Home Stine Jensen: Mental toughness

Stine Jensen: Mental toughness

Door Stine Jensen op 01 januari 2019

Stine Jensen: Mental toughness
Cover van 01-2019
01-2019 Filosofie magazine Lees het magazine

Mijn zus won vroeger alles. Goud met schaken, rolschaatsen, tafeltennis. Van ons beiden (we zijn een eeneiige tweeling) had zij een winnaarsmentaliteit, die bestond uit doorzetten, zelfvertrouwen en gedrevenheid. Ik was ook best goed, maar toen ik erachter kwam dat je met verliezen in Nederland ook aantrekkelijke prijzen kon winnen (troost- en poedelprijzen) koos ik al snel eieren voor mijn geld.

Waarom heeft de één een winnaarsmentaliteit en de ander niet, of minder? Volgens sommige sportcoaches zit het in de aard van het beestje. Als ik kijk naar mijzelf en mijn zus denk ik dat dit aardig klopt; anderzijds heb ik me altijd afgevraagd of ik met de juiste mentale aanmoediging niet ook vaker goud had kunnen winnen, zeker als je bedenkt dat we als eeneiige tweeling hetzelfde DNA-pakket hebben en in dezelfde omgeving zijn opgegroeid. Onlangs stuitte ik op het begrip mental toughness, tegenwoordig het buzzword in sport- en leiderschapsonderzoek. Het werd in 2002 gemunt door de Schotse wetenschapper Peter McClough en het wordt nu wereldwijd gebruikt om prestaties in de sport, op scholen en in bedrijven beter te begrijpen en te verbeteren. Het is ook, aldus McClough, het meest verkeerd geciteerde en onjuist toegeëigende begrip uit de wetenschap. Door rechts wordt het vaak ten onrechte gelezen als een pleidooi voor méér mental toughness, door links als een bewijs dat de tegenhanger, gevoeligheid, wordt ondergewaardeerd.

Mental toughness is opgebouwd uit vier componenten: zelfvertrouwen, uitdaging, controle en toewijding. Hoe hoger je op deze assen scoort, hoe meer mentale ‘hardheid’ je hebt. Mijn zus en ik deden samen de test voor een programma dat ik voor HUMAN maak over de kracht en keerzijde van positief denken. De vragen van de test vond ik nogal filosofisch. Neem deze: ‘Zou je willen dat je leven meer of minder voorspelbaar was?’ Ik bedacht dat het leven in principe al onvoorspelbaar is – er kan in het grillige universum immers zomaar iets gebeuren (ziekte, een ongeluk) –, dus dat ik graag zou tekenen voor een bewijs dat ik gezond mag leven tot pak ’m beet 98 jaar. Anderzijds: in mijn agenda staan al afspraken voor het jaar 2020 en meer (leuke) onvoorspelbaarheid zou welkom zijn. Mijn zus had de vraag anders geïnterpreteerd: er stond niet ‘het leven’, maar ‘jouw leven’. Gewoon ‘ja’ of ‘nee’ kiezen dus. Dat leek me nu typisch de keuze van een mentally tougher persoon: de vraag zo interpreteren dat hij helder is, ook als je filosoof bent (want dat is mijn zus ook). Mijn zus kwam als de mentally toughest uit de bus, maar niet op alle assen. Het leverde een mooi gesprek op over winnen en verliezen en de hardheid die in sommige beroepsgroepen van je verlangd wordt.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.