In onze tijden van post-truth, fake news en alternative facts klinkt geregeld de oproep tot een terugkeer naar de Waarheid met hoofdletter W. Dikwijls wordt er dan met beschuldigende vinger gewezen naar relativisten en sociaalconstructivisten- en deconstructivisten als Rorty, Latour en Derrida. Hoezo zijn feiten een sociaal construct? Het moet nu maar eens afgelopen zijn met al dat postmodern geneuzel!
Ik moet dan denken aan een tekst die ik tijdens mijn studie las, geschreven door Derek Edwards, Malcolm Ashmore en Jonathan Potter, met de intrigerende titel Death and Furniture. De titel verwijst naar de twee ultieme wapens van de realist, die hij vroeg of laat zal inzetten in de discussie met de constructivist. In de eerste plaats het slaan of kloppen op meubels: BAM! Kijk, deze tafel is toch echt – een ‘hard’ feit? Meubels zijn altijd wel voorhanden wanneer filosofen discussiëren, dus een ferme klap op tafel zou de woordenstrijd eenvoudig moeten beslechten. Of anders wordt de dood erbij gehaald. Ofwel de onvermijdelijkheid ervan: als je van een berg springt, ben je toch gewoon dood?! Of anders in de vorm van het moreel hellend vlak van de ontkenning van massamoord of genocide: heeft de Holocaust-ontkenner dan ook recht op zijn eigen waarheid?
Edwards, Ashmore en Potter laten echter zien dat geen van deze argumenten de constructivist van zijn stuk zal brengen. Nog even los van alle natuurkundige vragen over hoe solide de tafel echt is en in hoeverre mijn hand de tafel echt raakt, is het probleem van het meubel-argument voor de realist vooral dat het precies dat is: een argument. De tafel op zichzelf is geen weerlegging van het relativisme; die moet daarvoor eerst opgetuigd worden met betekenis, een betekenis die de realist eraan geeft (de tafel ‘betekent’ hardheid). Ook de grens tussen leven en dood is niet zo hard als de realist het wil doen voorkomen, maar opgeladen met sociale en culturele betekenis. Waarom zou er anders zoveel discussie bestaan over comapatiënten, abortus of ‘voltooid leven’?
Dood noch meubels zullen de realist redden. Dat is ook helemaal niet nodig, want constructivisten als Rorty en Latour hebben nooit ontkend dat er feiten zijn. Wat ze wel ontkennen is dat die feiten ergens op ons liggen te wachten. We moeten ze zelf maken, en dat gebeurt niet zonder slag of stoot: het vergt onderzoek, onderhandeling, overtuiging. Het debat over fake news bewijst dan ook eerder het gelijk van de constructivisten: feiten maken is hard werken, en dat werk is nooit af.