Vrouwen die ervoor kiezen om de rollen traditioneel in te vullen doen niets verkeerd volgens Gina Schouten. Maar de institutionele structuren die vrouwen in deze rollen duwen, zijn wel onrechtvaardig.
Nadat Kamala Harris tot vicepresident was verkozen, deelden veel ouders video’s van hun jonge dochters die naar haar speech keken. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat ambities die mensen hebben beïnvloed worden door de rolmodellen die ze te zien krijgen. Om die reden is het belangrijk dat meer vrouwen politieke functies bekleden,’ zegt Gina Schouten, Associate Professor filosofie aan Harvard University. ‘Maar om dat te bereiken is er sociaal beleid nodig dat het vrouwen mogelijk maakt om fulltime te blijven werken, zelfs als ze ervoor kiezen om kinderen te krijgen.’
In haar recent gepubliceerde boek Liberalism, Neutrality and the Gendered Division of Labor vraagt Schouten zich af hoe we dit politiek gezien het best kunnen aanpakken. ‘Vanuit liberaal oogpunt is het belangrijk om recht te doen aan het neutraliteitsprincipe. Dat houdt in dat de staat geen oordeel mag vellen over de waarden die burgers willen naleven. Het is namelijk niet zo dat iedere vrouw de morele verantwoordelijkheid heeft om grootse ambities te hebben. Het is belangrijk om vrouwen de mogelijkheid te bieden hun ambities te verkennen, zonder te suggereren dat vrouwen die ervoor kiezen om traditionele rollen te vervullen, zoals die van moeder en verzorger, iets verkeerd doen. Tegelijkertijd is de staat wel verantwoordelijk voor het dichten van de loonkloof tussen mannen en vrouwen, hoewel die veelal in stand gehouden wordt door de vrijwillige keuzes die burgers maken.’
Volgens Schouten denken sommige filosofen dat deze spanning aantoont dat het onmogelijk is om feministisch én politiek liberaal te zijn. ‘Maar dat vind ik voorbarig. Ik geloof dat we liberale politieke principes wel kunnen rijmen met progressief sociaal beleid voor gendergelijkheid.’
Schouten geeft les in educational justice en politieke filosofie, maar is vroeger nooit van plan geweest om de filosofie in te gaan. In eerste instantie wilde ze sociaal werker worden. Maar langzaamaan wilde ze meer weten over de maatschappelijke structuren die ervoor zorgen dat bepaalde groepen systematisch kwetsbaar zijn. Uit nieuwsgierigheid besloot ze een aantal filosofievakken te volgen. Inmiddels kan ze zich niet meer voorstellen hoe het leven zonder filosofie zou zijn. Schouten doet onder andere onderzoek naar Rawls’ liberale politieke filosofie, en haar kantoor grenst aan zijn vroegere kantoor.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
‘Vrouwen hebben geen morele verantwoordelijkheid om grootse ambities te hebben’
De filosofie staat volgens haar niet zo ver af van sociaal werk. ‘Op Harvard geef ik les aan aankomende topmanagers. Ik probeer ze kritisch te leren nadenken over de moeilijke beslissingen die ze later ongetwijfeld zullen moeten nemen. Het is daarbij belangrijk dat ze leren om op een fijngevoelige manier rekening houden met minder bevoorrechte groepen in de maatschappij.’
En met diezelfde fijngevoeligheid zouden we ook vrouwen in ogenschouw moeten nemen, meent Schouten. In haar boek buigt ze zich over de traditionele verdeling van zorg en arbeid tussen mannen en vrouwen, en stelt ze dat dit een politiek probleem is. ‘Toen ik aan het boek begon, was het voor mij belangrijk om niet te impliceren dat vrouwen die ervoor kiezen een traditionele zorgrol op zich te nemen, verkeerd bezig zijn. Ik wilde weten hoe institutionele structuren vrouwen in deze rollen duwen, niet waarom individuele vrouwen er wel of niet voor kiezen om aan traditionele verwachtingen te voldoen. Tegelijkertijd is het wel problematisch dat de meerderheid van alle vrouwen de meeste zorgtaken op zich neemt. Ik wilde dus begrijpen of er sprake is van politieke onrechtvaardigheid.’
Volgens de feministische filosoof Susan Okin leidt de traditionele verdeling van zorg- en werktaken tot een onrechtvaardige verdeling van goederen. Maar volgens u is dat niet waar het echte probleem ligt.
