Home Waarom de zelfhulpindustrie ons ongelukkig maakt

Waarom de zelfhulpindustrie ons ongelukkig maakt

Door Gwendolyn Bolderink op 18 januari 2019

Waarom de zelfhulpindustrie ons ongelukkig maakt
Cover van 02-2019
02-2019 Filosofie magazine Lees het magazine

Als je niet gelukkig bent, is dat je eigen schuld. Geluk is een morele plicht geworden. Het is tijd voor een nieuw geluksideaal, vindt Carl Cederström. 

Carl Cederström (1980) is geen leunstoelfilosoof die van een afstandje een onderwerp analyseert. Of liever: dat is hij niet meer. Op zijn boek The Wellness Syndrome (2015) kreeg hij de kritiek dat hij van alles kon beweren over de zelfhulpindustrie, maar had hij zelf ook maar één van de adviezen ooit getest?

Met zijn volgende boek besloot hij het anders aan te pakken: in Desperately Seeking Self-improvement. A Year inside the Optimization Movement (2017) past de jonge Zweedse denker, verbonden aan de Stockholm Business School, een jaar lang verschillende zelfverbeteringstechnieken toe in zijn eigen leven. Elke maand wijdt hij aan een ander doel – januari staat in het teken van productiviteit, in februari is zijn lichaam aan de beurt, en in juni neemt hij zijn seksleven onder handen.

In zijn onlangs in het Nederlands verschenen boek Ons geluksideaal. Een nieuwe blik op een versleten idee (2018) gaat hij nogmaals de strijd aan met de zelfhulpindustrie – en vooral met het antwoord dat die industrie geeft op onze zoektocht naar geluk. In een hotellobby in Amsterdam vertelt hij wat er mankeert aan die moderne visie op geluk.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Falen

Google ‘happiness’ en je stuit op een reeks artikelen die beloven dat je in een x-aantal stappen gelukkig(er) kunt worden. De adviezen zijn grotendeels hetzelfde: denk positief, vind werk dat bij je past, creëer zelf het leven dat je zoekt, visualiseer de beste versie van jezelf. Ofwel: iedereen kan zijn eigen geluk creëren.

Het is dit idee waar Cederström zich tegen verzet. Hij stelt dat er in het rijke Westen een idee van geluk heerst dat meer fantasie is dan werkelijkheid: ga op zoek naar je authentieke zelf en maak daar de beste versie van, is het adagium. Een betwistbaar idee, volgens de Zweedse filosoof, want als iedereen zijn eigen geluk kan creëren, zijn we er dan ook zelf verantwoordelijk voor als we niet gelukkig zijn?

Tekst loopt door onder afbeelding

Fotografie: Mieke Meesen

Wat hebt u geleerd in het jaar waarin u elke maand een ander deel van uw leven probeerde te verbeteren?
‘Hoe slecht ik in veel dingen ben. We zien onszelf door de zelfhulpindustrie steeds meer als een jaarlijks rapport waarbij je verschillende posten doorloopt om te kijken wat je goed hebt gedaan en wat nog beter kan. Alles is een project geworden, dat we aan de hand van verschillende technieken oppakken en verbeteren. Je tuin is een project, je werk, je kind, je garderobe, je televisieset.

Dit zorgt ervoor dat je je leven gaat zien als een verzameling imperfecte gebieden. Zodra je gaat beginnen aan jezelf verbeteren, ontstaan er opeens allerlei aspecten waarin je faalt.

Het is zeker mogelijk om productiever te worden met behulp van zelfhulptechnieken of -apps, en je kunt absoluut een fitter lichaam krijgen als je bepaalde adviezen opvolgt. Maar als het gaat om meer betekenisvolle, spirituele vragen zoals zingeving vinden in je leven, de relaties met je geliefden verdiepen, of wat het betekent om een goed mens te zijn, heeft de zelfhulpindustrie erg weinig te bieden. De vraag naar geluk is een filosofische vraag, en de zelfhulpindustrie kan filosofische vragen niet beantwoorden.’

Toch lijken onze twee landen van origine vrij gelukkig. Zweden staat op de negende plek in de World Happiness Index, en Nederland zelfs op plek 6. Zijn we niet gelukkig?
‘Dat ligt eraan wat je bedoelt met happiness. Door de geschiedenis van de filosofie heen vinden we steeds andere, met elkaar conflicterende definities van geluk. En neurowetenschappers en psychologen komen weer met heel andere ideeën over geluk dan filosofen.

