Home Politiek Iedereen politicus

Iedereen politicus

Door Florentijn van Rootselaar op 3 februari 2020

Iedereen politicus
Cover van 02-2020
02-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

De kloof tussen burger en politiek lijkt nog altijd te groeien. Gelukkig is daar een oplossing voor, stelt Josine Blok: leentjebuur spelen bij de eerste, meest radicale democratie.

Het jaar is 450 v.Chr., plaats van handeling een enclave aan de Egeïsche Zee. Terwijl de rest van de wereld grotendeels geregeerd wordt door koningen, oligarchen of tirannen, ontstaat hier een stadstaat van gelijken – Athene is de eerste echte democratie. Die Griekse polis is niet alleen de eerste, maar ook de meest radicale democratie. Radicaler zal het nooit meer worden in de 2500 jaar die volgen.

In haar werkkamer aan de Universiteit Utrecht zet emeritus hoogleraar oude geschiedenis Josine Blok gedetailleerd uiteen wat die eerste democratie behelsde. Haar toon wordt geëngageerder als ze een uitstapje maakt naar de moderne politiek en spreekt over het soms slechte bestuur door Haagse politici. Ze signaleert ook dat steeds vaker de roep klinkt van burgers die zich boos maken over Den Haag. ‘Soms terecht, soms onterecht, maar uiteindelijk is dat niet belangrijk. Waar het om gaat is dat we er iets
mee moeten.’ Voor die kloof tussen burger en politiek stelt ze een oplossing voor: leentjebuur spelen bij de eerste, meest radicale democratie.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Een van de belangrijkste bronnen voor kennis over de Atheense stadstaat is Staatsinrichting van Athene, een vaak aan Aristoteles toegeschreven tekst (zie kader ‘Wie heeft het boek geschreven?’), die recent in het Nederlands verschenen is. Blok, medebezorger van dat boek, schrijft in haar inleiding dat die stad ‘bepaald geen gemiddelde polis’ was. De stadstaat was rijker en machtiger dan veel andere poleis, en zeker groter: de oppervlakte bedroeg zo’n 2650 vierkante kilometer – tweemaal de omvang van de provincie Utrecht. Op dat grondgebied woonden naar schatting 30.000 mannelijke en 30.000 vrouwelijke burgers, 10.000 immigranten en 100.000 slaven. Ter vergelijking: een recente studie schat de omvang van een gemiddelde polis op 50 tot 100 vierkante kilometer en het inwonersaantal op 2500 à 4500.

Josine Blok is emeritus hoogleraar oude geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Ze is gespecialiseerd in de geschiedenis van het archaïsche en klassieke Griekenland, en richt zich op de theorie en praktijk van burgerschap, in het bijzonder in klassiek Athene.

Waarom was de Atheense stadstaat zo radicaal?

‘Alle burgers waren echt gelijk: iedereen kon alle politieke ambten vervullen. Daarom vond Aristoteles deze polis zelfs te radicaal. Leeftijd was de enige grens: je moest minstens dertig zijn voor de meeste functies.

Athene was niet alleen in theorie radicaal. Een politieke functie bekleden was meer dan een mogelijkheid die misschien nooit werkelijkheid zou worden; door de snelle roulatie van functies had je in je leven ook daadwerkelijk verschillende politieke rollen.
Vergelijk dat eens met ons getrapte systeem. Wij kiezen mensen die ons representeren, we doen niet zelf mee aan de politiek. Vandaar de beruchte kloof tussen de burger en de regering in Den Haag.’
 

Het had nog radicaler gekund: vrouwen en slaven deden niet mee aan de politiek in Athene.

‘Dat is waar, maar kritiek daarop is zo’n anachronisme! Ik heb er geen geduld mee. Je moet kijken naar wat binnen die tijd de norm was; dan zie je dat alleen al de gelijkheid van mannen een sprong voorwaarts was. Na een korte opleving van de gelijkheid tussen man en vrouw in de Franse Revolutie moesten we wachten tot het eind van de negentiende eeuw voor het vrouwenkiesrecht ingevoerd werd. Verder was slavernij ook nog heel gewoon ten tijde van de Atheense polis.’

Een andere kwestie: betekent die radicale gelijkheid ook economische gelijkheid?

‘Economische gelijkheid stond niet centraal, al had Athene wel iets van een sociaal-democratie. Net als in onze welvaartsstaat zorgden ze er in Athene voor dat je niet onder een bestaansminimum zakte: er was ondersteuning voor mensen die straatarm waren.
 

