Home Leven zonder schuld en verantwoordelijkheid
Vrijheid

Leven zonder schuld en verantwoordelijkheid

Door Jan Verplaetse op 26 oktober 2010

Cover van 09-2010
09-2010 Filosofie magazine Lees het magazine

Het debat over de vrije wil is niet zo belangrijk – we gaan er toch al steeds meer van uit dat die niet bestaat, zegt de Belgische filosoof Jan Verplaetse. Een samenleving zonder schuld en verantwoordelijkheid is dichterbij dan we denken. Maar is dat wel zo erg?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Een van de grootste misverstanden van het vrije-wildebat is dat dit debat over de vrije wil gaat. Dat is niet zo. Het vrije-wildebat gaat niet over de vrije wil, dat mysterieuze vermogen om vrij beslissingen te nemen. Was het maar zo eenvoudig. De vraag is wat de gevolgen zijn als de vrije wil niet bestaat. Is verantwoordelijkheid dan nog wel mogelijk? Kun je schuldig zijn? Heeft het zin om mensen verwijten te maken? Geloof je dat verantwoordelijkheid een vrije wil nodig heeft, dan kom je algauw tot de radicale conclusie dat schuld en verdienste onmogelijk zijn in een wereld zonder vrije wil. Dat je niemand nog iets kwalijk kunt nemen.
Je hoeft de krant maar open te slaan om vast te stellen hoe wereldvreemd die conclusie is. ‘Paniek kost het leven aan 21 doden tijdens de Love Parade in Duisburg.’ Nog niet alle bezoekers hebben het rampgebied verlaten, of de schuldvraag is er al. Wie is verantwoordelijk? Als schuld onmogelijk is, moet de conclusie luiden: niemand. Maar leg dat maar eens uit aan de slachtoffers of hun nabestaanden. Zo’n radicale conclusie schrikt af. Wat heb je aan een waarheid die dermate botst met een samenleving die op schuld en verdienste is gebaseerd? Vandaar dat de meeste filosofen die radicale conclusie niet openlijk verdedigen. Ze zien de meerwaarde niet. Of ze twijfelen aan hun filosofische redenering.

Ik denk dat we die schroom moeten laten varen. Als verantwoordelijkheid niet bestaat in een wereld zonder vrije wil, dan moet je dit hardop durven zeggen. Onzekerheid en twijfel zijn niet meer op hun plaats. De hersenwetenschap weet steeds beter dat de vrije wil niet bestaat. Bovendien biedt leven zonder verwijten wel degelijk meerwaarde. Het is beslist geen wereldvreemd alternatief. In veel maatschappelijke domeinen zie je nu al ontwikkelingen naar schuldloos leven. Leven zonder verwijten is een radicaal idee, maar absoluut geen gek idee. Maar begrijp me niet verkeerd. Leven zonder verwijten is een heel ander leven. We winnen wat, maar we verliezen ook veel.

Klappen

Wat is het gevolg van het idee dat verantwoordelijkheid niet bestaat? Ons rechtssysteem krijgt de grootste klappen. Niet alleen het strafrecht, dat nog altijd een schuldrecht is en gebaseerd op het beginsel nullem crimen sine culpa (zonder schuld geen misdrijf), ook het burgerlijk recht wordt in zijn fundamenten geraakt. Bijvoorbeeld: om aansprakelijk te zijn voor een ongeluk moet je niet alleen een fout of onrechtmatigheid begaan, die fout moet je ook toegerekend worden. Naast het ‘moeten’-element onderscheidt het civiele recht het ‘kunnen-element’. Je bent aansprakelijk omdat je enerzijds niet gedaan hebt wat je móést doen, maar het anderzijds wel degelijk kón doen. Je kon beter naar rechts hebben gekeken, zodat je het bord zag waarop stond dat je voorrang moest verlenen. Bestaat verantwoordelijkheid niet, dan kun je de schadeveroorzaker niets verwijten. Beter naar rechts kijken lag niet in zijn macht. Abstract genomen natuurlijk wel, maar zoom je in op het concrete causale netwerk tijdens de gebeurtenis, dan zul je begrijpen dat die betere keuze niet mogelijk was. Je kunt hem niet aansprakelijk stellen. Hij gaat vrijuit. Het bestaande recht overleeft niet-bestaande verantwoordelijkheid niet. Je kunt geen verbintenissen sluiten, geen schade verhalen en geen boeven vervolgen. Zonder verantwoordelijkheid zijn er geen rechtshandelingen of rechtsfeiten meer. Er zijn alleen nog feiten.

