Ik zat een tijdje geleden in de tram. Een rij achter me ving ik een gesprek op tussen twee vriendinnen. De een had een probleem, de ander had een oplossing. Die begon met: ‘Je moet gewoon even…’
Ik weet niet meer wat er precies achteraan kwam, want die eerste paar woorden torpedeerden mijn gedachten naar andere keren dat ik zoiets opving of zelf geserveerd kreeg. Het goedbedoelde advies, de wijze raad, de praktische tip die begint met: ‘Je moet gewoon even…’
Met name die laatste twee woorden fascineren me: ‘gewoon’ en ‘even’. ‘Gewoon’ – heel vanzelfsprekend, niets geks aan, het meest voor de hand liggende. ‘Even’ – zo gepiept, geen moeite, niets spannends, tussen de bedrijven door hatseflats geregeld.
En dan dat ‘moeten’; waarom gebruiken we dat zo makkelijk, tussen neus en lippen door?
Komt de simpele tip voort uit ongemak?
‘Je moet gewoon even bellen en zeggen dat het je stoort.’
‘Je moet er gewoon even aan wennen, dat is alles.’
‘Je moet het gewoon even verwerken, het is ook nogal wat.’
Op het eerste oog zijn het vriendelijke, goedbedoelde, meelevende uitspraken.
Maar zijn ze dat voor de toehoorder ook? Of voelt die zich wellicht nog rotter omdat het blijkbaar simpel is, én zo gepiept? Geven we iemand onbedoeld het idee een mislukkeling te zijn als we dit zeggen? Ik herinner me een keer dat ik dit zinnetje zelf te horen kreeg en me vooral heel klein voelde. Blijkbaar was het allemaal heel makkelijk en ‘moest ik gewoon even’. Het feit dat dat me nu juist niet lukte was blijkbaar een teken van falen.
Even tussendoor… Meer columns lezen van Elke Wiss? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Is het uit ongemak dat we dit zinnetje gebruiken? Of arrogantie misschien, omdat wij denken dé oplossing te hebben – en nou ja, dat die ánder dat niet ziet! Of zijn we simpelweg onbenullig, bedoelen we het goed en voelen wij ons vooral beter?
Ik las laatst een spreuk op een muur: ‘Alles is makkelijk voor degene die het zelf niet hoeft te doen.’ Is dat misschien iets wat we beter tegen elkaar kunnen zeggen?