‘In Athene waren alle burgers echt gelijk’

Daar komt bij dat van de rijken werd verwacht dat ze grote en kostbare taken financierden. Zo’n verplichting – de Grieken spraken van een liturgie – hield bijvoorbeeld in dat de gefortuneerden een oorlogsschip moesten betalen. Of ze waren verantwoordelijk voor een koor bij een theateropvoering; dan dienden ze flink wat geld neer te tellen voor de kostuums, maar ze moesten ook de uren betalen die de koorleden nodig hadden om te oefenen. Dat was een plicht, maar het werd tevens als een voorrecht gezien; zo’n liturgie deed je ook voor de eer.

De gerichtheid op eer maakt ook duidelijk in welk opzicht de Atheners gelijkheid nastreefden en in welk opzicht niet. Mensen wilden erkenning en sociaal aanzien. Iedere bewoner van Athene was op een bepaald niveau gelijk. Daar kon je bovenuitstijgen door zo’n liturgie.’
 

Boze burger

Blok is ervan overtuigd dat het oude Athene ons iets kan leren over een goede samenleving: het gaat beter als iedereen mee kan doen aan de politiek. De volgens velen grootste bedreiging van de huidige parlementaire democratie – de kloof tussen burger en politiek – kun je ermee aanpakken. ‘In de twintigste eeuw hield de burger zich nog koest, maar dat doet die nu niet meer! Daar zullen we iets mee moeten. En dan kom je uit bij Aristoteles, die in de Politica schreef dat het goed is om beurtelings te regeren en geregeerd te worden. Zelf regeren draagt bij aan je gevoel van zelfrespect, maar het leidt ook tot een veel beter begrip van de problemen waarmee politici worstelen. Zo voorkom je veel boos geroep.’

Kunnen we dat ook in Nederland doen?

‘Het gebeurt al. Er worden steeds meer experimenten mee gedaan. (Zie kader ‘Invloed van De staatsinrichting van Athene’, red.) De voorwaarde is wel dat iederéén meedoet en dat mensen verplicht worden hun taak op zich te nemen. Als je het overlaat aan vrijwilligers, kom je weer uit bij jou en mij, de hoogopgeleide witte mensen die toch al bezig zijn met dit soort zaken. Je wilt een brede selectie uit de bevolking, dus ook de pakjesbezorger met immigratieachtergrond, of de bouwvakker uit Zuid-Limburg wiens voorouders in de mijn werkten. Maar ook de CEO van Shell, al loopt hij zo een miljoen euro per dag mis. Jammer, zeggen we dan, je moet gewoon meedoen.’

Moet je tegenwoordig niet veel meer weten dan in het klassieke Athene om het land te kunnen besturen?

‘De eisen zijn inderdaad hoger, maar daar ben ik niet bang voor. De deelnemers aan de politiek moeten goed geïnformeerd en ingewerkt worden. Dat gebeurde in de Raad van Athene ook. Voor onze Kamerleden geldt hetzelfde. Je moest eens weten hoeveel ondersteuning ze krijgen; er is een hele batterij van ambtenaren die een Kamerlid van informatie voorzien als die met een advies moet komen.

Sommigen zal het ook in het klassieke Athene boven de pet zijn gegaan, maar dat is niet erg als de politieke lichamen groot genoeg zijn. Dan liften ze wel mee met de rest.

Datzelfde zou gelden als iedereen nu meedoet aan het bestuur van het land. Toch heb je geen garantie dat het goed gaat. In Athene ging ook weleens wat mis door slecht geïnformeerde bestuurders, en dat zou niet anders zijn als iedereen nu zou meeregeren. Maar is dat in ons huidige politieke stelsel zo heel anders?’

Wat gebeurt er als een boze boer in zo’n politiek lichaam komt?

‘Ik denk dat zo’n boer een hele tijd boos zal blijven. En dat móét hij ook doen. Maar misschien zit er in de groep ook iemand die bij Natuurmonumenten werkt, of iemand die in de buurt van een boerderij woont en gek wordt van de ammoniaklucht. Die mensen moeten met elkaar praten. Misschien vinden ze een modus waarin de boer niet onmiddellijk het onderspit delft, maar waarin wij ook niet bezwijken onder de stikstofuitstoot. Maar zelfs als je zo’n oplossing niet vindt, is het belangrijk dat mensen zich erkend voelen omdat ze hun standpunt uiteen kunnen zetten. Dan zul je je als boer minder buitengesloten voelen en hoef je niet met de trekker naar het Malieveld. Het is altijd beter om te praten dan te bonken.’