Uiteraard wil niemand dit. Ook wie verantwoordelijkheid verwerpt, wil een rechtsstaat. Zij het een schuldloze rechtsstaat. Maar is recht zonder schuld wel mogelijk? De realiteit is dat veel recht nu al zonder schuld werkt. Neem het aansprakelijkheidsrecht. In de rechtbank leidt het ‘kunnen-element’ tot eindeloze discussies. In principe moeten rechters verwijzen naar je persoonlijke competenties, je kennis, je karakter, je ervaring et cetera om dit element te onderbouwen. Ze halen je mogelijkheden aan, maar botsen ook op je beperkingen, wat voor problemen zorgt. Want de ene mens is de andere niet. De ene is vlugger vermoeid dan de andere. De ene is al wat nerveuzer dan de andere. Hoe dieper je afdaalt in dat ‘kunnen-element’, hoe moeilijker het wordt om iemand iets te verwijten. Vandaar dat rechters dit element liever omzeilen. Meer en meer werken ze met een zogeheten ‘normpersoon’. Ze buigen zich over een dossier met de vraag of een gemiddeld persoon, een goede huisvader, een criteriumfiguur, een ‘maatman’ of enig abstract gefingeerd normaaltype ook zo gehandeld zou hebben. Wie de pech heeft om van die ‘maatman’ af te wijken, is verwijtbaar. Hij is aansprakelijk voor de fout omdat hij zich niet als de ‘maatman’ gedroeg. Of je dit nu kon of niet, je moet dus altijd en overal een goede huisvader zijn, om maar zo’n maatman te noemen. Maar hiermee is het ‘kunnen’-element natuurlijk een ‘moeten’-element geworden.

Objectieve of risicoaansprakelijkheid is een nog duidelijker voorbeeld. Risicoaansprakelijkheid regelt schadeconflicten in alle belangrijke maatschappelijke sferen, zoals arbeid, onderwijs, verkeer, verenigingsleven, diensten of opvoeding. Een recente uitspraak laat zien hoe ver die aansprakelijkheid vandaag de dag gaat. Een orthodontist plaats een beugeltje in de mond van een minderjarige. Hij deelt hem en zijn ouders alle veiligheidsmaatregelen mee. Op een dag pulkt het kind de beugel uit zijn mond zonder de elastiekjes los te maken. Die schieten los en treffen het oog van een ander kind, dat ernstige schade oploopt. De orthodontist wordt door het Hof van Beroep van Luik aansprakelijk gesteld voor de schade. Het Belgische Hof van Cassatie bevestigt de uitspraak.

In sommige sferen – denk maar aan medisch recht – geldt zelfs foutloze aansprakelijkheid. Het doet er niet meer toe of er een fout gemaakt werd. De arts – of beter: zijn verzekering – betaalt. Omdat de samenleving wil dat schade binnen een redelijke termijn vergoed wordt, vindt bestaand recht allerlei lapmiddelen uit die een loopje nemen met de klassieke schuldvraag.

Zelfs in het strafrecht, waar nullem crimen sine culpa nog altijd als grondbeginsel geldt, bevindt de schuldvraag zich in een diepe crisis. Meer en meer overtredingen vallen buiten het strafrecht. Zo is het aantal administratieve boetes dat de overheid oplegt niet meer te tellen. Deze sancties mogen het beginsel ‘zonder schuld geen misdrijf’ schenden. Op die manier kun je minderjarigen die overlast veroorzaken beboeten (al zijn zij ontoerekenbaar) en hoef je geen gevolg te geven aan de creatiefste uitvluchten van parkeerovertreders (al is er daadwerkelijk sprake van overmacht). De boete is immers een administratieve maatregel – eerder een afrekening dan een moment van schuldbepaling.

Ook meer en meer daders vallen buiten het schuldstrafrecht. In België is één op de drie opgesloten daders geestesziek en bijgevolg onschuldig. In de strafrechtketen gaat veel aandacht uit naar de moeilijke vraag of een dader toerekenbaar is. Omdat verantwoordelijkheid niet bestaat is die vraag niet te beantwoorden, maar psychiaters, psychologen en rechters doen alsof ze weten hoeveel psychisch vermogen er nodig is om verantwoordelijk te zijn. In België spreken gerechtspsychiaters elkaar voortdurend tegen. TBS of internering is er mensonterende loterij. In Nederland verloopt de discussie wetenschappelijker en meer binnenskamers. Maar de duisterheid blijft. Toerekenbaarheid is een juridisch etiket dat niet kleeft op psychologische metingen. Onze graduele psychische vermogens bevatten geen punt waar je de verantwoordelijkheidsgrens kunt trekken. Veel logischer zou zijn om schuldrecht te vervangen door zogeheten maatregelenrecht. Steeds meer rechters zien dit in en laten zich nu al bijstaan door multidisciplinaire teams waarvoor de schuldvraag verleden tijd is. Hoe sturen we daders veilig naar de samenleving? Welke maatregelen geven het beste resultaat? Dat wordt de kernopdracht van elke strafrechter.

