Home Mens en natuur Tommy Wieringa: ‘Met het opgeven van hoop beëindig je de hopeloosheid’
Mens en natuur

Tommy Wieringa: ‘Met het opgeven van hoop beëindig je de hopeloosheid’

Door Gwendolyn Bolderink op 20 maart 2025

Tommy Wieringa
beeld Martin Dijkstra
Filosofie Magazine 4 2025 Is egoïsme wel zo egoïstisch
04-2025 Filosofie Magazine Lees het magazine
Wat antwoorden denkers van onze tijd op de vier grote vragen van Kant? Dit keer: schrijver Tommy Wieringa (1967) over toekomstloos optimisme.

Dit artikel krijg je van ons cadeau

Wil je onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? Je bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en je hebt direct toegang.

Volgens Immanuel Kant (1724-1804) past elke filosofie in 4 vragen: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? Wat is de mens?

Wat kan ik weten?

‘Alle crises die de mensheid ooit heeft doorgemaakt, zijn crises met een te verwachten einde. Dat gold voor de Eerste en Tweede Wereldoorlog, de Koude Oorlog. Maar aan de klimaatcrisis zal geen einde komen. Er is geen technologische quick fix voor. We gaan dit niet kunnen oplossen. Er is geen toekomst denkbaar zonder klimaatverandering. Er is geen toekomst denkbaar zonder het verdwijnen van soorten en leefomgevingen. Dat is een gegeven. Zelfs als we vandaag volledig stoppen met het uitstoten van CO2, dan nog blijft de aarde opwarmen. Dat is de tragedie van de verdwenen toekomst. We zijn gaandeweg gewend geraakt aan het idee dat elke volgende generatie het beter zal hebben. Die gedachte zullen we moeten opgeven.’

Tommy Wieringa (1967) is schrijver. Hij schreef het essay voor de Maand van de Filosofie 2025, Optimisme zonder hoop.

Wat moet ik doen?

‘In mijn essay Optimisme zonder hoop onderzoek ik hoe we ondanks die verdwenen toekomst optimistisch kunnen blijven. Een manier die ik voor mezelf tevoorschijn heb gekrabd, is om optimisme te ontdoen van hoop. Optimisme richt zich op een toekomst; het heeft de tendens van hoop in zich. Het kan heel krachtig zijn als je je handelen optimistisch maakt zónder de verwachting van een glanzende toekomst. We zullen goede dingen moeten blijven doen, zonder de hoop dat ze een duurzame verbetering tot stand brengen.

Ook zonder hoop zijn er veel redenen om goede dingen te blijven doen. Neem de ongelooflijke schoonheid en rijkdom van het leven op aarde; we zullen alles in het werk moeten stellen om daar een snipper van te verdedigen. Maar doe het niet in de hoop dat het morgen beter zal zijn; dan zul je teleurgesteld raken, en uit die teleurstelling komt vaak cynisme voort. Cynisme vernietigt het positieve handelen.’

Wat mag ik hopen?

‘Ik heb mezelf ontdaan van hoop. Wat ik op hoop tegen heb, is dat mensen die verliezen zodra ze doorkrijgen welke toekomst ons wacht. Ze worden hopeloos en cynisch. Dat is een enorme hoeveelheid aan verloren menskracht die zegt: het zal mijn tijd wel duren, laat maar waaien. Ik pleit dus niet voor hopeloosheid, maar voor het loslaten van het idee van hoop op zich. Met het opgeven van de hoop beëindig je ook de hopeloosheid.’

Wat is de mens?

‘Ik ben dol op de mens. Ik vind hem verrukkelijk in zijn gepruts en amateurisme. Alleen zitten er een paar fundamentele weeffouten in onze soort. Een daarvan is dat we ons gemeenschappelijke handelen niet op de lange termijn weten af te stemmen. Ik vind het zo bijzonder dat we alles kunnen verzinnen, maar tegelijkertijd zo slecht reageren op dreigingen in de toekomst. Het eerste rapport waarin werd gewaarschuwd voor de desastreuze gevolgen van CO2 in de atmosfeer stamt al uit eind negentiende eeuw. We reageren zo ontzettend traag op gevaren op de lange termijn. Dat komt omdat we frivole flaneurs zijn; wezens van één dag.’

Optimisme zonder hoop
Tommy Wieringa
Uitgeverij Pluim
96 blz.
€ 8,-