Home Voorwoord: Dwarsdenken

Voorwoord: Dwarsdenken

Door Annemarie Lavèn op 04 maart 2020

Cover van 03-2020
03-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

Een filosofisch rebel herken je niet aan zijn of haar kleding. Sterker nog, de figuren die de filosofie echt op haar kop hebben gezet zijn slaapverwekkend normaal. Aldus Ger Groot, die in zijn openingsessay van dit nummer prachtig schetst hoe radicale denkers, al dan niet alternatief gekleed, door hun explosieve ideeën breken door de sluimer van continuïteit. Een sterk begin van het dossier in dit nummer over rebellen en dwarsdenkers, waarmee we aansluiten bij het thema van de Boekenweek van dit jaar.

Hans Achterhuis keert terug naar zijn oude liefde Albert Camus. Openhartig vertelt hij hoe hij, toen hij ruim vijftig jaar geleden promoveerde op deze baanbrekende denker, weinig oog had voor Camus’ inzichten dat opstand zich juist in kunst laat waarnemen. Camus’ denken was mild van aard en Achterhuis vermoedt dat daardoor zijn boek De mens in opstand geen grote verzetsbeweging op gang heeft gebracht. Het duurde zelfs tot 2004 voordat de eerste integrale Nederlandse vertaling überhaupt op de markt kwam.
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Maar hoe effectief is protest? Is het zinvol om in opstand te komen? Die vraag legden we voor aan politiek filosoof Mathijs van de Sande. Hij legt uit dat het effect van groeperingen als Occupy nihil lijkt, maar dat ze wel degelijk tot verandering leiden. Hij vergelijkt het met sedimentatie. Afzettingen laten iets achter dat langzaam inslijt. En zo is het ook met protestbewegingen, de hesjes en megafoons verdwijnen weer, het gedachtegoed beklijft.  

Dat wil niet zeggen dat filosofen zelf het voortouw moeten nemen in hun poging de wereld te laten kantelen. Ger Groot moet in ieder geval weinig hebben van filosofen die hun rebelse gedachtengoed in daden willen omzetten. Hij stelt: ‘Zo stoutmoedig revolutionair als filosofen in hun bespiegelingen kunnen en moeten zijn, zo ongeschikt is hun avontuurlijkheid nu eenmaal voor directe toepassing.’ U bent dus gewaarschuwd!

Tot slot nog dit: vanaf volgend nummer treft u op deze plek filosoof, schrijver en essayist Coen Simon. Hij zal als coördinator van dit blad waken over de ideale mix van dwarsdenken, kennis en verwondering.