Na een onstuimige hippiejeugd vol verhuizingen werd Jannah Loontjens volwassen in de jaren negentig. Een tijd waarin ze nergens écht bij hoorde. Nu zegt ze: ‘Ik heb in de filosofie mijn thuis gevonden.’
‘Vroeger was dit het toilet’, merkt Jannah Loontjens op over de hoektafel die ik zorgvuldig heb uitgekozen achter in Kapitein Zeppos. Als filosofiestudent kwam ze hier regelmatig. Toch neemt het rustige café een bescheiden plek in binnen het scala aan excentrieke nachtclubs en kraakpanden waarin haar jaren negentig zich afspeelden. Ze schreef er een boek over: Roaring nineties, met als veelzeggende ondertitel of hoe de filosofie mijn leven veranderde.
Dit artikel is exclusief voor abonnees