Home Stine Jensen: Tunnelvisie

Stine Jensen: Tunnelvisie

03 november 2014

Cover van 06-2013
06-2013 Filosofie magazine Lees het magazine

Ik was in Noorwegen. Mijn eerdere reizen in Noorwegen waren idyllische outdoor-vakanties. Zo legde ik de ‘gouden driehoek’ af – waarbij je alle hoogtepunten uit de natuur en de cultuur aandoet: eerst met de spectaculaire Flåm, het steilste treintraject in Europa – die rijdt door overweldigend natuurschoon –, dan met een bootje door de fjorden en tot slot naar Bergen voor een opgewekt bezoek aan het Trollenmuseum.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Tijdens deze reis zie ik een heel ander Noorwegen. Een Noorwegen dat ik niet uit de reisboeken of van de ansichtkaarten ken. Een Noorwegen met flink wat scheuren in het rijkste paradijs op aarde. Lange rijen voor de voedselbank, en heel, heel veel junks op straat. Oslo blijkt heroïnestad één van Europa te zijn – met meer dan 10.000 verslaafden en 800 gevallen van overdosis per jaar. Een eenvoudige verklaring hiervoor is er niet – tenminste, niet een die binnen het bestek van deze column past.
Ik bel mijn zus op om verslag te doen.

‘Tunnelvisie’, zegt ze. ‘Jullie hebben last van tunnelvisie.’
Dat is misschien waar. Wie er eenmaal op begint te letten ziet altijd en overal wel ellende. Het is een beetje zoals met zwanger zijn: als je eenmaal oog hebt voor het fenomeen, zie je overal dikke buiken, alsof de hele wereld alleen nog maar uit zwangeren bestaat.
Nu is tunnelvisie niet alleen verderfelijk, al gebruiken we die term vaak wel zo. Die kan ook – mits je je ervan bewust bent – een tamelijk productieve manier zijn om je blik te scherpen. Je constateert iets, en vervolgens ga je op zoek naar meer bewijzen die je visie onderschrijven. Alles wat niet in je these past negeer je. Popper zou het niets vinden; die beveelt aan het omgekeerde te doen, en niet verificatie, maar falsificatie na te streven.

In Noorwegen zagen we de ene na de andere zwarte zwaan. Betekent dit dat je per se ook op zoek moet naar de witte? Misschien, als je een genuanceerd of wetenschappelijk beeld wilt krijgen van een land. Maar misschien juist niet, als je essayistiek of columnistiek wilt bedrijven en een vergrootglas op een kwestie wilt leggen. Columnistiek is bij uitstek een vorm van tunnelvisiejournalistiek.

Er vallen banken om in Cyprus, en Griekenland gaat failliet. Beelden van de crisis in Zuid-Europa zien we uitvoerig op televisie, maar beelden van de lange rij toegestroomde migranten voor de voedselbank Noorwegen zien we niet – en daar staan de mensen uit Griekenland, Rusland, en ja, zelfs uit Zweden, want in Noorwegen lijkt alles koek en ei.

Zeker, de ansichtkaarten met fjorden zijn prachtig, maar we moeten ze ook durven omdraaien. Niets is wat het lijkt. Leve de tunnelvisie!