‘Op het eerste gezicht lijkt dit een veelbelovende analyse van het probleem. Doordat mannen fulltime buiten de deur werken en vrouwen de meeste huiselijke zorgtaken op zich nemen, ontstaat er grote ongelijkheid in inkomen, maatschappelijke machtspositie, gezondheid, en zelfs in vrije tijd. Het probleem is volgens Okin niet de traditionele rolverdeling zelf, maar dat deze rolverdeling leidt tot een ongelijke verdeling van goederen, waardoor vrouwen er slechter vanaf komen dan mannen.’ Volgens Schouten is de traditionele rolverdeling zelf onrechtvaardig, en de verdeling van goederen slechts een symptoom van een dieper liggend probleem van onrechtvaardigheid.
Zo wordt volgens Schouten de ongelijke verdeling vaak ten onrechte aan gender gekoppeld, terwijl die verdeling ook los van gender al onrechtvaardig is. Denk aan de Amerikaanse working poor: mensen die een baan hebben en nog steeds onder de armoedegrens leven. ‘Dat is duidelijk niet eerlijk verdeeld,’ zegt Schouten. ‘En ja, er zijn meer vrouwen dan mannen in die positie, en dat is opmerkelijk. Maar de onrechtvaardigheid ligt in het feit dat deze personen te arm zijn om een menselijk bestaan te leiden, ongeacht of ze man of vrouw zijn.’ Tegelijkertijd kan sociaal beleid dat als doel heeft om bepaalde ongelijkheden te verminderen, de ongelijke zorgverdeling niet verminderen. Het kan die zelfs verergeren. ‘Stel je voor dat we er als maatschappij voor zouden kiezen om huiselijke zorgtaken financieel te compenseren, om zo de inkomensongelijkheid tussen mannen en vrouwen te verminderen. Dat zal ertoe leiden dat vrouwen relatief nog meer zorgtaken op zich zullen nemen. We moeten dus een type beleid opzetten dat mannen expliciet motiveert om zorgtaken op zich te nemen en vrouwen aanspoort om te blijven werken.’
Daarbij komt dat veel ongelijkheden volgens Schouten tot stand komen door de persoonlijke keuzes die mensen maken. ‘De loonkloof tussen mannen en vrouwen ontstaat in veel gevallen doordat vrouwen flexibiliteit en familievriendelijke voordelen verkiezen boven financiële beloningen. Om de loonkloof op te lossen moet er dus gekeken worden naar de reden dat vrouwen en mannen die verschillende keuzes maken, en of dat een politiek probleem is.’
Zijn deze uiteenlopende keuzes volgens u een politiek probleem?
‘Ja, want er is wel degelijk sprake van onrechtvaardigheid. In de meeste westerse maatschappijen is de traditionele zorgverdeling onderdeel geworden van de institutionele structuur van de maatschappij. Dat is een belediging voor de autonomie van de burger. Daarmee bedoel ik niet dat burgers daardoor geen autonome beslissingen meer kunnen nemen; vrouwen kunnen er nog steeds autonoom voor kiezen om alle zorgtaken op zich te nemen, of om juist fulltime te werken. Maar het wordt burgers wel bijna onmogelijk gemaakt om zorg en arbeid op gelijke wijze met hun partner te delen.’
Waarom is het voor burgers moeilijk om een gelijke verdeling van arbeid en zorg na te streven?
‘Ten eerste ligt dat aan de ideal worker assumption. Werkgevers vinden dat ze het recht hebben om van hun werknemers te verwachten dat die fulltime werken, in ruil voor een salaris waarvan ze financieel een gezin kunnen onderhouden. Hierachter schuilt de aanname dat er dan iemand anders thuiszit die de gezinstaken en emotionele taken op zich kan nemen. Daarnaast zouden vrouwen volgens onze problematische sociale normen betere verzorgers zijn, en wordt er dus van hen verwacht dat ze de gezinstaken op zich nemen. Deze veronderstellingen geven mensen dus bijna geen ruimte om autonoom te beslissen over de manier waarop ze hun zorg- en arbeidstaken willen verdelen. Realistisch gezien kunnen partners nu geen gelijke zorg- en arbeidsverdeling nastreven, zelfs niet als ze dat graag zouden willen.’
‘We moeten niet alleen meer vrouwen in door mannen gedomineerde beroepen krijgen’
In de liberale politiek van Rawls, een belangrijke inspiratiebron van Schouten, is autonomie een van de belangrijkste politieke principes. ‘Rawls geloofde dat iedere burger vrij moet zijn om een eigen invulling te geven aan wat een goed leven is. Als de maatschappij zo in elkaar zit dat sommige keuzes – zoals gelijke zorg- en arbeidsverdeling tussen partners – bijna onmogelijk worden, zijn burgers daarin dus minder vrij dan Rawls had gewild. Burgers die wel een gelijke zorg- en arbeidsverdeling nastreven, hebben daarom een legitieme politieke klacht,’ aldus Schouten.
Maar om wat voor soort politiek beleid dit probleem vraagt, blijft een lastige kwestie. ‘Stel dat we er in de Verenigde Staten voor kiezen om iedere partner zes maanden betaald verlof te geven na de geboorte van een kind, in plaats van twaalf maanden per huishouden. Hoewel dat een mooie manier is om mannen te stimuleren evenveel betaald verlof op te nemen als hun vrouw, is het geen goede oplossing voor de meest kwetsbare vrouwen in onze maatschappij, die misschien geen partner of baan hebben.’
Maakt het uit of de beleidsadviseurs die over deze beslissingen gaan vrouw zijn?
‘Over het algemeen denk ik dat vrouwen zich inderdaad meer bewust zijn van bepaalde nuances rondom vraagstukken waar zij urgenter belang bij hebben, zoals het opzetten van goed beleid voor betaald verlof. Maar tegelijkertijd zijn vrouwen geen homogene groep en hebben ze verschillende ideeën over waar hun belangen liggen. Bovendien zijn sommige vrouwen in politieke machtsposities zo geselecteerd dat ze helemaal niet zo geschikt zijn om over de belangen van andere vrouwen te praten.
Daarnaast denk ik dat we in discussies over diversiteit en representatie vaak een belangrijk onderdeel van het gesprek vergeten. We denken vaak dat we koste wat kost moeten streven naar meer diversiteit op door mannen gedomineerde plekken, zoals in de filosofie of de politiek. Maar we moeten ook aandacht hebben voor de plekken waar we vrouwen van weghalen. De taken die vrouwen historisch gezien meer hebben gedaan zijn ook erg waardevol. Als we het hebben over diversiteit, moeten we dus niet alleen praten over hoe we meer vrouwen in door mannen gedomineerde beroepen moeten krijgen, maar ook over hoe meer mannen door vrouwen gedomineerde beroepen moeten uitoefenen omdat ze waardevol zijn. Deze keerzijde van alle goede bedoelingen wordt in de discussie over diversiteit vaak vergeten.’
Ook worden vrouwen die in door mannen gedomineerde beroepen werken volgens Schouten geconfronteerd met lastige dilemma’s. ‘Als je als vrouw in een door mannen gedomineerd beroep werkt, kun je je leven een beetje makkelijker maken door je zo nu en dan aan mannelijke gedragsnormen te conformeren. Dat is dan je goed recht. Maar elke keer dat je dat doet, mis je een kans om je tegen de dominante normen te verzetten.’ Schouten vindt het belangrijk dat vrouwen hierin voor zichzelf een balans vinden. Maar het zoeken naar die balans is wederom een emotionele last waar vrouwen disproportioneel mee worden geconfronteerd. ‘Als vrouw in een door mannen gedomineerde werkomgeving denk je veel aan dit dilemma, maar het is onzichtbaar emotioneel werk. Misschien is het nog onzichtbaarder dan het emotionele werk van altijd maar degene moeten zijn die eraan denkt verjaardagskaarten te sturen.’
Gina schouten
Filosoof Gina Schouten is associate professor aan Harvard University. Ze doceert over feministische filosofie, de politieke filosofie van John Rawls en ‘educational justice’. In 2019 verscheen haar eerste, veelgeprezen boek Liberalism, Neutrality and the Gendered Division of Labor. Ze is mededirecteur van Havards prestigieuze fellows-in-residence-programma, waar onderzoek wordt gedaan naar oplossingen voor urgente sociaal-ethische problemen. Zelf schrijft Schouten ook regelmatig artikelen over actuele politieke vraagstukken voor onder andere Daily Nous, Boston Review en Crooked Timber.
Beeld Shutterstock