Home Waarom houden we van horror?
Film

Waarom houden we van horror?

Bloederige horrorfilms: ze stoten ons af en trekken ons aan. We kunnen er even lekker bij gruwelen. Hoe kunnen we genieten van iets dat ons angst aanjaagt?

Door Lynn de Bruijn op 13 mei 2016

Bloederige horrorfilms: ze stoten ons af en trekken ons aan. We kunnen er even lekker bij gruwelen. Hoe kunnen we genieten van iets dat ons angst aanjaagt?

‘Bloed fascineert’, stelt filosoof Jan Verplaetse tijdens de presentatie van zijn boek Bloedroes. Al eeuwen kijken we voor ons plezier naar bloedige spektakels als gladiatorgevechten of onthoofdingen. Maar ook tegenwoordig staan we massaal stil bij een aanrijding op de snelweg. Allemaal willen we zien wat voor gruwelijks zich heeft afgespeeld. Waarom doen we dat toch?

Horror is ook zo’n vorm van gruwelijk vermaak. Neem de populaire horrorfilm Saw waarin het bloed rijkelijk vloeit. Als we iemand in het echt zijn been zouden zien afzagen, zouden we het uitschreeuwen van afgrijzen, maar wanneer het in een film gebeurt, zijn we zelfs bereid geld te betalen om het te mogen zien.

Het sublieme

Dit heeft te maken met de ervaring van het sublieme, stelt Verplaetse. Dit is een esthetische ervaring, die volgens de Duitse filosoof Immanuel Kant samenhangt met het geloof dat onze rede superieur is aan de natuur. Dit gevoel kunnen we bijvoorbeeld ervaren wanneer we aan de rand van een klif staan of op een brug boven een stromende rivier. Wanneer we naar beneden zouden vallen, zijn we onherroepelijk verloren. Onze fysieke machteloosheid ten opzichte van de natuur zorgt voor afgrijzen. Maar op hetzelfde moment is het idee dat we zelf kunnen beslissen te springen vreemd aantrekkelijk. We kunnen zelf bepalen of we ons laten vernietigen en in dat opzicht zijn we superieur aan de natuur. Het gevoel van het sublieme is het snel afwisselen van afkeer en plezier.

Volgens Verplaetse kunnen we ook bloed als subliem ervaren. ‘Bloed is iets wat in eerste instantie beangstigend is, maar tegelijk ook schoon kan zijn.’ Wanneer iemand in een film zijn been afzaagt roept dat afkeer op, maar omdat we zelf veilig in de bioscoop of thuis op de bank zitten, kunnen we ons vermaken met gruwelijkheden als bloed.

Dreigende duisternis

Volgens de horrorschrijver P.H. Lovecraft vinden we horror om een andere reden leuk. Volgens hem is het de duistere kant van de maatschappelijke werkelijkheid die maakt dat we horror zo aantrekkelijk vinden. Volgens hem weet iedereen onbewust dat de moderniteit, met haar idealen van maakbaarheid, orde en transparantie, slechts een eiland is in een zee van duistere krachten, van verval, anarchie en onbeheersbaarheid, stelt Lovecraft. We weten niet of de moderniteit bestand is tegen deze duisternis. In griezelfilms zien we dat er niet veel voor nodig is om de moderne maatschappij ten val te brengen. Precies door die bevestiging daarom genieten we van horror.

Less is more

Niet ieder gebruik van bloed in horror is zowel beangstigend als leuk om te zien. Veel bloed is niet per definitie een garantie voor een goede griezelscène, zegt horrorspecialist Jan Doense, die ook spreekt tijdens de boekpresentatie van Bloedroes. Kijk bijvoorbeeld naar de film Braindead van Peter Jackson waarin de hoofdpersoon met een elektrische grasmaaier een leger zombies probeert te vernietigen. De ledematen vliegen in het rond, maar als hij achterom kijkt ziet hij dat hij ze niet allemaal te grazen heeft genomen dus keert hij om en herhaalt het bloederige tafereel zich.

Dit fragment is eerder hilarisch dan angstwekkend. Niet de hoeveelheid bloed maakt een film eng, vertelt Doense, maar hoe realistisch het wordt ingezet.

Dit zien we bijvoorbeeld in The Exorcist. In deze film wemelt het van de gruwelijke taferelen. Het fragment waarin het meisje Regan – de bezeten hoofdpersoon – ondersteboven op handen en voeten de trap af loopt terwijl het bloed uit haar mond loopt, zullen veel mensen zich herinneren. Net als de scene waarin ze een crucifix in haar kruis steekt of die waarin ze Father Karras onderkotst. Toch is het engste fragment volgens Doense die waarin Regan aan een medisch onderzoek wordt onderworpen. De onderzoeker plaatst een stent in haar hals en net voordat de slang wordt vastgemaakt, spuiten er op het ritme van haar hartslag een paar korte straaltjes bloed uit. ‘Dat is het soort ultra-realistische horror, waar ik bijna misselijk van wordt’, zegt Doense.

Een realistische horrorfilm confronteert ons met onze doodsangst. Hoe verder de gruwelen van het echte leven staan, hoe makkelijker we er mee om kunnen gaan. Maar komt het te dichtbij, dan wordt het verontrustend. Dan wordt het steeds angstaanjagender. Als er een juiste balans is tussen deze twee, kunnen we echt lekker griezelen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.