Wat is natuur?
Filosofie is makkelijker als je denkt

Goed van nature

Wetenschap toetst met experimenten de feiten, filosofie toetst met experimenten het denken.

Stel je voor!

Bestaat er een menselijke natuur? En zo ja, is die goed of slecht? Over deze vragen dacht Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) na. De Zwitserse filosoof, geboren in de eeuw van de Verlichting, zag grote maatschappelijke ongelijkheid en geloofde dat dit het gevolg was van de samenleving die de goedaardige natuur van de mens corrumpeerde. Maar omdat de mens zich altijd al ín de samenleving bevindt, was het lastig zijn tijdgenoten hiervan te overtuigen. Daarom bedacht hij een hypothetische ‘natuurtoestand’, die hij uitwerkte in zijn Vertoog over ongelijkheid (1755).

Wil je dit artikel verder lezen?

Sluit een abonnement af op Filosofie Magazine voor slechts 4,99 per maand en krijg toegang tot dit artikel én de duizenden andere diepgaande filosofische artikelen. Luister nu ook alle nieuwe artikelen als audio.
Word abonnee en lees verder > Al abonnee? Log dan in en lees (of luister) verder.

Stel je de situatie voor, schrijft Rousseau, waarin ieder mens alleen en zelfstandig leeft in de natuur. Er is geen recht, geen gemeenschap en zelfs geen taal. De mens zou dan leven vanuit een natuurlijke eigenliefde, meent Rousseau. Die noemt hij amour de soi. Deze eigenliefde houdt in dat de mens goed voor zichzelf zorgt en zich voorziet in zijn eigen natuurlijke behoeftes en verlangens. Aangezien de natuur genoeg biedt voor iedereen, bestaat er geen schaarste, en dus ook geen concurrentie met anderen. Mensen mogen dan wel in fysieke kracht verschillen, er is geen reden om een eventueel lichamelijk voordeel te benutten. Integendeel, de mens handelt vanuit zijn aangeboren goedheid; als hij andere mensen ziet lijden, schiet hij ze instinctief te hulp.

Vanuit de natuurtoestand redeneert Rousseau vervolgens wanneer het is misgegaan. Ongelijkheid, stelt hij, deed zijn intrede toen iemand voor het eerst een stukje land voor zichzelf claimde. Met de intrede van het bezit ontstond ook het verlangen meer te hebben dan een ander. De natuurlijke eigenliefde van de mens verwordt hierdoor tot amour propre, een gecorrumpeerde vorm van eigenliefde, die gevoed wordt door trots, jaloezie en ijdelheid.

Echt?!

Rousseau was een van de grondleggers van de Romantiek. Hij was kritisch op het vooruitgangsdenken van de Verlichting, dat stelde dat de mens dankzij de wetenschap, de kunsten en de beschaving enkel beter wordt. De enige weg voorwaarts, zei Rousseau, is om terug te keren naar de natuur. Maar kunnen we wel terug naar de natuur? En sloegen mensen elkaar vroeger niet vaker de hersens in, zonder dat er een maatschappij bestond met instituten om daar een gewogen oordeel over te vellen? Is natuur wel echt beter dan cultuur?

Loginmenu afsluiten