Een heilige met menstruatiebloed op haar dij. Zo beeldt de Chileense kunstenaar Cecilia Vicuña zichzelf af, in een oproep om de wereld te bekijken door de wereld van de minst-bevoordeelden.
Ik was in mijn studio in Londen toen ik hoorde dat Salvador Allende, onze socialistische president, was overleden na een militaire staatsgreep. In één dag kwam er een einde aan honderdvijftig jaar democratie’, schrijft de Chileense kunstenaar Cecilia Vicuña (1948) in haar autobiografie. ‘Voor mijn gevoel was Chili als land vanaf dat moment ook ten dode opgeschreven. In de maanden die volgden, werden Allendes aanhangers gemarteld, verhoord en vanuit helikopters in de oceaan gegooid. Als reactie hierop schilderde ik de woestijn van Chili en ernaast een grote druppel bloed die in de oceaan valt. Een jaar later overvielen soldaten het huis van mijn vriendje in Santiago, op zoek naar subversief materiaal. Ze vonden een van mijn schilderijen en staken dat kapot.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees