Filosofie is ook makkelijker als je leest. Goed leest. Filosofische bronteksten zijn niet altijd even makkelijk te begrijpen. Daarom helpen we je in een close reading op weg met extra context en commentaar bij deze tekst van Arthur Schopenhauer over de vrije wil.
Vóór alles moeten we het misverstand zien te vermijden dat het handelen van de afzonderlijke, concrete mens niet aan noodzaak onderhevig is,*1 dat wil zeggen dat de macht van motieven minder dwingend is dan de macht van de oorzaken of het volgen van de conclusie uit de premissen. De vrijheid van de wil als ding-op-zichzelf*2 gaat niet direct over op zijn verschijning, zelfs daar niet waar hij zijn hoogste niveau van zichtbaarheid bereikt, namelijk in het met rede begiftigde dier met een individueel karakter, dat wil zeggen de mens. Deze is nooit vrij, ofschoon hij de verschijning is van een vrije wil; want juist van diens vrije willen is hij de verschijning die van begin af aan gedetermineerd is*3. Doordat de mens de vorm aanneemt van al wat object is, namelijk de wet van de toereikende grond, versnippert hij weliswaar de eenheid van die wil in een veelheid van handelingen, maar aangezien de eenheid van dat willen buiten de tijd ligt, manifesteert die veelheid zich met de wetmatigheid van een natuurkracht. Maar omdat het niettemin dit vrije willen is, dat in de mens en in heel zijn doen en laten zichtbaar wordt, en zich hiertoe verhoudt als het begrip tot zijn definitie, moet ook elke afzonderlijke daad van hem aan de vrije wil worden toegeschreven, en maakt deze zich dan ook direct als zodanig kenbaar aan het bewustzijn. Daarom houdt, zoals we in het tweede boek hebben gezien, eenieder zich a priori (dat wil in dit verband zeggen op grond van zijn oorspronkelijk gevoel) ook wat betreft zijn afzonderlijke handelingen voor vrij, in die zin dat in elk gegeven geval elke handeling voor hem mogelijk is; en pas a posteriori*4, op grond van ervaring en het nadenken over de ervaring, ziet hij in dat zijn handelen volstrekt noodzakelijk voortvloeit uit de samenkomst van het karakter en de motieven.

Uit: De wereld als wil en voorstelling, Arthur Schopenhauer, vert. Hans Driessen, Wereldbibliotheek, 2012