Politici Mark Rutte en Carola Schouten luisteren in 2019 naar boeren die willen meebeslissen over het stikstofbeleid.

Foto  Arie Kievit/Hollandse Hoogte
 

Wantrouwen

Hoe kun je zo’n politiek stelsel invoeren? Alles staat of valt met vertrouwen, zegt Blok. ‘Vertrouwen mensen hun medeburgers, vertrouwen ze dit nieuwe politieke systeem? Je kunt je afvragen welke voorwaarden in Athene deze radicale democratie mogelijk hebben gemaakt. Het was zeker geen samenleving waarin het vertrouwen in de medemens groter was dan bij ons. Integendeel! Het wantrouwen jegens elkaar was krankzinnig groot. Je leefde altijd met het gevoel dat je buurman je een loer zou draaien. Een befaamde leus was: doe je vriend een plezier en probeer je vijand pootje te lichten. Dat is toch wel heel anders dan het christelijke motto dat je je vijand de andere wang moet toekeren. Desalniettemin was er vertrouwen in de radicale democratie.

Hoe dat kwam? Ondanks dat wantrouwen leerden ze elkaar toch redelijk kennen als ze weer een andere rol speelden in het stadsbestuur. Wat ook hielp is de razendsnelle roulatie. Stel: iemand die jou ooit pootje wilde lichten krijgt een belangrijke politieke functie. Dan is die het jaar daarop alweer weg en krijg jij die functie misschien.

Wat het vertrouwen in Nederland minder maakt zijn de grote aantallen. Je kúnt elkaar niet allemaal kennen. Dan moet je het eerder hebben van vertrouwen in instituties, maar die staan nu juist onder druk.’

Invloed van De staatsinrichting van Athene
De staatsinrichting van Athene werd ontdekt en gepubliceerd aan het eind van de negentiende eeuw, in 1891, toen de beweging voor algemeen kiesrecht aan kracht begon te winnen. De tekst gaf een klassiek precedent aan de zaak van de volledige democratie, zo schrijft Josine Blok in haar inleiding bij het boek. Het document toonde aan dat het algemeen kiesrecht niet tot chaos hoefde te leiden, maar ook aan de basis kon liggen van een welvarende en succesvolle samenleving. Hoewel de Atheense democratie een voorbeeld werd, gold dat niet voor de loting. Die werkte volgens een belangrijk negentiende-eeuws commentator zelfs bevreemdend. Centraal in de nieuwe democratie stond daarentegen de verkiezing, waardoor de politiek op afstand van de burger kwam te staan.

Die afstand tussen burger en politiek leidt de laatste decennia tot steeds meer ongenoegen. Dat is voor een aantal moderne denkers een reden om opnieuw te kijken naar de Atheense staatsinrichting. Zou loting een vruchtbaar alternatief zijn voor verkiezing? Ook Josine Blok zet zich hiervoor in. Naast Blok is een bekende vertegenwoordiger van deze beweging de Vlaamse essayist en schrijver David Van Reybrouck, wiens pamflet Tegen verkiezingen (2013) een belangrijke rol speelt onder voorstanders van loting.

De inzet van deze beweging heeft geleid tot verschillende gelote burgercollectieven. Het begon met de Belgische G1000, die bijeenkwam in 2011, toen België anderhalf jaar zonder regering zat. Later zouden ook in Nederland G1000-bijeenkomsten worden gehouden. Ook in Madrid en Gdansk zijn gelote burgers tegenwoordig betrokken bij het beleid. En in Ierland werd zo’n burgervergadering gebruikt om het vastgelopen debat over abortus weer vlot te trekken. Dat onderwerp lag gevoelig in het land, waar een felle oppositie bestaat tussen de meer traditionele katholieken en de meer verlichte stadsbewoners. Het gesprek tussen die gelote burgers werd gevolgd door een referendum, waarna abortus in 2018 werd gelegaliseerd in Ierland. Heel recent is in een van de kleinste deelstaten ter wereld (76.000 inwoners), de Duitstalige gemeenschap van België, ook zo’n rol toegekend aan burgers. Die vormen een senaat die bij alle politieke kwesties betrokken wordt.