Het probleem met zo’n index is dat die een set omstandigheden neemt en daar het label “geluk” op plakt. Je kunt heel veel dingen meten: wat de gemiddelde levensverwachting is, of je de mogelijkheid tot scholing hebt gehad, hoeveel uur je gemiddeld kunt doorbrengen met vrienden en familie, en hoeveel geld de bevolking te besteden heeft. Maar al die dingen tezamen “geluk” noemen is heel problematisch.

Dit soort indexen en andere geluksonderzoeken zorgen ervoor dat het fenomeen geluk sterk aanwezig is in ons leven. Maar dat veroorzaakt nou juist veel ongeluk.’

Leg uit.
‘Als je kijkt naar de definitie van geluk door de eeuwen heen, zie je dat geluk pas sinds de Verlichting iets is dat we niet alleen kúnnen bereiken, maar ook zouden móéten bereiken. En dat is ook de eerste keer dat we zien dat mensen ongelukkig zijn doordat ze er niet in slagen gelukkig te zijn.’

Van kunnen naar moeten: geluk is een morele plicht geworden. Want wie niet gelukkig is, wie er niet genoeg moeite in heeft gestopt de beste versie van zichzelf te creëren, is anderen tot last. ‘Je ziet dat vooral bij sociaal gemarginaliseerde mensen – werklozen worden gezien als mensen zonder wilskracht, en de alleenstaande moeder die moet leven van een uitkering wordt ervan beschuldigd dat ze niet hard genoeg werkt en dat ze onverstandige keuzes heeft gemaakt.

Er heerst tegenwoordig de gedachte dat je alles kunt bereiken, zolang je maar de juiste levenshouding hebt. Maar legt dat niet te veel verantwoordelijkheid bij het individu? Zelfs kanker en andere ziektes worden gezien als een gevecht dat je kunt winnen – als je maar positief denkt en levenslustig blijft. Maar zeggen dat je houding belangrijker is dan de feiten is een waanidee.’

The Me Decade

In zijn boek Ons geluksideaal doet Cederström een historisch onderzoek naar ons idee van geluk. Hij ontdekt dat ons geluksideaal – het idee dat geluk alleen bestemd is voor mensen die hard werken, die de juiste instelling hebben en die werken aan zelfverbetering – lang niet altijd zo’n slecht ideaal was. ‘Ons hedendaagse geluksideaal kwam echt van de grond in de jaren vijftig, toen psychologen beweerden dat je gelukkig wordt door je potentie te ontdekken en te ontwikkelen – zelfverwerkelijking, reaching your full potential.

In die tijd was er een vaststaand beeld van hoe een geslaagd leven eruitzag: de vrouw moest huisvrouw worden, de man trad in zijn vaders voetsporen, en op een zekere leeftijd moest je getrouwd zijn, met kinderen en een hypotheek. Maar dat idee van zelfverwerkelijking ging hiertegen in.

Opeens was het mogelijk om zelf te bepalen wat je wilde met je leven. Om te onderzoeken wie jij bent, waar jij goed in bent en welk leven daarbij past. Zelfverwerkelijking werd een manier om je te verzetten tegen een saaie, grijze, onderdrukkende maatschappij.’

In Ons geluksideaal citeert Cederström uit de film The Wild Angels (1966) om de tijdgeest van de jaren zestig te omschrijven. Wanneer een rechter aan de biker Heavenly Blues vraagt wat zijn motorbende nou eigenlijk wil, antwoordt de biker: “Well, we wanna be free. We wanna be free to do what we wanna do.” Cederström: ‘In die tijd – toen de idealen van vrijheid en authenticiteit hoogtij vierden – werd het geluksideaal echt een belangrijk project. Zelfverwerkelijking werd onderdeel van de tegencultuur en droeg bij aan de burger- en vrouwenrechtenbeweging.

Begrijp me goed: het was ook toen geen perfect ideaal. Als je meer inzoomt op die tijd, ontdek je allerlei dingen die niet goed waren. Uit naam van seksuele bevrijding namen veel mannen bijvoorbeeld de vrijheid om vrouwen seksueel te belagen of te verkrachten. Maar het ideaal had destijds wel een politiek doel.’

Vanaf de jaren zeventig verdween dat politieke doel langzaam. Zelfverwerkelijking draaide steeds meer om individueel welzijn. Het was de start van ‘The Me Decade’, zoals gemunt door de journalist Tom Wolfe. Midden jaren zeventig sloegen zelfontwikkelingscursussen aan bij het grote publiek omdat de cursussen steeds praktischer werden: je kwam er niet alleen maar om je als individu te ontwikkelen, maar ook om efficiënter en succesvoller te worden, en daarmee beter afgestemd te zijn op de markt.

