Filosofie is ook makkelijker als je leest. Goed leest. Filosofische bronteksten zijn niet altijd even makkelijk te begrijpen. Daarom helpen we je in een close reading op weg met extra context en commentaar bij deze tekst van Henri Bergson over tijd.
“Als ik diep in mezelf zoek naar wat het meest eenduidig, het meest constant, het meest duurzaam mezelf vormt, vind ik (…) een ononderbroken stroom*1, in niets vergelijkbaar met wat ik heb zien voortvlieden. Het is een opeenvolging van toestanden waarvan elk de daaropvolgende aankondigt en de eraan voorafgaande in zich draagt. Eigenlijk vormen ze slechts veelvoudige toestanden wanneer ik ze al voorbij ben en me omkeer om er het spoor van te bekijken. Terwijl ik ze beleefde, waren ze zo hecht georganiseerd, zo diep bezield door een gemeenschappelijk leven dat ik niet had kunnen zeggen waar de ene ophield en de andere begon. In werkelijkheid begint noch eindigt niet een van hen, maar zetten ze zich allemaal in elkaar voort.
Het is, zo zou men kunnen zeggen, het afwikkelen van een rol, want er bestaat geen levend wezen dat zijn einde niet steeds dichter voelt naderen; en leven bestaat uit ouder worden. Maar het is evenzeer een voortdurend oprollen, zoals dat van een draad op een kluwen, want ons verleden volgt ons en wordt steeds voller door het heden dat het onderweg opraapt; en bewustzijn betekent herinnering.
In feite is het geen oprollen of afwikkelen*2, want deze twee beelden doen denken aan lijnen of oppervlakten waar- van de delen onderling homogeen zijn en op elkaar geplaatst kunnen worden. Er zijn echter geen twee momenten identiek voor een bewust wezen. Neem het eenvoudigste gevoel, veronderstel dat het constant is, ga er met je hele persoon in op: het bewustzijn dat met dit gevoel gepaard gaat kan niet twee opeenvolgende momenten aan zichzelf gelijk blijven, omdat het volgende moment, afgezien van het vorige, altijd de herinnering bevat die dit op hem heeft achtergelaten. Een bewustzijn met twee identieke momenten zou een bewustzijn zonder geheugen zijn. Het zou dus verdwijnen en onophoudelijk opnieuw ontstaan. Hoe moeten we ons het onbewuste*3 anders voorstellen?”
Uit: Inleiding tot de metafysica, Henri Bergson, vert. Eric de Marez Oyens, Boom, 1989.