Home Moreel dilemma Moreel dilemma: Mag je er macabere fantasieën op na houden?
Moreel dilemma

Moreel dilemma: Mag je er macabere fantasieën op na houden?

Kan een fantasie immoreel zijn? Of mag je onbeperkt je gedachten laten gaan?

Door Jeroen Hopster op 25 juni 2020

macabere fantasie fantasieën moreel dilemma beeld Bas van der Schot

Kan een fantasie immoreel zijn? Of mag je onbeperkt je gedachten laten gaan?

Cover van 07/08-2020
07/08-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

Alleen in uw fantasie bent u echt vrij,’ schrijft Arnon Grunberg. Fantasieën zijn volgens de schrijver niet gebonden aan morele beperkingen. ‘Verkrachting, dieren, kinderen, buitenaardse wezens, vernedering – in de fantasie mag alles.’ Volgens Grunberg valt fantasie buiten de moraal. Anderen ondervinden er immers geen hinder van. Welke fantasie je erop na houdt is eenpersoonlijke en geen morele aangelegenheid. Pas als je wenst dat je fantasie werkelijkheid wordt, komt de moraal langzamerhand in het spel. Maar zolang het niemand schaadt, moet iedereen vrij zijn om er zijn of haar eigen fantasieën opna te houden. Doorgeschoten moralisme is nergens goed voor, een gedachtepolitie wil niemand. Toch kun je je afvragen of de grens tussen fantasie en wil niet troebeler is dan Grunberg voorstelt. Spreekt uitelke fantasie niet een zekere wens? En moet je daar wel altijd aankunnen toegeven?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Ja

Fantasieën komen in verschillende soorten en maten. Sommige fantasieën ontstaan spontaan en zijn ongecontroleerd: ze overkomen je. Neem een droom waarin je een seksuele fantasie beleeft die je er in het wakende leven niet op na houdt. Kerkvader Augustinus erkende in zijn Belijdenissen dat hij zich schuldig voelde omdat hij seksuele dromen had. Een dergelijk schuldgevoel lijkt, buiten een religieuze context, echter misplaatst. Dromen hebben doorgaans geen, of hooguit een zwakke link met wensvervulling. We kunnen onze dromen niet kiezen, we hebben er geen controle over (lucide dromers uitgezonderd). ‘Gij zult geen seksuele dromen hebben!’ zou een absurd gebod zijn. Waar je geen controle over hebt, daar draag je ook geen morele verantwoordelijkheid voor.

Nee

Maar is elke fantasie even onschuldig? Volgens menige filosoof heeft dat wat zich afspeelt in de geest ook moreel gewicht. Neem Immanuel Kant, die stelde dat de intentie van een handeling van invloed is op het morele gehalte ervan. Iemand die geld doneert vanuit generositeit of compassie handelt moreel, maar dat geldt niet voor iemand die geld doneert vanuit pure ijdeltuiterij. Motivatie en intentie doen ertoe. Moreel handelen staat of valt met wat je vindt en voelt.

Verbeelding is een verkenning, fantasie een wens

Ook fantasieën kunnen motivaties en intenties beïnvloeden, zelfs gedrag. Wie er kwaadaardige fantasieën op na houdt, die zal vermoedelijk ook eerder een kwaadaardige handeling begaan. En zelfs al blijft het bij pure fantasie, ook dan lijkt er ruimte te zijn voor morele evaluatie. Niet in de vorm van een strikt verbod, maar wel in termen van goed- of afkeuring. Ook al is een macabere fantasie niet verboden, toch kunnen we die fantasie beoordelen als afkeurenswaardig. Dat geldt ook voor de fantasieën die Grunberg noemt, van verkrachting tot vernedering. Als pure fantasie vallen die buiten het stelsel van morele geboden en verboden, maar we kunnen ze wel als ‘onfatsoenlijk’, ‘onterend’, ‘onwenselijk’ of ‘gruwelijk’ beoordelen. Ze lenen zich voor een morele beoordeling in bredere zin.

Sluimerend verlangen

In de ethiek van de fantasie is nog een verder onderscheid nuttig: fantasie versus verbeelding. Onder fantasieën verstaat men doorgaans denkbeelden waarin iemand genoegen schept. Fantasieën zijn gelieerd aan wensen en verlangens, en doorgaans positief van aard: een verdrietige fantasie kom je niet snel tegen. De verbeelding daarentegen ligt lang niet altijd in het verlengde van persoonlijke verlangens. Verbeelding gaat veeleer over verkenning van mogelijkheden, los van persoonlijke wensen. Dat een romancier over een moord schrijft, betekent nog niet dat hij of zij in werkelijkheid een moord wil begaan. Maar als een romancier over een moord fantaseert, dan klinkt dat wel degelijk als een sluimerend verlangen. In fictieve werken is de verbeelding doorgaans leidend, niet de fantasie. Daarom kunnen literatuur en film zich goeddeels aan de moraal onttrekken, terwijl dat bij persoonlijke fantasieën niet altijd lukt.