‘Een zakboek ethiek voor ambtenaren’ – hebben ze dat nodig dan? De vraag stellen is hem beantwoorden. Dat de bestuurscultuur bij de overheid ingrijpend anders moet, werd duidelijk toen het toeslagenschandaal eind 2020 in volle omvang naar buiten kwam. Gezinnen waren uiteengedreven, faillissementen veroorzaakt, scheidingen, zelfs suïcides. Een van de pijnlijkste conclusies was dat de fraudejacht halsstarrig was voortgezet, ook toen al duidelijk was dat er fouten werden gemaakt die desastreuze gevolgen hadden.
Het overheidsprogramma ‘Dialoog en ethiek’ was deel van het antwoord. Het was erop gericht een ‘veilige gesprekscultuur te creëren waarin ambtenaren ethische kwesties en morele spanningen kunnen bespreken’, om de overheid ‘moreel sterker te maken’. En dat was op veel meer plaatsen nodig dan enkel bij de veroorzakers van het toeslagenschandaal. Erik Pool (1961) was de topambtenaar die Dialoog en Ethiek ging leiden. Met gemak een van de grootste filosofische projecten ooit: een budget van tien miljoen euro om het ethisch bewustzijn te vergroten bij de hele rijksoverheid.
Veel problemen bij de overheid hebben één oorzaak: een moreel tekort
Intussen heeft Pool afscheid genomen als directeur van het overheidsprogramma, en nu publiceert hij een compacte, praktische handleiding voor ambtenaren die hun werk beter willen doen in een tijd van Âpolarisatie en politieke grilligheid. De centrale stelling is dat veel structurele problemen in het openbaar bestuur terug te voeren zijn op één oorzaak: een moreel tekort. Niet omdat ambtenaren zelf immoreel zouden zijn. Als een oude Griek gaat Pool ervan uit dat iedereen in principe van goede wil is. Hij onderbouwt dit met een redenering van Socrates: een arts die zijn patiënten niet beter maakt maar zieker, is geen echte vakman meer. Het probleem zit niet bij de intenties van de overheidsdienaren, maar bij de overheid als geheel, die onvoldoende leert, reflecteert, normeert en grenzen bewaakt.
Douane
Ambtenaren werken dagelijks binnen grenzen: juridische, bestuurlijke, organisatorische en morele. Maar door hoge werkdruk, politieke haast en een cultuur die gericht is op efficiëntie, raken die snel vervaagd. Dat leidt tot handelingsverlegenheid: medewerkers voelen dat iets niet klopt, maar weten niet wat te doen of waar ‘nee’ te zeggen. Pool meent dat de overheid pas beter gaat functioneren als ambtenaren en organisaties aandacht besteden aan moreel leren.
Hij beschrijft drie vormen van ethiek. Werkethiek omvat de dagelijkse omgangsvormen en het werkklimaat; een veilige cultuur, tijd voor zorgvuldigheid en ruimte voor tegenspraak zijn voorwaarden voor ambtelijk vakmanschap. Beroepsethiek omschrijft wat het betekent een ‘goede ambtenaar’ te zijn. Ambtenaren hebben een eigen beroep met normen als integriteit, consistentie en ondergrenzen bewaken. Ze moeten durven weigeren om mee te gaan in onrechtmatige voorstellen. Taakethiek ten slotte is de plicht om taken zorgvuldig, loyaal en rechtsstatelijk te vervullen. Loyaliteit aan de rechtsstaat gaat vóór loyaliteit aan politiek bestuur. Pools boodschap is optimistisch: met dialoog, leervermogen en moreel vakmanschap kan de overheid weer gezagwaardig worden.
Dat het niet bij ethisch wensdenken blijft, bleek al bij de presentatie van zijn eerdere boek, waar topambtenaren hun Âdankbaarheid uitten voor de inzet van Pool en zijn team om ethische reflectie een vaste plaats te geven in hun dagelijkse praktijk – van de douane tot de Onderwijsinspectie, van het Ministerie van Defensie tot de Raad van State.
Het is jammer dat in dit nieuwe ‘zakboek’ de concrete voorbeelden uit die praktijk dun gezaaid zijn en de taal tamelijk ambtelijk is. Een van de sterkste voorbeelden van de impact van een moreel gesprek is het debat in de Tweede Kamer over de vraag of de regering excuses moest maken voor de Nederlandse rol in de slavernij. Pool laat mooi zien hoe de mechanismen van het morele gesprek tot de conclusie leidden dat deze excuses nodig waren. Alleen komen we zo dus nog niet te weten hoe dit soort gesprekken er in de ambtelijke sfeer aan toegaan. Misschien begrijpelijk vanwege de vertrouwelijkheid, maar voor buitenstaanders blijft het zo toch wat abstract. Ook is het jammer dat Pool voor concrete oefeningen regelmatig verwijst naar zijn Macht en moed praktijkboek uit 2023, waardoor dit zakboek geen complete gids is, zeker niet voor wie niet in deze praktijk werkzaam is.
Het boek is dan ook bedoeld voor ambtenaren. Als zij het daadwerkelijk op zak dragen en stuklezen, kan dat hoe dan ook revolutionaire gevolgen hebben. 
Erewoord. Zakboek ethiek voor ambtenaren
Erik Pool
ISVW Uitgevers
272 blz.
€ 24,95


