dat al het individuele uiteindelijk verdwijnt en dat alleen grotere dingen zoals de natiestaat de tand des tijds zullen doorstaan. De dood is voor Hegel dus een katalysator in het vervolmakingsproces, omdat we ons minder met nutteloze persoonlijke zaken bezighouden, en meer met belangrijke, algemene zaken.

6. Martin Heidegger:  Memento Mori
De Duitse fenomenoloog Martin Heidegger (1889-1976) kent aan de dood een bijzondere status toe. We zijn eindige wezens, wat dus inhoudt dat er ooit een einde aan ons bestaan komt. En dit einde kan op elk willekeurig moment aanbreken. De mens is zich hier ook terdege van bewust, volgens Heidegger, maar doet zijn uiterste best dit te vergeten. De mens wordt gedreven door zijn angst voor de dood.  Alleen diegenen die hun sterfelijkheid aanvaarden, kunnen op authentieke wijze leven, zoals Heidegger betoogt in Sein und Zeit.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.