Home Thijs Lijster: Schuitje

Thijs Lijster: Schuitje

Door Thijs Lijster op 20 augustus 2018

Cover van 09-2018
09-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

In zijn artikel ‘Living on a lifeboat’ (1974) schrijft ecoloog Garrett Hardin het volgende: ‘Figuurlijk gesproken kan elke rijke natie worden gezien als een reddingsboot vol relatief rijke mensen. In de oceaan buiten elke reddingsboot zwemmen de armen van de wereld, die graag in de boot willen, of op z’n minst een deel van de rijkdom. Wat moeten de passagiers in de reddingsboot doen?’ Als de passagiers, uit plichtsgevoel of medelijden, telkens maar zwemmers aan boord nemen, zal het schip uiteindelijk zinken. Moeten ze dan maar wegvaren en niets doen, zoals de sloepen van de Titanic ooit deden? Er lijkt geen bevredigende oplossing voor dit dilemma.

Hardins metafoor diende vooral als gedachte-experiment voor de gevolgen van overbevolking. Vandaag wordt ze gebruikt als parabel voor de vluchtelingen- en klimaatcrisis. Het is een dergelijk gedachte-experiment dat ten grondslag ligt aan de retoriek die in het asieldebat telkens wordt gehanteerd door de voorstanders van gesloten grenzen: we kunnen nu eenmaal niet iedereen opvangen, want dat zou ten koste gaan van de lokale bevolking. Baudet zei het onlangs letterlijk in een Kamerdebat naar aanleiding van de niet-metaforische reddingsboot vol vluchtelingen die in Spanje aanmeerde nadat Italië toegang geweigerd had: ‘Als elk land zijn grenzen dichtdoet, had dat schip ook niet in Spanje aangemeerd, ook niet ergens anders, en was het teruggekeerd of gezonken, maar dan waren die mensen tenminste niet hier.’

Het probleem van metaforen in het algemeen, en die van Hardin in het bijzonder, is dat ze onhistorisch zijn, en dus totaal voorbijgaan aan de historische en politieke realiteit. In Hardins vergelijking horen we immers niets over hoe de mensen aan die boot zijn gekomen, of hoe de mensen in het water daar terecht zijn gekomen. Misschien is de boot ooit wel gebouwd met materiaal dat aan de zwemmers is ontvreemd (lees: kolonialisme). De boot van de westerse wereld blijft tot op de dag van vandaag drijven dankzij de mensen daarbuiten in het water, goedkope arbeidskracht en grondstoffen uit den vreemde. Of misschien zijn de mensen in het water beland doordat de boot al eeuwenlang vervuilende diesel uitstoot, waardoor de poolkappen gingen smelten en de zeespiegel ging stijgen. Is het dan niet wel zo eerlijk om de zwemmers een plekje in de boot te gunnen? Is dat niet onze morele plicht en hebben ze daar dan zelfs geen recht op? Eén ding is zeker: in de hedendaagse wereld zitten we niet allemaal in hetzelfde schuitje. Misschien moet daar verandering in komen. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.