En nu moet jij het overleven, omdat we van je houden,’ schreef James Baldwin begin jaren zestig aan zijn neefje. Het werd een beroemde brief, waarin Baldwin roerend beschrijft hoe hij als zwarte overeind tracht te blijven in een wereld die hem vaak vijandig gezind is. Deze aangrijpende tekst verscheen in 1963 samen met een langere, essayistische brief onder de titel The Fire Next Time en werd vijf jaar geleden door Harm Damsma voor De Geus vertaald. Onlangs is dit boek, met een voorwoord van Gloria Wekker, ook opgenomen in de klassiekerreeks van Salamander.
Een klassieker is het zeker. Baldwin, bekend als romancier en essayist, beschikt over een buitengewoon scherpe blik, waarmee hij dwars door hevige emoties heen helder analyseert wat het betekent om zwart te zijn in het gesegregeerde Amerika. Het boek is van grote invloed geweest op het denken over racisme, ongelijkheid en uitsluiting en hoe – zonder de hoop op te geven – verder te leven. Baldwin toont overtuigend dat er maar één oplossing is: alleen door inzicht en liefde kunnen we de mens veranderen en redden. Hij wil niet alleen de zwarten bevrijden, want ook de witten moeten gered worden van hun immorele positie en geschiedenis.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
De heldhaftige liefde waar Baldwin toe oproept vergt grote kracht
Minachting
Al noemt Baldwin herhaaldelijk het belang van liefde, dit is geenszins een softe of zijige boodschap. De liefde waar Baldwin toe oproept is heldhaftig en vraagt om grote kracht. Het gaat om liefde voor je naaste, voor jezelf en zelfs – op barmhartige, grootse wijze – voor degene die je onderdrukt. Die eerste liefde, die voor je naaste, maakt Baldwin voelbaar in zijn brief. Liefde voor jezelf is alweer lastiger.
Over de grootvader van zijn neefje schrijft Baldwin: ‘Hij was al geveld lang voordat hij stierf, omdat hij diep in zijn hart werkelijk geloofde wat de witten over hem zeiden.’ Het was de grootvader niet gelukt om van zichzelf houden, hij internaliseerde de minachting die de machthebbers voor hem voelden.
Al wordt er vaak beweerd dat liefde voor jezelf het allerbelangrijkste is, toch kun je je afvragen wat dat precies betekent. Het ‘zelf’ bestaat natuurlijk nooit los van een omgeving. We worden allemaal gevormd door omstandigheden, door wat anderen van ons zeggen en vinden. Als die oordelen die van buitenaf op je afkomen structureel neerbuigend, kleinerend en vernietigend zijn, wordt geloven in jezelf in eerste instantie een vorm van verweer tegen de ander. Baldwin wist dus dat zijn neefje niet vaak genoeg gezegd kon worden: ‘Bedenk alsjeblieft dat wat zij geloven, naast wat zij doen en jou aandoen, niets zegt over jouw vermeende minderwaardigheid, maar alles over hun onmenselijkheid en angst.’
Onwetendheid
In de tweede, langere brief vertelt Baldwin hoe hij als tiener in Harlem, omringd door prostitutie, drank, drugs en criminaliteit, zijn heil zocht in de kerk. Maar zelfs in de kerk werd hem segregatie bijgebracht. ‘Wanneer ons gezegd werd dat we iedereen moesten liefhebben, dacht ik dat daarmee ook werkelijk iederéén bedoeld werd,’ schrijft hij. ‘Maar niks daarvan. Het gold alleen voor diegenen die hetzelfde geloofden als wij, en zeker niet voor witte mensen.’
Bij de zwarte emancipatiebeweging Nation of Islam, waarvan Malcolm X de bekende voorman zou worden, treft hij eenzelfde exclusiviteit aan. Volgens Nation of Islam zou de tijd aanbreken waarin de zwarten aan de macht zouden komen. De witten, die eeuwenlang vanuit duivelse principes hadden gehandeld, zouden ten onder gaan. In beide brieven toont Baldwin hoe door verbittering en haat verdere segregatie en gewelddadigheid op de loer liggen.
Baldwin plaatst hier inzicht en broederschap tegenover. Ten eerste moet de verwoestende geschiedenis beter gekend worden. Het is ‘de onwetendheid die het zo misdadig maakt’, stelt Baldwin. Niet alleen moet er meer inzicht komen in de gruwelijke geschiedenis van de slavernij, maar ook in de blijvende structurele ongelijkheid, die nog altijd wrede misdaden faciliteert. Alleen vanuit inzicht kunnen we gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen.
Ten tweede ligt bij ieder afzonderlijk, wit en zwart, de taak om de ander niet te haten, en nog belangrijker: om je kind te leren niet te haten. Want, zo besluit Baldwin, ‘als het woord “integratie” al iets betekent, dan is het dít: dat wij onze broeders liefdevol zullen dwingen zichzelf te zien voor wat ze zijn, hun vlucht uit de werkelijkheid te staken en die werkelijkheid te gaan veranderen.’
Niet door water, maar door vuur
James Baldwin
vert. Harm Damsma
De Geus
168 blz.
€ 13,-