Universiteitscampussen zijn in toenemende mate het strijdtoneel van protest. Vaak eisen demonstrerende studenten dat de universiteit zich politiek manifesteert. Bijvoorbeeld door de banden met de fossiele industrie te verbreken, of samenwerkingen met Israëlische universiteiten. Activistische studenten uiten geregeld kritiek op de universiteit vanwege vermeende afzijdigheid. Maar academische positionering valt ook niet altijd goed. De Amerikaanse filosoof Nancy Fraser ontving in het voorjaar van 2024 een mail waarin stond dat de Universiteit van Keulen haar geplande gasthoogleraarschap annuleerde. De reden: Fraser had een aantal maanden eerder een brief ondertekend waarin solidariteit werd betuigd aan de Palestijnen en de aanval op de Gazastrook werd veroordeeld. De universitaire gemeenschap kan zich niet onttrekken aan het politiek geharnaste klimaat. Dat zet ethische reflectie op de politieke rol van de universiteit op scherp. Moeten universiteiten stelling nemen in gepolariseerde discussies?
Dit artikel is exclusief voor abonnees
JA
De kritische geest van de academie maakt de universiteit inherent activistisch. Academisch onderwijs en onderzoek draaien niet alleen om het verwerven van wetenschappelijke kennis, maar ook om een kritische houding tegenover politiek en moraal. Het opkomen voor mensenrechten en het ageren tegen onvrijheid en grootschalig onrecht vloeien daaruit voort. Daarbij moet er ruimte zijn voor meerstemmigheid, maar dat betekent niet dat de universiteit geen normatief standpunt mag innemen.
Neem een complex thema als genocide. Juist vanuit een academische invalshoek kan daarover de nodige helderheid worden gebracht. Universitaire onderzoekers en docenten met relevante expertise zijn in staat een genuanceerd beeld te schetsen. Maar genuanceerd betekent nog niet neutraal. Uit academisch onderzoek kan een duidelijk oordeel naar voren komen en dat hoeft niet onder stoelen of banken te worden geschoven. Onderzoekers en docenten moeten zich juist kwijten van hun ‘rolverantwoordelijkheid’: de specifieke verantwoordelijkheid die zij vanwege hun kennis en invloed als academicus hebben. Dat geldt ook voor de universiteit als geheel. Die moet laten zien waar zij voor staat, zelfs al schopt dat sommigen tegen het zere been. Zoals een Amerikaans rapport over de rol van de universiteit, opgesteld ten tijde van protesten tegen de Vietnamoorlog, al constateerde: ‘Een goede universiteit is, net als Socrates, ontregelend.’
NEE
Een universiteit is geen politieke instelling. Het is bij uitstek een plek waar in een machtsvrije dialoog naar elkaar kan worden geluisterd en het gepolariseerde karakter van online discussies kan worden ontstegen. Academici kennen de beginselen van een zuiver en goed geïnformeerd debat en moeten hiervoor een podium bieden, zonder dat podium zelf op te eisen.
Een goed academisch debat geeft ruimte aan verschillende stemmen en standpunten. Niet met de bedoeling om een sluitende visie te ontwikkelen, maar om te streven naar gedeeld begrip en voortschrijdend inzicht. Als het over politieke en morele vraagstukken gaat is van groot belang om te bereiken wat John Rawls een overlapping consensus noemt: opvattingen waar groepen en individuen die vanuit heel verschillende visies en doctrines vertrekken het niettemin over eens kunnen worden. Deze hang naar overeenstemming strookt met de geest van een inclusieve academische gemeenschap. De discussie is belangrijker dan de uitkomst. Voorstanders van een activistische universiteit draaien deze volgorde om en brengen hierdoor het academische debat in het nauw. Als de universiteit zelf nadrukkelijk stelling neemt, kan die de functie als vrijplaats voor een open debat niet goed meer vervullen. Een universiteit die de academische vrijheid belangrijk vindt, laat zich niet voor het karretje van activistische groepen spannen.