Home Thijs Lijster: Kaart en gebied

Thijs Lijster: Kaart en gebied

Door Thijs Lijster op 21 november 2017

Cover van 12-2017
12-2017 Filosofie magazine Lees het magazine

Lewis Carolls roman Sylvie and Bruno Concluded (1893) beschrijft de reis naar een fantasiewereld, waar de ik-verteller op zeker moment een curieuze figuur genaamd Mein Herr tegen het lijf loopt. Ze komen te spreken over cartografie. Mein Herr vertelt dat de cartografen van zijn land deze kunst geperfectioneerd hebben, door een kaart van schaal één op één te maken. Op de vraag of deze kaart ooit wel eens gebruikt wordt, antwoordt Mein Herr dat ze nog nooit uitgevouwen is: de landbouwers protesteerden, uit angst dat het gebrek aan zonlicht de oogsten zouden doen mislukken.

Het absurde verhaal van een kaart zo groot als het gebied is natuurlijk een dankbare metafoor voor schrijvers en filosofen die nadenken over de verhouding tussen realiteit en representatie – onder anderen Borges en Baudrillard zouden er later nog op terugkomen. Tegenwoordig zou je het bovendien kunnen lezen als een satire op de bureaucratische neiging om de werkelijkheid zó gedetailleerd in kaart te brengen, dat de papieren werkelijkheid de echte verstikt. Denk aan de klachten van huisartsen en leraren, dat ze zo lang bezig zijn met verslaglegging van hun behandelingen en lessen, dat ze steeds minder tijd overhouden voor waar het om gaat: patiënt en leerling. Vandaag zijn de protesten vooralsnog helaas minder effectief dan in het land van Mein Herr.

Een andere kant van het verhaal vinden we in Michel Houellebecqs roman De kaart en het gebied (2011). Hoofdpersoon Jed Martin is een kunstenaar met een grote liefde voor kaarten: hij wordt beroemd met het fotograferen van wegenkaarten, en maakt een tentoonstelling getiteld ‘De kaart is interessanter dan het gebied’. Hij vraagt de beroemde schrijver Michel Houellebecq om de inleiding van de catalogus te schrijven. Tijdens een ontmoeting tussen de schilder en de schrijver (waarin Houellebecq zichzelf dus als personage opvoert) ontkent Houellebecq de pessimistische schrijver te zijn waar iedereen hem voor houdt. Hij laat immers alleen maar zien hoe de wereld echt is. Het rooskleurige beeld dat mensen van de realiteit hebben wordt echter doorgaans verkozen boven de harde realiteit van de kunst. Kort na voltooiing van de catalogustekst wordt Houellebecq op gruwelijke wijze vermoord, samen met zijn hondje Plato.

De kunstenaar is eigenlijk ook een soort bureaucraat die een kunstmatige werkelijkheid aan de wereld probeert op te dringen, of deze wereld zelfs probeert te verdringen door de zijne. Andersom, en dat is misschien nog wel een veel verontrustender gedachte, is de bureaucraat een soort kunstenaar, alleen dan een met macht.
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.