Home Taboe Waarom is incest taboe?
Taboe

Waarom is incest taboe?

Door Anne-Sophie van Berkestijn op 1 juli 2025

liegen praten dialoog na-apen afgunst
Filosofie Magazine 7 2025 waarom kunnen we de tijd niet terugdraaien banaan bananen
07-2025 Filosofie Magazine Lees het magazine
Volgens psychoanalyticus Sigmund Freud is het taboe op incest op arbitraire wijze ontstaan, vertelt filosoof Herman Westerink.

Herman Westerink: ‘Opvallend genoeg is het verbod op incest in alle culturen terug te vinden. Dat suggereert dat onze afkeer tegen incest iets fundamenteels is. Zit het dan inderdaad in de menselijke natuur om weerstand te voelen bij het idee van een romantische of seksuele relatie met een familielid? Een andere verklaring is dat het incestverbod logisch voortvloeit uit het gebod om te trouwen met iemand van een andere familie. Vroeger leverde dat namelijk handelsvoordelen op en je voorkomt er de negatieve effecten van degeneratie mee.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Geen abonnee? Bekijk de abonnementen Log in als abonnee

Herman Westerink (1968) is universitair hoofddocent godsdienstfilosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij doet onder meer onderzoek naar de filosofische betekenis van de Freudiaanse psychoanalyse.

Maar volgens de psychoanalyticus Sigmund Freud is het incesttaboe niet gebaseerd op onze natuurlijke afkeer of een rationele overweging. Hij komt met een andere verklaring: de regel dat we geen relaties met familieleden mogen hebben is op arbitraire wijze ontstaan. Het incestverbod markeert de overgang van een leven in de natuur naar een leven in de cultuur, waar seksuele driften niet langer ongelimiteerd kunnen worden botgevierd. Daarbij wordt cultureel bepaald hoe de dynamiek tussen ouder en kind of broer en zus hoort te zijn. Om dat te handhaven moeten we onze dierlijke verlangens bedwingen met een incestverbod.

Maar cultuur tovert onze natuurlijke neigingen niet weg; in zekere zin roept het verbod ze juist tevoorschijn. Hoe meer iets niet mag, hoe aantrekkelijker het wordt. Dat betekent overigens niet dat we allemaal stiekem verlangen naar seksuele relaties met familieleden. Wel zijn de eerste banden uit de kindertijd vormend voor onze volwassen omgang met relaties. We proberen vroegere ervaringen van intimiteit en sensualiteit met gezinsleden te herbeleven. In die zin zou je kunnen zeggen dat we diep van binnen allemaal een incestueuze neiging hebben.’