Verwijtloze conflictoplossing

Maar de meest fundamentele vraag is: waarom hebben we verwijten eigenlijk nodig? Ze luchten op. Natuurlijk. Maar ze maken ook veel kapot. Verwijten zijn volautomatische vuurwapens. Je hebt fout, schuld en sanctie in één kogel. Maar al schieten we graag, we worden niet graag beschoten. Daarvoor hebben we te lange tenen. We zijn hypergevoelig voor verwijten. Verwijten doen conflicten escaleren. Daarom zie je ook steeds meer verwijtloze conflictoplossing. Echtparen lijmen hun relatie via bemiddeling. Zakenpartners praten weer met elkaar dankzij bemiddeling. Therapeuten leren hun cliënten om hun verwijten op te bergen, over hun verwijten heen te stappen. Ze leren hun te aanvaarden dat je het verleden niet kunt veranderen. Hoogstens de toekomst. In beperkte mate.

Niet alleen professionals in recht en hulpverlening omarmen verwijtloze conflictoplossing, als consument verwachten wij dit ook van wie goederen of diensten aanbiedt. Scannen we zelf in de supermarkt, dan willen we geen verwijten horen als onze rekening na controle niet helemaal klopt. Plugden we iets verkeerd in tijdens de installatie van een nieuwe computer, dan verwachten we een begrijpende helpdesk. Geen bullebak die kritiek levert. We beseffen goed dat je zonder verwijten veel meer bereikt. Dat verwijten niet nodig zijn. Waarom geldt hetzelfde niet voor wie een ongeluk veroorzaakt? Waarom is schuld dan wél op zijn plaats? Alleen omdat het leed groter is?

Als verantwoordelijkheid een vrije wil nodig heeft, dan zijn verwijten nooit op hun plaats. Maar zoals al gezegd: je hoeft maar op een terrasje naar mensen te luisteren om te beseffen hoe utopisch een verwijtloze samenleving is. We leven nog altijd in een verwijtcultuur. Nochtans zijn er tegengestelde evoluties. Strafrecht evolueert naar maatregelenrecht. Aansprakelijkheidsrecht wordt verzekeringenrecht. Conflicten worden steeds meer via bemiddeling geregeld. Alleen in ons privéleven en in de pers komen verwijten nog ongeremd voor.

Donker risico

Al is leven zonder verantwoordelijkheid op het eerste gezicht absurd, het is niet ondenkbaar en het biedt perspectieven. Maar er is ook een donker risico. In een verwijtloze wereld wordt onze keuzevrijheid erg voorwaardelijk. Als niemand verantwoordelijk is, maar overheden of verzekeringsmaatschappijen moeten opdraaien voor de schade, dan willen zij fouten en misdrijven verhinderen. Preventie wordt het elfde gebod. In die mate misschien dat overheden of verzekeraars onze keuzevrijheid gaan wantrouwen. Bij het minste risico beperken ze die of verhogen ze de premies. Welkom dus in de maatschappij van snelheidsbegrenzers en alcoholsloten. Wie zich nu al ergert aan de bemoeizucht van de autogordelverklikker, voelt ongetwijfeld weerzin bij het vooruitzicht van ingeplante breinchips die verstrooide of vermoeide automobilisten naar de pechstrook voeren. Maar is dit vooruitzicht geheel nieuw? Wie tegenwoordig nog rookt, rood vlees eet, te veel drinkt, met de wagen rijdt of met het vliegtuig reist, krijgt stilaan het schaamrood op de kaken. In naam van het milieu of de gezondheid conditioneren overheden ons tot modelburgers. De vrijbuiter betaalt zich blauw aan rekeningrijden en rekeningroken. Hij doet aan rekeningleven. Ook die keerzijde van een leven zonder verantwoordelijkheid is reeds in volle opmars.

Het lijkt een absurde conclusie dat verantwoordelijkheid en schuld niet bestaan. ‘Verantwoordelijkheid’ is de heilige graal van deze tijd. Maar dat populaire idee bedekt tegenkrachten die aantonen dat een schuldloos leven of een leven zonder verwijten helemaal niet zo absurd is als het lijkt. Het is dichterbij dan je denkt. En bovendien is het filosofisch verdedigbaar.