Home Stine Jensen: Nostalgische woede

Stine Jensen: Nostalgische woede

Door Stine Jensen op 31 januari 2017

Cover van 02-2017
02-2017 Filosofie magazine Lees het magazine

Kan woede ontroerend zijn? Reken maar. Ik zag de musical Ciske de Rat en schoot vol bij ‘Krijg toch allemaal de klere’. De musical is een nostalgisch spiegelpaleis. Danny de Munk (1970) speelt de volwassen geworden Ciske de Rat. De kleine Ciske (12 jaar, afwisselend door zeven jongens gespeeld) staat ook op het toneel, en die werd ooit door Danny de Munk vertolkt in de boekverfilming van Ciske de Rat in 1984. Drie keer ervoer ik het onvermijdelijke verstrijken van de tijd: doordat het personage Ciske de Rat een man van middelbare leeftijd is geworden; doordat Danny de Munk ook een grote jongen is geworden; doordat ik meekeek door de ogen van mijn dochter (7), die voor het eerst Ciske de Rat zag, en daardoor werd herinnerd aan hoe ik als kind Ciske de Rat voor het eerst las en op het witte doek zag (12 jaar)

Toen de oude en de jonge Ciske gezamenlijk uitbarstten in hét lied, kwam alles samen. Ik zong het nu hardop mee, net als toen: ‘Krijg toch allemaal de kolere, val voor mij part allemaal dood’; geen ouder die er toen trouwens over mekkerde dat de tekst zou kunnen aanzetten tot haat. Mijn dochter zat ademloos te kijken, naar de musical en naar mama met tranen in haar ogen. Tijdens de pauze vroeg ze om een toelichting. ‘Mama, wat wil hij met allemaal kleren?’ Ik stak van wal. ‘Luister. “Kolere”, dat is geen kleding, maar een ziekte, maar die bestaat niet meer. Kanker en tering wel, en die wens je nu iemand toe.’ De taal van woede kan ook nostalgisch zijn.

‘Zong Ciske – ik bedoel de grote – niet een beetje vals?’ vroeg mijn dochter. 

Ze lette op esthetische zaken als betrof het een auditie van The Voice of Holland, al hadden we – eerlijk is eerlijk – allemaal onze oren even gespitst toen Danny begon: kon hij het nog? De musical was inmiddels een duizelingwekkend filosofisch labyrint geworden over de relatie tussen werkelijkheid en fictie, het verstrijken van de tijd, vergankelijkheid, wat een kleine arme witte jongen boos maakt en hoe hij zich dan uitdrukt, of je de schuld aan je moeder en vader kunt geven als jij een straatschoffie wordt, of tuchthuizen helpen, en of politici acteurs zijn – want Boris van der Ham had zich voortreffelijk vermomd als acteur. 

Gaat dat zien, dit nostalgische spektakel over de boosheid van een kleine witte arme jongen! Net als in de musical is ook hij inmiddels groot geworden, al vinden we zijn schelden niet meer zo schattig. Hij heet nu de boze witte man.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.