Home Shortread Waar ben je als je denkt?
Shortread

Waar ben je als je denkt?

Door Willem Jan Otten op 8 mei 2024

waar ben je als je denkt denken verzonken in gedachten lost in thought
beeld Jim Pennucci/Flickr
Willem Jan Otten schrikt op uit gedachten en verruilt de ene realiteit voor de andere. Een shortread over de werkelijkheid van denken.

Dit artikel krijg je van ons cadeau

Wil je onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? Je bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en je hebt direct toegang.

Tot de mirakels van het bewustzijn behoort het opkijken van de bladzij. Het is verwant aan het vaker beschreven ontwaken uit de droom. Het is heel vreemd dat we, opkijkend van de zin die we lezen of schrijven de ervaring hebben, hoe kortstondig ook, van realiteit te wisselen. En heel even is het dan alsof ‘hier’ niet om mij heen is, maar in mij. De woontoren tegenover me en de Plas daar en de roodachtige kruinen van de nog kale iepen van het Sloterpark in de diepte zijn, heel even, niet tegenover me, of ‘daar’, of in de diepte. Gedurende een nanoseconde is het of ze in mij zijn en uit mij ontstaan.

Sinds ik door ziekte intensief sukkel in de nis van ons appartement ervaar ik deze werkelijkheidsverhaspeling sterker. Het is beslist geen beproeving, soms vraag ik me af of het een voorbereiding is.

‘Waar ben je als je denkt’, de onvergetelijke vraag van Hannah Arendt, wurmt soms door mijn suffend oor. Ik ben de Engelse formulering vergeten, maar dat er thinking staat weet ik zeker, want ik betreur het dagelijks dat mijn taal niet over het Engelse gemak van het participium presens beschikt. Denkende, dat ben je voortdurend, maar Nederlanders moeten het doen met dat ze denken, alsof zij dat ook werkelijk doen, en gedachten hebben. In onze moerstaal verkeren we in een substantieve staat van gedenk; in de taal waarin ik het meest lees verkeer ik in een werkwoordelijke toestand van thinking. Maar in allebei de gevallen ben ik – ja waar?

Du moment dat ik dit in mijn nis wil gaan doorknoedelen, ben ik terstond, met dezelfde onhoorbare muisklik, weer terug in het doezelende van waaruit ik opkeek, en ‘vergeet ik de werkelijkheid’. Voor deze ‘klik terug’ gebruiken we, geloof ik, niet de term ‘opkijken uit’. Je verzinkt in gedachten, je kijkt er vervolgens uit op. Het is nooit zo dat ik, als ik verdwenen ben in schrijvend gedenk, of in bidden, of in suffen, de ervaring heb ‘mijn ogen opgeslagen te hebben in een andere werkelijkheid’. Nu ik er over nadenk denk ik zelfs dat ik gedurende de ‘staat van schrijven (lezen, denken, bidden, dromen)’ geen herinnering heb aan opgekeken hebben. Natuurlijk niet, want die herinnering flitst me terstond de werkelijkheid in. Je kunt hem, als ik het goed begrijp, simpelweg niet hebben tijdens het peinzen/lezen/bidden/dromen. Maar tijdens het ontwaakt zijn uit de droom/etc. herinner ik me wel het elders, of onderga ik het op slag vergeten zijn ervan als een blijk ervan.

Even tussendoor… Meer shortreads lezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Het is hoe dan ook de gedachtegang die het C.S. Lewis in Brieven aan Malcolm (1964) mogelijk maakt om zich sterven voor te stellen als wakker schieten, waarna we niet in het leven na de dood terecht komen, maar het leven na de dood in ons. ‘Zoals God niet in de ruimte is maar de ruimte in God.’

In de online rubriek ‘shortreads’ zoekt Filosofie Magazine elke week in een kort essay naar het antwoord op een alledaagse filosofische vraag.