Onlangs is ook in Frankrijk loting ingezet, mede om een impasse te doorbreken. Een jaar na de eerste protesten van de gele hesjes tegen milieuaccijnzen op brandstof buigen gelote burgers zich nu over de vraag hoe de CO2-uitstoot teruggedrongen kan worden. De hoop van de gevestigde politiek is dat de ideeën van de burgers legitiemer worden gevonden dan de voorstellen van de gekozen politici, die op afstand van de burger en de gele hesjes het land bestieren.

Loting

Wat niet zal bijdragen aan het vertrouwen in een radicale democratie is de methode die daarin werd gebruikt om te bepalen wie welke politieke rol moest bekleden: loting. Voorstanders van deze nieuwe democratie zouden die methode ook nu weer willen gebruiken. Maar deze vorm heeft bij ons geen traditie. Blok: ‘In onze samenleving heeft loting een slechte reputatie. We zien loting vooral als een prima middel om narigheid te verdelen: het lot bepaalt in Amsterdam naar welke middelbare school je kinderen kunnen. En in de tijd van Napoleon bepaalde een loting wie in dienst moest.

In de Oudheid – met name in Griekenland – had loting een veel positievere betekenis en was het een gebruikelijk middel. Bijvoorbeeld om erfenissen te verdelen, maar ook om te bepalen wie in een groep van gelijken een belangrijk duel mocht aangaan met de tegenstander. Die vanzelfsprekendheid van loting hebben we daarna nooit meer gezien. Dat zorgt er ook voor dat wij weinig vertrouwen hebben in deze methode.’
 

Hadden de Grieken ook niet meer vertrouwen in loting omdat ze dachten dat de goden het lot bepaalden?

‘Die gedachte speelde in Griekenland inderdaad een grote rol: de uitkomst van een loting is goed omdat die door de goden gewild is. Dat idee speelde vooral als er een persoon binnen een kleinere groep aangewezen moest worden door het lot. Maar met de loting onder de hele Griekse bevolking verdween die gedachte enigszins naar de achtergrond.’

Waarom geen referendum? Een volksraadpleging zorgt er toch ook voor dat niemand buitengesloten wordt?

‘Kijk naar de Brexit. Dat is de meest recente dramatische uitkomst van een referendum. Mensen konden niet goed stemmen omdat ze niet goed waren geïnformeerd; ze kregen alleen informatie van de rioolpers en via sociale media. Daar komt bij dat je dit soort complexe kwesties niet kunt reduceren tot een simpel dilemma; het is niet ja of nee. Wat je verliest met een referendum is het element van debat. Mensen kunnen geen goed geïnformeerd gesprek met elkaar meer voeren. Dat gesprek mag in geen enkele democratie ontbreken.’
 

Wie heeft het boek geschreven?
De staatsinrichting van Athene werd altijd toegeschreven aan de Griekse filosoof Aristoteles, maar voor de meeste deskundigen staat tegenwoordig vast dat het document niet van zijn hand is, maar dat het wel in zijn school tot stand is gekomen. Het maakt deel uit van Aristoteles’ uitgebreide onderzoek naar verschillende staten
en staatsvormen, om zo te komen tot een beschrijving en theorie van de beste staatsinrichting. Het resultaat daarvan is Aristoteles’ Politica.

Er bestaat dus een beproefd recept om de kloof tussen burger en politiek te dichten. Alleen willen we daar niet aan. We vertrouwen het niet.

‘Dat gebrek aan vertrouwen wordt door voorstanders van dit idee onderschat, denk ik. Toch zijn er oplossingen. Je moet het idee niet een-twee-drie willen invoeren. Je kunt het eerst alleen lokaal gebruiken. Voor een nationaal lichaam moet je een lange adem hebben. En je moet er veel over praten. Ik sta niet voor niets voortdurend in zaaltjes om hier met mensen over in gesprek te gaan. Dan merk je de sterke behoefte van mensen om zich te roeren.

Ik denk weleens: zouden we het idee van loting niet kunnen verankeren in de behoefte van mensen om zich uit te spreken? Want spreken kun je als je een politieke rol krijgt. Dan bied je mensen een plek waar echt naar ze geluisterd wordt, en waar hun woorden meer gewicht krijgen. Zo heb je een sterke motor. Dan zou er weleens wat kunnen veranderen.’

De staatsinrichting van Athene
Aristoteles
Vertaald en ingeleid doro Josine Blok en Ton Kessels
Met een bijdrage van Jan Maarten Bremer
Boom
239 blz. | € 27,50