Home Stine Jensen: Foto

Stine Jensen: Foto

Door Stine Jensen op 24 september 2015

Cover van 10-2015
10-2015 Filosofie magazine Lees het magazine
Nog even over dé foto, het aangespoelde dode jongetje. De foto was – zo werd vlot vastgesteld – iconisch, historisch en een ‘gamechanger’. Zoals eerder de foto van het napalmmeisje. Of het ernstig ondervoede jongetje waar een aasgier naar zat te loeren. Gamechanger, want er was nu een kentering in de houding naar vluchtelingen waarneembaar: het besef dat vluchtelingen mensen zijn, zoals jij en ik. En dat men wil helpen. 
 
Ook ik keek verbijsterd naar de foto, terwijl het zeker niet de eerste foto was die ik zag van een jong slachtoffer van de oorlog in Syrië. Maar de voortdurende herhaling van het beeld in diverse media bewerkstelligde prompt het merkwaardige effect van onze dolgedraaide beeldcultuur: namelijk dat we, murw als we zijn geworden van de vele beelden, prompt wéér murw dreigen te worden als we de foto dezelfde dag tientallen keren te zien krijgen. Ook ontvouwde zich de welbekende mediacompetitie: wie heeft als eerste de fotografe te pakken, wie de vader van het kind, wie deagenieke BN’er die nu als eerste een vluchteling in huis neemt? En welke BN’er neemt de meeste vluchtelingen in huis? De foto van het ondervoede Afrikaanse kind met de wachtende aasgier kwam prompt in een ander daglicht te staan: de aasgier, dat zijn de media (en misschien wijzelf, als mediaconsumenten). Deze dubbelheid was met name voelbaar in de populairste talkshow van Nederland, DWDD, waar Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van NRC Handelsblad, zijn journalistieke dilemma besprak: groot of klein afdrukken? Hoe interessant een kijkje in de keuken van de dagbladjournalistiek ook is, de perversiteit van de medialogica was direct voelbaar: nauwelijks tijd voor echte reflectie, een hoofdredacteur die een krant moet verkopen en in de populairste talkshow meepraten is dan altijd prettig, en die aast op haar beurt op de kijkcijfers. Een cynicus zou kunnen opmerken dat het toneelstuk empathie wordt opgevoerd. 
 
Maar het cynisme heeft ook weer iets pervers, want wie durft te twijfelen aan gevoelens van ontzetting en goede bedoelingen? (De column is trouwens bij uitstek een aasgierengenre – het pikt altijd het lichaam van een of ander). 
 
In Regarding the Pain of Others (2003) deed Susan Sontag iets opmerkelijks. Ze nam, net als in haar eerste boek over de iconografische kracht van foto’s, On Photography (1977) geen afbeeldingen op. In een consumptiemaatschappij worden we gebombardeerd met visuele stimuli, stelde ze. Sontag zag het juist, en het blijft zoeken naar alternatieven om onze sensitiviteit te bewaren. Sommige mensen besloten de foto niet te delen, ze deelden op Facebook symbolisch een zwart vlak. Radio was mijn alternatief. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.