De volgende stap is uitbuiting door de markt. Cederström: ‘In de jaren tachtig en negentig zie je bepaalde slogans en motto’s uit de zelfverwerkelijkingsbeweging terugkomen in de bedrijfscultuur. Zo zie je in die tijd dat new age-workshops steeds populairder werden bij bedrijven als Ford en Proctor & Gamble, en in het mission statement van Microsoft vind je nu nog altijd de volgende zin: “Our mission is to enable people and businesses throughout the world to realize their full potential.

Bedrijven willen geen werknemers die acht uur komen werken om daarna weer hun echte leven verder te leven; managers willen werknemers wier werk hun leven is. Corporaties realiseerden zich iets: wil je toegewijde werknemers die voor niets extra hard werken? Verkoop het werk dan als een manier om je potentie te ontwikkelen – om gelukkig te worden. En dus ontwikkelden bedrijven in die tijd heel sterke bedrijfsculturen: je werkt niet bij een bedrijf voor het geld, je werkt er omdat het je familie is.’

Werk waar je gelukkig van wordt: dat klinkt niet verkeerd.
‘Daar ben ik het volledig mee eens. Ik zeg niet dat er iets mis is met werk waar je gelukkig van wordt. Het is fantastisch als je betekenisvol werk kunt vinden waarbij je jezelf kunt ontwikkelen. Maar managers misbruiken dit idee.

“Gelukkig werk” is een methode geworden om werknemers langere dagen te laten maken, emotioneel meer te laten investeren in hun werk, bereid te maken harder te werken – en dat allemaal voor onzekere contracten of zelfs zonder contract, dikwijls zonder pensioenopbouw of sociale zekerheid. En vaak ook zonder het vooruitzicht op carrière of salarisverhoging.

In de BBC-documentaire Happy People Sell eist de manager van een callcenter dat alle werknemers elke ochtend zingen. Want: gelukkige mensen verkopen meer. Hij geeft toe dat hij mensen ontslagen heeft als ze niet mee wilden zingen. En nadat een van de werknemers een relatiebreuk heeft meegemaakt, gaat de manager op zoek naar een nieuwe partner, zodat de werknemer zo snel mogelijk weer blij is. Dat ze dit werk allemaal doen voor een minimumloon lijkt niet uit te maken, want ze worden ten slotte gelukkig. Met geluk als argument kun je bijna alles rechtvaardigen.’

Zijn de intenties van die managers echt zo slecht? Willen ze niet daadwerkelijk een werkplek creëren waar mensen blij en gelukkig zijn met hun werk?
‘Ik denk niet dat de intenties van de managers of de bedrijven per definitie slecht zijn. Er zijn bedrijven die werkelijk willen dat hun werknemers gelukkig zijn en het beste met hen voorhebben. En misschien is het dan een bijkomend voordeel dat die werknemers harder gaan werken.

Maar je vindt dezelfde idealen ook bij minimumloonwerk. We moeten onze ogen openen voor het feit dat onze idealen op veel werkplekken misbruikt worden.’

Tijd voor een nieuw idee van geluk dus, aldus Cederström. Want dit ideaal is achterhaald en misbruikt. ‘Ik heb tijdens het schrijven van mijn boek geprobeerd te zoeken naar manieren om los te breken van dit heersende beeld. En ik denk dat we dat alleen kunnen doen als we een collectief bewustzijn creëren over hoe het heersende beeld op allerlei giftige manieren ons leven binnengesijpeld is.

Toen ik dit schreef begon de #MeToo-beweging net op te komen. En in die beweging vond ik niet zozeer een nieuwe kijk op geluk als wel een sterke oppositie tegen het heersende ideaal. Deze beweging draait niet om het individu, maar om solidariteit. #MeToo is gebaseerd op empathie in plaats van op zelfzucht. Het gaat om medeleven met mensen die kwetsbaar zijn, in plaats van hun de schuld van hun eigen situatie in de schoenen te schuiven. En waar ons hedendaagse geluksideaal feiten negeert en focust op een positieve levenshouding, injecteert #MeToo weer waarheid in het debat. #MeToo laat zien dat je niet altijd je eigen werkelijkheid kunt creëren, en dat het niet altijd jouw schuld is als jou iets negatiefs overkomt.

Ik denk dat een nieuwe visie op geluk deze idealen zou moeten waarborgen: solidariteit, empathie, medeleven en waarheid. Ik klink nu misschien naïef, maar dit zijn de idealen waar ik met hart en ziel in wil geloven.’