Met een metafoor vat vertaler W. Hansen de aard en omvang van Hannah Arendts werk treffend samen: haar oeuvre bestaat uit een archipel van boeken, omgeven door een zee van essays. Die essays zijn een gigantische, nog steeds te ontdekken zee, zowel in ons taalgebied als daarbuiten. Denken zonder leuning bestaat, zo zegt de uitgever, uit een selectie nooit eerder in het Nederlands verschenen essays. Dat is niet helemaal waar. Zo is het laatste essay – Arendts lofrede op Heidegger – eerder al in Dirk De Schutters Martin Heidegger – een apologie (2015) opgenomen. Dat neemt niet weg dat de bundel een triomf van het denken is. Al is de gemaakte selectie van tien essays te willekeurig om een hecht geheel te vormen.
Onder redactie van Jerome Kohn zijn de afgelopen twintig jaar verschillende essaybundels van Arendt in het Engels verschenen. Kohn was de laatste assistent van Arendt en is nu trustee van het Hannah Arendt Bluecher Literary Trust. Soms zijn die essaybundels zeer ruim en stoort het niet dat er geen thematische of chronologische ordening aan te pas komt. Door hun omvang krijg je toch een totaalbeeld. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan Essays in understanding, 1930-1954 (2005). De essays daarin gaan over van alles en nog wat, maar na 450 bladzijden heb je je wel met Arendt vertrouwd gemaakt.
Daarnaast heeft Kohn ook essaybundels samengesteld die beperkter zijn in omvang, maar door hun slimme, thematische selectie blijven die overeind staan. Een voorbeeld daarvan is The promise of politics (2005). Dat werk bestaat uit zes essays van Arendt, die allen rond één duidelijk kernaspect van haar denken draaien, namelijk haar stelling dat de betekenis van politiek vrijheid is, en dat dit betekent: handelen.
Wereldloos
Een kerngedachte van Arendt is dat de publieke ruimte eeuwenlang aan erosie onderhevig is geweest. Schuld voor de uitholling treft de filosofie: die heeft na de Romeinse tijd het vita contemplativa, het beschouwende leven, omarmd en het vita activa, het actieve publieke leven, verwaarloosd. Daarmee is volgens Arendt de werkelijke betekenis van vrijheid verloren gegaan. Een mens kan pas vrij zijn ín de publieke ruimte, ín de polis, ín het politieke handelen. Vrijheid is iets wat tussen mensen bestaat. Maar door het vita contemplativa te cultiveren is die tussenruimte waarin de mens zich tot zijn medemens verhoudt en zijn vrijheid kan realiseren verloren gegaan. Arendt noemt dat de verwoestijning van de polis, of met een prachtig neologisme: worldlessness.
De wereld tussen mensen brokkelt af wanneer zowel intellectuelen als andere mensen het idee hebben: de politiek interesseert me niet, ik trek me terug in mijn innerlijke citadel. Ik ben pas vrij, wanneer ik vrij ben van politiek. Het gevolg van die ingesteldheid is volgens Arendt niet enkel dat de publieke ruimte verbrokkelt of dat de menselijke vrijheid wegkwijnt; de mens zelf kwijnt weg. Wat de mens tot mens maakt is immers zijn mogelijkheid tot politiek handelen.
Vrijheid is iets tussen mensen
Het is de heilige drie-eenheid van Arendts filosofie: politiek is vrijheid, is handelen. Die kerngedachte van Arendt is ook meermaals in Denken zonder leuning terug te vinden, zoals in de boeiende essays ‘De vrijheid om vrij te zijn’, ‘Arbeid, werk, handeling’ en bovenal in ‘Vrijheid en politiek’. Het laatstgenoemde essay is een lezing, maar die omschrijving doet de tekst te kort. In slechts dertig bladzijden gaat Arendt ideeënhistorisch zowel diep als breed, en verschaft ze een treffend inzicht in de volgens haar ‘werkelijke’ betekenis van vrijheid: vrijheid als politiek handelen. Arendt omschrijft vrijheid en politiek als twee zijdes van dezelfde medaille. Ze linkt het vrije, politieke handelen ook aan haar zeer originele notie van virtuositeit: zoals een pianist zijn virtuositeit alleen maar in de aanwezigheid van anderen in de concertzaal kan etaleren en realiseren, zo vergt ook het vrije handelen de aanwezigheid van anderen in de polis.
Vrij zijn en politiek handelen is een vorm van virtuositeit. Alleen al met die gedachte toont Arendt dat ook het denken virtuoos kan zijn, en die virtuositeit spreidt ze zelf veelvuldig in haar essays tentoon. Toch is de selectie en rangschikking van de essays te arbitrair om een goede indruk van haar werk te geven. Het ontbreekt aan een verbindende rode draad en het is zoeken naar een logische interne samenhang. Denken zonder leuning is een soort amuse-bouche van het denken van Arendt; heerlijke voorproevertjes, maar een stevig hoofdmaal blijft uit.
Denken zonder leuning. Essays over vrijheid, cultuur en politiek
Hannah Arendt
vert. W. Hansen
Atlas Contact
288 blz.
€ 29,99