Vandaag de dag treedt de wereld het einde van de geschiedenis tegemoet. Het einde van de geschiedenis betekent dat de reële en ideale wereld met elkaar samenvallen. Alleen wordt dit einde niet bereikt door de wereldwijde realisatie van het ideaal van de liberale democratie, zoals Francis Fukuyama suggereerde in Het einde van de geschiedenis en de laatste mens. Het einde van de wereld wordt vandaag de dag bereikt door de realiteit van de wereld van elke vorm van idealisme te ontdoen. Het einde van de geschiedenis betekent dat er geen principes of waarden meer zijn die de wereld zin en betekenis geven, betekent het einde van de wereld als zinvol verband.
Vincent Blok (1970) is hoogleraar filosofie aan Wageningen University en wetenschappelijke directeur van het 4TU Centre for Ethics of Technology, een samenwerking van vier technische universiteiten gericht op ethiek en technologie. Blok schreef meerdere boeken, waaronder Van wereld naar aarde (2022), waarin hij een nieuwe omgang met de aarde bepleit.
Een klassiek voorbeeld van het einde van de wereld is de ervaring van de Eerste Wereldoorlog. In de loopgraven ervoer men als geen ander de volledige zinloosheid van de dingen. Er zijn twee reacties op die ervaring van zinloosheid en nihilisme mogelijk. Ofwel kun je te midden van de zinloosheid op zoek gaan naar een verborgen zin of hoger doel achter de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog – de iconofilia van ‘het vaderland’, ‘de Duitse geest’, ‘de civilisatie’ etc. Ofwel kun je proberen de volledige zinloosheid van de dood van al die soldaten tot je toe te laten en elke poging zo’n hogere zin te ontdekken ontmaskeren en destrueren.
Ontmaskering van idealen
Een literair voorbeeld van die laatste positie vind je in Reis naar het einde van de nacht van Louis-Ferdinand Céline. De reis naar het einde van de nacht bestaat niet in de zoektocht naar nieuwe idealen of principes die de wereld zin en betekenis geven (de iconofilia die aan Schiller de uitroep Schöne Welt, who bist du? ontlokte), maar is iconoclastisch te noemen. Ze bestaat in de ontmaskering en vernietiging van alle verheven idealen en principes die de wereld constitueerden. Daarin dooft het licht van de idealen die de wereld ooit zin en betekenis gaven en hult de mens zich in een steeds dieper wordende nacht. De dageraad breekt pas aan zodra je je niet langer inspant om ‘redelijk’ en ‘moreel’ te lijken en inziet dat alleen het (over)leven telt. In die zin is Reis naar het einde van de nacht te begrijpen als een reis naar het einde van de wereld.
Je kunt dit iconoclasme de Franse slag van denken noemen, die je niet alleen in het werk van filosofen maar ook bijvoorbeeld in de romans van Michel Houellebecq tegenkomt. Serotonine gaat bijvoorbeeld over een personage die elke binding met de wereld verloren is en zich realiseert dat het niet aan hem is iets te veranderen aan die wereldloosheid. Het verhaal laat echter vooral zien dat het onmogelijk is af te zien van idealen en principes die de wereld zin en betekenis geven. Als je de dramatische uitspraak ‘Niemand in het Westen zal nog gelukkig zijn’ tot je toelaat, dan kan het niet anders dan dat het boek je oproept opnieuw te vragen naar idealen of principes die een nieuw zinvol verband stichten in de huidige wereldloosheid.
Reizen
Je hoeft niet mee te gaan met Houellebecq, of met Célines hoofdpersoon Bardamu, die denkt dat het einde van de geschiedenis aanbreekt zodra je in het hier en nu bij de feiten blijft, niet langer droomt over verheven idealen en je hoop niet langer vestigt op de toekomst. In weerwil van de hoofdpersoon van het boek geeft het boek zelf ook aanleiding om niet mee te gaan met zijn gedachtegang. Als je het boek tegen de haren in strijkt, dan zie je dat Reis naar het einde van de nacht getuigt van nog een andere reis. Je kunt het einde van de geschiedenis namelijk pas zien dankzij de reis van het vertrouwde of eigene van de wereld naar het vreemde: ‘Dat is nou ballingschap, het buitenland, ’t is die onverbiddelijke kijk op het leven zoals ’t werkelijk is, gedurende die paar heldere uren, uitzonderlijke momenten in het tijdsbestek van het menselijke bestaan, waarin je de gewoonten van een vorig land achter je laat, zonder dat de andere, de nieuwe gewoonten je al volkomen afgestompt hebben.’
Even tussendoor… Meer lezen over filosofie en literatuur? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
De reis van de vertrouwde wereld naar het vreemde geeft je heel even zicht op de onbepaaldheid en openheid van het leven, namelijk op het moment dat je de vertrouwde wereld achter je laat en je het vreemde nog niet eigen gemaakt hebt: ‘Reizen betekent ’t zoeken naar dat ledige, naar die kleine duizeling voor klootzakken…’ Door de reis van de vertrouwde wereld naar het vreemde zie je pas het zinloze en zinledige van de wereld waarin je tot dan toe als vanzelfsprekend leefde, dat wil zeggen het einde van de geschiedenis.
Anderzijds veronderstelt deze reis van de vertrouwde wereld naar het vreemde zelf alweer geschiedenis, namelijk de voltrekking van de overgangen van het eigene naar het vreemde waarin die reis alleen ‘geschieden’ en plaatsvinden kan. Dat betekent dat de wereld die vandaag de dag het einde van de geschiedenis tegemoet treedt, nog ontstoken is door het nachtelijke licht van de geschiedenis. Het einde van de geschiedenis duidt daarmee niet alleen op het einde van de wereld, maar opent vooral je ogen voor de geschiedenis waarin werelden ten einde zijn en nieuwe kunnen ontstaan.
Dit is een bewerkt fragment uit Een nieuwe zin van het leven van Vincent Blok, dat op 6 juni 2024 verschijnt bij uitgeverij Noordboek.
Een nieuwe zin van het leven. De roman als wegwijzer in een kantelende wereld
Vincent Blok
Noordboek
272 blz.
€ 22,90