Home Taal ‘Niet altijd’
Taal Waarheid

‘Niet altijd’

Praktisch filosoof Elke Wiss stelt elke maand vragen bij stellige uitspraken die ze tegenkomt.

Door Elke Wiss op 18 augustus 2023

Elke Wiss genieten

Praktisch filosoof Elke Wiss stelt elke maand vragen bij stellige uitspraken die ze tegenkomt.

FM9 FM 9 Filosofie Magazine intuïtie
09-2023 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Je kunt er bijna de klok op gelijkzetten: ergens in een discussie, zo’n pittige, zo eentje met voors, tegens, mitsen, maren, overtuigen en weerleggen, komt deze voorbij: ‘niet altijd.’

Iemand probeert een onderbouwde mening te formuleren over geweld tegen vrouwen, doet een poging tot uitleggen waarom mensen van kleur aanstoot kunnen nemen aan Zwarte Piet of denkt hardop na over het idee dat je elkaar in een vriendschap de waarheid moet kunnen zeggen. Zelfs de simpele bewering dat een schaap vier poten heeft lokt een variant van deze reactie uit.

‘Het zijn niet altijd mannen.’

‘Niet alle mensen van kleur vinden Zwarte Piet vervelend.’

‘De waarheid zeggen is niet altijd bevorderlijk voor je vriendschap.’

‘Een schaap heeft niet altijd vier poten; Dolly had er namelijk vijf!’

Even tussendoor… Meer columns lezen van Elke Wiss? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Waarom bedienen we ons van dit argument om ons gelijk mee te halen? Is de frase ‘niet altijd’ een zwaktebod waarmee je zeker weet dat je het altijd bij het rechte eind hebt? Of is het een goede manier om je gesprekspartner uit zijn eigen cocon te halen en hem de randen van zijn overtuigingen te tonen?

Zeg je er eigenlijk iets inhoudelijks mee – en zo ja, wat dan precies?

Er zijn immers zeer weinig – misschien wel geen – zaken die overal en altijd gelden. Dat weten we doorgaans wel, dus dat benoemen versnippert eerder een gesprek dan dat het scherpte of verdieping oplevert.

We richten ons graag op de uitzondering

We richten ons blijkbaar graag op de uitzondering. Die ene keer dat níét opgaat wat de ander beweert. Waarom vinden we het zo belangrijk – of wellicht verleidelijk – om daar de focus op te leggen?

Gebruiken we ‘niet altijd’ om iets waardevols toe te voegen aan het gesprek? Of vinden we het gewoon té lekker om dat kleine momentje van triomf van het kleine gelijk te ervaren?

Kun je ‘niet altijd’ beter achterwege laten in een discussie? Of geldt hiervoor nou juist hetzelfde: je kunt ’m gebruiken, maar beter niet altijd?